Arjan Blanken
Arjan Blanken is geboren op 25 juli 1924 te Den Haag. Hij studeerde aan het conservatorium van Amsterdam (o.a. bij Hermann Schey) en bij Annie Hermes. Hij behaalde zijn einddiploma in 1955 maar debuteerde al in 1954 in de Grote Kerk te Edam in zijn eerste 'Mattheus Passion', o.a. met Laurens Bogtman. Uit dat zelfde jaar dateert een succesvolle tournee door Zuid-Afrika samen met de alt Thérèse Steinmetz, die later verbonden was aan de Nederlandse Comedie. Zij huwden in 1955. Arjan Blanken trad op als oratorium- en liederenzanger. Hij werkte mee aan de Israëlische premières van Bach's 'Johannes Passion' en de 'Messiah' van Händel en maakte ook een tournee door Indonesië.
Bij het Concertgebouw Orkest zong hij onder Anthon van der Horst in 1956 en 1959 in Bach's 'Johannes Passion', in 1958 in Händel's 'Dettingen Te Deum' en in 1959 onder Bernard Haitink in het 'Utrechter Te Deum', eveneens van Händel (samen met Elly Ameling, Annie Hermes, Tom Brand en Leo Ketelaars).
Zijn operadebuut maakte hij als Fenton (Die lustigen Weiber von Windsor, Otto Nicolai) bij de Zuid-Nederlandse Opera in 1957. Bij De Nederlandse Opera debuteerde hij in 1959 in Mozart's opera Don Giovanni. Hij vertolkte als lyrische tenor operarollen als Belmonte (Die Entführung aus dem Serail, Mozart), Don Ottavio (Don Giovanni, Mozart), graaf Almaviva (Il barbiere di Siviglia, Rossini), Baron Kronthal (Der Wildschütz, Lortzing), e. a. Deze laatst genoemde opera had bij de uitvoering op 4 juni 1958 als bezetting o.a. Erna Spoorenberg als Baronin Freimann, Guus Hoekman als Baculus en als bijzonderheid de alt Aafje Heijnis (!) als Nanette.
Arjan Blanken zong ook in het buitenland, o.a. in Brussel in de 'Munt' in Richard Strauss' opera 'Der Rosenkavalier', samen met Elisabeth Schwarzkopf en Walter Berry. Later ging hij zich toeleggen op het geven van zangles.
In zijn woonplaats Almelo is op 27 juni j.l. Arjan Blanken overleden. Hij stierf onverwacht op 84-jarige leeftijd.
Discografie: Er bestaat van Arjan Blanken een complete opname van Bach's 'Mattheus Passion' (1958).