Hans Kaart - Recensies

... Over Hans Kaart hoort men de laatste tijd weinig. Dit betekent slechts dat deze Nederlandse operazanger zelden in eigen land optreedt. Het betekent allerminst dat hij van het operatoneel zou zijn verdwenen. Momenteel zingt hij in Chicago met Rita Gorr (rechts) in Samson en Dalila van Camille Saint-Saëns. Kaart leerde zijn rol in een week tijd. Echter niet helemaal van buiten, want tijdens de generale repetitie gebruikte hij zijn beide manchetten als spiekbriefjes ... "

Al zou zo'n man geen noot kunnen zingen ... dit is toch de figuur die u zich bij 'Samson' voorstelt?
    Hans Kaart en Rita Gorr in Samson et Dalila, Chicago
    Hans Kaart had succes als Samson in Chicago
    Van onze kunstredactie AMSTERDAM, dinsdag 27 November 1962

Geen maand nadat Hans Kaart in Düsseldorf zijn eerste Otello gezongen had, heeft hij een nieuwe succes-rol aan zijn repertoire toegevoegd. Hij is momenteel in Chicago, waar hij vijf voorstellingen zingt als Samson in „Samson et Dalila" naast Rita Gorr, onder leiding van Pierre Dervaux.

Het had heel wat voeten in de aarde voor het zover was. Het begon met de pech, die dit Chicago-seizoen achtervolgt. Renata Tebaldi zegde haar optreden daar af en moest vervangen worden door Regine Crespin en Mietta Sighele. Anna Moffo besloot in Italië een film te maken en moest vervangen worden door Mariella Ada-ni. Daarna bleek, dat Giuletta Simionato, die Dalila zou moeten zingen, niet in staat was de rol in het Frans te leren. Zij werd vervangen door Rita Gorr (geen slechte ruil!) En ten slotte werd de geëngageerde Samson, de Canadees John Vickers, ziek.

Haastwerk

Dit scheen de grootste klap te worden, want waar moest men zo vlug een Samson vandaan halen? Toen moet Dervaux zich herinnerd hebben, dat hij een paar grammofoonplaten had gemaakt met een Nederlandse heldentenor. Hoe dan ook:

Hans Kaart kreeg telegrafisch bericht of hij de rol van Samson kon overnemen. Een rol die hij nooit eerder gezongen had. Zonder auditie, zo maar op gezag van zijn recensies over „Otello".

Er volgde een jacht op een grammofoonopname van „Samson" - waarvan één enkel compleet exemplaar in Den Haag gevonden werd - en een studie van de rol in acht dagen tijds. Maar daarna bleek, dat Düsseldorf weigerde Kaart verlof te geven om naar Amerika te vliegen. Hij had nog twee Otello's te zingen, en ondanks het feit, dat er een driedubbele bezetting was, stond men erop, dat hij dat contract zou nakomen. Het werd een fel gevecht, dat uiteindelijk door Kaart gewonnen werd - er stond een optreden als Zsupan in de operette „Der Zigeunerbaron" op het spel, dat voor Düsseldorf erg aantrekkelijk was. Hij zong die twee Otello's dus vervroegd, tussen zijn Samson-studies door, en vloog naar Chicago.

Daar kreeg hij precies één repetitie en een generale, en schminkte zich voor de première met het angstzweet in de handen. Het succes was overweldigend. De meest gevreesde critica van Chicago en zelfs van heel Amerika, Claudia Cassidy, die over het algemeen felle kritiek op alles en iedereen heeft, schreef een prachtige kritiek, en kwam de tweede voorstelling terug.

Het resultaat is, dat Hans Kaart voor de vijf volgende seizoenen werd vastgelegd om in Chicago terug te keren, en hij daar waarschijnlijk de gelegenheid zal krijgen zijn grote ambitie te vervullen om Eleazar in "La Juive" te vertolken. Ook San Francisco heeft hem nu benaderd, zodat de eerstvolgende jaren Hans Kaart, wel de volle herfstmaanden in Amerika zal doorbrengen. Daar is mogelijk wat in zijn eigen land niet schijnt te kunnen.

Hans Kaart als 'Knusperhexe' in Hans en Grietje, Düsseldorf

Kaaaaaart!!

HOE GELIEFD Kaart is bleek uit de ontvangst van zijn Knusperhexe. Na de Heksenrit kreeg hij een ovatie bij open doek. Maar het is in Düsseldorf regel dat de artiesten voor het gordijn „in karakter" buigen. En de heks is nu eenmaal tot een speculaaspop gebakken. Dus huppelen eerst Hans en Grietje naar voren, daarna de ouders. Dan de vier samen. Dan Hans en Grietje met een levensgrote speculaaspop. Dan de vier: met dirigent en regisseur. Die volgorde herhaalt zich.

