Louis van de Sande

Een foto van de zanger bezitten wij helaas nog niet, U moet het dus met dit plaatje doen

De bas-bariton Louis van de Sande (Peter Aloysius van der Sande) werd geboren op 15 april 1887 te Tilburg. Hij werd aanvankelijk opgeleid als schilder. Na lid geworden te zijn bij het Mannenkoor St. Caecilia in Tilburg werd de kwaliteit van zijn stem ontdekt. Op het Scharwenka Conservatorium in Berlijn werd zijn stem verder gevormd door de beroemde bariton Anton Sistermans. Hij was bevriend met de Tilburgse pianist Kees Heerkens die in Berlijn muziek studeerde en Louis van de Sande bij de opera van Berlijn had aanbevolen. Zijn debuut maakte Louis in 1913 bij de Berlijnse Hofopera in Wagner's opera Lohengrin, in 1914 kreeg hij een vaste aanstelling bij dit operahuis.

In Nederland - waar hij slechts enkele malen zou optreden - maakte Van de Sande zijn operadebuut in 1913 als Nazarener in Strauss' Salome, een voorstelling onder auspiciën van de Wagnervereeniging. In 1914 trad hij nogmaals op voor de Wagnervereeniging, nu als Hans Foltz in Wagner's Meistersinger. Bij de N.V. Nationale Opera van Willem van Korjaar jr. zong hij in oktober 1920 in het Gebouw voor K & W te 's-Gravenhage de rol van Hunding in 'Die Walküre' en in ditzelfde theater en met hetzelfde gezelschap zong hij in mei 1921 de rol van de reus Fasolt in 'Das Rheingold'.

In 1935 trad Van de Sande nog in de schouwburg van zijn geboorteplaats Tilburg op.

Bij de Berlijnse Hofopera had hij groot succes, vooral als Wagner zanger. In 1917 zong hij in dit operahuis in Wagner's opera 'Parsifal' de rol van Titurel in aanwezigheid van keizer Wilhelm II. Deze was zo onder de indruk van Van de Sande's vertolking dat hij hem een gouden dasspeld met diamanten in W-vorm schonk. Hij trad op zowel bij Duitse als Nederlandse podia, in 1913 zong hij in Danzig de rol van de Wanderer (Wotan) in 'Siegfried'.

In de jaren twintig, maakte hij een indrukwekkende carrière in opera-voorstellingen voor de Berliner Rundfunk (Berlijnse Radio), in de periode 1923-1924 zong hij in Nederland en België met een groep zangers, de Gast-Opera geleid door Cornelis Bronsgeest, waarbij hij eveneens optrad als concert-en operazanger en vertolker van operetterollen. In 1930 werd hij leraar aan de Kirchenmusikschule des Bischöflichen Ordinariats Berlin (Bisschoppelijke School van kerkmuziek in Berlijn) en trad sindsdien voornamelijk op als oratoriumzanger, maar kreeg in de periode na de Tweede Wereldoorlog ook gastoptredens op het operatoneel. Nadien maakte hij een grote carrière voor de Duitse omroep (Berliner Funkstunde).

Louis van de Sande is op 25 juli 1954 te Berlijn overleden. Hem was de titel 'Kammersänger' verleend. Het is een Duitse eretitel voor beroemde zangers. Oorspronkelijk werd de titel verleend door vorsten of koningen en sprak men van Hofkammersänger(in).

Louis van de Sande maakte meer dan 300 plaatopnames, voornamelijk voor Polydor, maar ook op Lyrophon, Kalliope, Ultraphon, Odeon, Orchestrola en Homochord, elektrische opnames op Telefunken (ensemble scène uit Aida, 1934), Christschall en Artiphon. De meeste van deze opnames zijn gemaakt in de jaren 1926-1931, voornamelijk in het Nederlands, maar een aantal ook in het Duits.