Julie de Stuers

Julie de StuersJulie de Stuers

Jonkvrouw Julie de Stuers werd geboren op 4 februari 1895 te Passoeroean (Pasuruan) op Java. Tijdens een tournée van de Italiaansche Opera op Java trad zij als gast op. Ze studeerde in Berlijn en New York, en maakte een tournée door Nederlands-Indië, reisde vier jaar door Amerika en was verbonden aan de Duitsche Opera van New York. Na 1920 heeft ze in Nederland kort bij de N.V. Nationale Opera gezongen, o.a. als Amneris in Verdi's opera Aïda op 1 oktober 1922 en als Suzuki in Madame Butterfly van Pucini op 24 januari 1923. Ze gaf liederenrecitals, waarbij ze in het buitenland graag Nederlandse componisten introduceerde, zoals Alphons Diepenbrock, Badings, Michielsen, Dina Appeldoorn, Berta Frensel Wegener, e.a. Maar ook in aria's uit 'Samson et Dalila' (Saint-Saëns) en Mahler's 'Das Lied von der Erde' - dat zij samen met tenor Henk Noort heeft vertolkt - blonk zij uit. Bij het Concertgebouw Orkest o.l.v. Eduard van Beinum zong zij op 16 juli 1933 van Mahler delen uit de 'Rückertlieder' en uit 'Das Knaben Wunderhorn'. Op 16 februari 1936, eveneens onder Van Beinum zong zij van Mahler de 'Lieder eines fahrenden Gesellen' en twee aria's uit Carmen van Bizet.

Julie de Stuers is overleden in 1981. Er bestaan van haar enkele radio-opnamen van volksliedbewerkingen van Julius Röntgen Sr.(1855-1932), gemaakt in 1941.