Het publiek blijft klappen. Als daarna weer Hans en Grietje verschijnen schreeuwt de zaal ineens Kaaaaart". Haastige retraite van Hans en Grietje. Minutenlang gebeurt er niets, terwijl de zaal schreeuwt en tiert en om Kaart brult. Kinderstemmen (ik telde ver over de honderd kinderen in deze opera-avondvoorstelling) riepen „Wo bleibt die Hexe?"

Plotseling steekt iemand de speculaaspop uit het gordijn, en daarachter wandelt Hans Kaart, afgeschminkt en wel, in pull-over, vuurrood van opwinding. Een moment vrees ik dat de galerij-bewoners van puur geluk naar beneden zullen springen. Hun kreet moet tot ver in de omtrek gehoord geworden zijn. Men laat het er niet bij. Hij moet nog eens te voorschijn komen, en nog eens. Hij haalt Hans en Grietje er bij, de dirigent, de regisseur, de andere collega's. Het totale applaus heeft meer dan een kwartier geduurd.

Achteraf bleek dat Kaart toen de ovatie begon al kant en klaar in zijn auto zat om met Erede 's nachts naar Amsterdam te rijden. Hij moest door de portier naar binnen gehaald worden, en het was de eerste maal in de Düsseldorfse operageschiedenis dat een zanger afgeschminkt voor het gordijn gelaten werd.

Zó denkt men daar over Hans Kaart, die er nu vast geëngageerd is.

LEO RIEMENS.

Marijke van der Lugt als Turandot en Hans Kaart als Calaf in Puccini's Turandot, De Nederlandse Opera, 1961 (foto: Algemeen Hollands Fotopersbureau)

 

(Van onze Londense correspondent)

De toneelspeler en filmacteur Hans Kaart heeft thans zijn werkelijke levensdoel bereikt. Gisteravond maakte hij met groot succes in het Koninklijke Opera Gebouw te Covent Garden, te Londen, zijn debuut in Engeland als tenor. Hij zong met veel elan een van de beide hoofdrollen in Puccini's laatste werk, Turandot een opera in waarlijk grote stijl.

Kaart's ervaring als acteur kwam hem van pas, want hij weet hoe hij zich moet bewegen. Als de heroïsche onbekende prins Calaf, die op levensgevaarlijke wijze de hand van de weerspannige prinses moet veroveren, was Kaart in deze schitterend geënsceneerde en magnifieke opvoering al dadelijk de centrale figuur. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat Kaart de held van de avond was. Zijn krachtige stem dient misschien in de lagere registers nog wel wat ontplooiing, maar zijn uitspraak van het Engels was voortreffelijk en zijn dictie duidelijk. Het is misschien nog iets te vroeg, maar men is geneigd Kaart, die zeker een zanger van formaat zal worden, met Urlus te vergelijken.

Het publiek, dat besefte dat het getuige was van een heel bijzondere gebeurtenis, bracht Kaart na afloop een welverdiende ovatie, nadat hij al eerder een open doekje had ontvangen. Het betekent wel iets om in een wereldcentrum als het Royal Opera House, dat voor deze première uitverkocht was, als beginneling op een dergelijke joviale manier te worden begroet.

Kaart zelf, die wij na afloop in zijn kleedkamer opzochten, was vanzelfsprekend in de wolken. Hij erkende openlijk dat hij dit debuut met een bevend hart tegemoet had gezien. „Ik weet niet wat er met me aan de hand was", zei de altijd geestige Kaart. „Ik had plotseling helemaal geen last meer van mijn zenuwen. Alles ging boven verwachting.

Hij was uitbundig over de wijze waarop hij ontvangen was. Het publiek was geweldig zei hij. Kaart was in een stemming om iedereen te omhelzen, van de brandweerman tot de dirigent. „Ze zijn allemaal zo ontzettend lief voor me geweest". Hij was bijzonder getroffen door het feit dat tijdens de opvoering iemand uit het koor voor hem klaar stond met een bekertje citroensap. „Waar gebeurt zo iets?" vroeg hij met glinsterende ogen. „Dit is mijn bestemming" zei Kaart. „Ik zou niets anders meer willen. Naar het toneel ga ik niet meer terug.

„Heeft U ook genoeg van de film"? vroegen wij hem. „Misschien maak ik er nog eens één, zo ertussendoor". Kaart heeft een contract voor twee jaar met de Londense Opera. „Ik wil hier niet meer weg", zegt hij met diepe overtuiging. Iedereen is zo behulpzaam.

Met Pasen gaat Kaart voor enkele weken naar de Verenigde Staten voor het geven van concerten. De Engelse bladen, die al eerder Kaart's levensverhaal hadden onthuld en speciaal hoe hij in een dronkenbui zong en door een kunstkenner ontdekt werd, waren vanochtend vol geestdrift. De Times spreekt van de gouden kwaliteit van Kaart's stem. Hij was lyrisch in de eerste en derde akte en droeg bij tot het algemene effect door het gemak waarmee hij speelde en zijn autoriteit liet gelden.

De muziekcriticus van de Daily Mail schreef dat Kaart's optreden een schitterende belofte inhoudt en voorspelt hem een zeer bijzondere opera-loopbaan. Hoewel hij nog meer ervaring nodig heeft, is Kaart één van de belangrijkste talenten, die we in lange tijd hebben ontmoet. Zijn acteren is magnifiek en de kwaliteit er van was gedurende de hele voorstelling voelbaar.

Het solisten team in de Aïda uitvoering van september 1960, Amsterdam Stadschouwburg. v.l.n.r. Gré Brouwenstijn, Theo Baylé, Hans Kaart, Arnold van Mill en Anny Delorie.

" ... naast die beide vrouwenfiguren stond Hans Kaart als Radames en men kon hem de studie-uren bij Krips aanhoren hoewel het hem volstrekt aan enige nuancering ontbreekt. Wat niet wegneemt dat hij een aantal zeer mooie tonen bezit en een indrukwekkend volume; blijft een zeer grote afstand voor Kaart af te leggen aleer hij zich een gecultiveerd zanger kan noemen ... "

Telegraaf, 17 september 1960, H.J.M. Muller

" ...Hans Kaart liet de enkele mooie tonen, waarover hij beschikt, krachtig door de zaal schallen, maar wij hopen van harte, dat hij ook nog eens zachter leert zingen ... "

Nieuwe Haagsche Courant, 21 september 1960

" ... Hans Kaart, wederom op het opera-toneel te horen, was een verrassing; zijn stem is groot en heeft natuurlijke vocale eigenschappen. Hij heeft er nu echter een aanmerkelijk grotere ervaring bij gekregen en alzo kon hij de Egyptische veldheer Radames weergeven in de vurigheid van zijn spel, maar zéér dikwijls ook met de kracht van zijn vocale kunst. Met hem hebben we een uitgesproken Nederlandse tenor op de planken, die het publiek gemakkelijk tot geestdrift stemt ... "

Utrechts Nieuwsblad, september 1960

" .... Hans Kaart heeft op het gebied van de zangtechniek nog steeds het nodige te leren, maar de momenten waarop hij instaat was zijn krachtige tenor stralend te laten zingen, getuigden van zijn aanzienlijke vorderingen, die hij sedert zijn debuut bij de Nederlandse Opera gemaakt heeft ... "

Binnenhof, Den Haag, 21 september 1960

Hans Kaart en Gré Brouwenstijn, Aïda 1960

 

Nogmaals Hans Kaart en Gré Brouwenstijn in Aïda

" ... Hans Kaart is Radames. Goliath moet bij hem vergeleken een slank knaapje zijn geweest. Vermoedelijk zou diens gevreesde stem ook zijn weggeblazen door Hans Kaart. Hiji heeft de stem van een trompet, die recht door het dichtste klankgewoel stoot als een lans. Die stem is rijker geworden sinds ik hem voor het laatst hoorde. Kaart zingt nu ook gemeenlijk niet meer vals. Voor het overige is hij alleen op dreef, wanneer hij op kracht kan zingen, maar dan is hij ook geweldig. Hij heeft uiteraard aanmerkelijk meer acteurskwaliteiten dan de gemiddelde operazanger, wat prettig is. Men kan niet zeggen, dat hij fysiek en psychisch een stralende jonge veldheer is, om wie twee vrouwen elkaar kunnen verdringen, maar hij heeft wel dat iets in zijn stem, waarin een zaal verdrinkt ... "

De Tijd-Maasbode, Amsterdam 17 september 1969

" ... en tot slot Hans Kaart als de veldheer Radames. Van deze populaire acteur-zanger is zoveel kwaads verteld dat wij ons geroepen voelen zijn goede eigenschappen in het licht te stellen. Zijn stemmiddelen zijn formidabel en culmineren in de machtige hoge tonen, waarmee hij boven het kopergeweld van het orkest plus voltallig koor en medesolisten uitstraalt als een klaroen. Bovendien is zijn voorheen gebrekkige zangcultuur hard vooruit gegaan. Zijn spel was uiteraard goed hoewel niet vrij van de Orson Welles-neiging om alles en iedereen weg te vagen. Waarschijnlijk geschiedt dit onbewust en is het slechts een gevolg van zijn uiterlijke verschijning. De natuur heeft hem nu eenmaal het figuur geschonken van een zwaargewicht-worstelaar hetgeen nog benadrukt werd door de kostuumkeuze in het tweede bedrijf (ontbloot bovenlijf!).

Intussen is hij de enige echte heldentenor die Nederland sinds Jacques Urlus heeft voortgebracht en er bestaat geen twijfel aan dat hij gisteren de held van de avond was ... "

Delftse Courant, 21 september 1960, F.L.

Biografie

Artikelen, o.a. in Haagsche Post, 1960 & foto's