Bertus Sondaar
"...Voor Bertus Sondaar is zingen geen metier, maar heel duidelijk een levensbehoefte. Hij zingt met een volkomen overgave en misschien is zijn intens doorleefde voordracht het meest karakteristiek voor de zanger, die bovendien begiftigd is met een gevoelige sympathiek klinkende [lichte] baritonstem. [...] In stemtechnisch opzicht kan men zeker wat aanmerken op de zangkunst van Bertus Sondaar. Maar zijn muzikale verbeelding en zijn inlevingsvermogen in de psyche van een lied zijn zeer sterk ontwikkeld. Daarom boeit hij, daarom ontroert hij ons ook."
Henri Th. Timmermans, 1957
Bariton-beeldhouwer Lambertus Hendrik (Bertus) Sondaar werd geboren op 2 oktober 1904 in Amsterdam. Bertus was de jongste in een gezin met twee meisjes en vijf jongens. Muziek speelde een belangrijke rol in huize Sondaar. Zijn moeder had een mooie sopraanstem, zijn vader een welluidende bariton en twee van broers speelden viool. De muzikale uitblinkers van de familie waren de twee jongste kinderen, Bertus en zijn zusje Cornelia, die met 'hemelse stemmetjes' duetjes zongen. Op de zondagavonden werd er gezamenlijk gemusiceerd, een familietraditie die lang stand hield. Al op jonge leeftijd kreeg Bertus onderricht in de zangkunst en bracht hij liederen ten gehore op de zondagavonden in de familiekring. Hij zong ook enige tijd in een koor, wat hem overigens niet beviel.
Maar de zangkunst zou niet zijn hoofdprofessie worden, dat werd de beeldhouwkunst. Daartoe volgde hij een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus Amsterdam. Na zijn opleiding ging Sondaar naar de Rijksacademie van beeldende kunsten, waar hij studeerde onder Jan Bronner. Hij verliet de opleiding in 1930, trouwde in dat jaar met zijn klasgenote Antonia (Ton) Dobbelmann en trok met haar naar Parijs. Daar kreeg hij les in het beeldhouwen van portretten van de Franse beeldhouwer Charles Despiau. Sondaar en zijn vrouw vestigden zich aanvankelijk in het Franse buitenhuis van Bronner en woonden van 1932 tot 1937 in een landelijk huis in Gif sur Yvette, iets verderop in het dal van de Chevreuse.
In 1937 vertrok Sondaar met zijn gezin naar Loenen aan de Vecht, waar zij zich vestigen in hun nieuwe huis 'Oud-Over', gelegen aan de rivier de Vecht. Zijn Franse huis hield hij aan. De familie Sondaar keerde er elke zomer terug. Sondaar maakte vooral menselijke figuren, onder anderen van koningin Juliana, Louis Couperus en Eduard Verkade. Zijn werk valt onder de modern-classicistische stijl.
Tijdens de oorlog vonden verscheidene onderduikers een veilig onderkomen in het huis 'Oud-Over' aan de oevers van de Vecht. De meest bekende van hen was de zangeres Julia Culp. Sondaar had met haar kennis gemaakt na een lezing in het Amsterdamse Concertgebouw, die zij op 17 november 1939 gaf met als titel "De interpretatie van het lied'. Toen Julia Culp ook in Nederland zich tijdelijk moest schuilhouden voor de nazi's was zij voor langere tijd te gast op 'Oud-Over'.
Zingen was voor Bertus Sondaar een levensbehoefte, die op de duur een meer professionele wending ging nemen. Terug in Nederland had hij zanglessen genomen bij Max Kloos. Zijn stem, een lichte bariton, raakte dermate ontwikkeld dat hij eerst in besloten kring, maar vervolgens ook in het openbaar ging optreden. In 1940 debuteerde Sondaar op een kamermuziekconcert in het Museum Boymans in Rotterdam met en liederenrecital, op de piano begeleid door Iskar Aribo (pseudoniem voor de Nederlandse pianist en dirigent Isaac Cohen, 1908-199?). De dagelijkse omgang met Julia Culp droeg er mede toe bij dat Sondaar zich in die oorlogsjaren nog intensiever aan de zangkunst wijdde. Op haar advies nam hij ook enige tijd lessen bij Pierre Bernac (1899-1979) in Parijs.
Op 7 mei 1957 verzorgden Bertus Sondaar en zijn vriend en vaste begeleider, de pianist Luctor Ponse (1914-1998), een liederenrecital in het Haagse 'Diligentia'. De recensent A. Hager schreef er destijds dit over: "...artistiek begaafdheid, muzikaliteit, veelzeggende voordracht en zuiver dictie, ziedaar de wezens-kenmerken van het recital door de bariton Bertus Sondaar. Deze naam is in de kunstwereld geen onbekende, want hij bezit als beeldhouwer een gevestigde reputatie. [...] Men kan derhalve Bertus Sondaar geen zanger van professie noemen, doch evenmin een amateur of dilettant, omdat hij een openbaar concert geeft. Bovendien zal Sondaar zelf nuchter genoeg zijn om te erkennen dat bij hem de jaren (Sondaar was inmiddels 54 jaar, J.L.) van het vocale hoogtepunt gepasseerd zijn. Een recital dus omdat hij een minnaar is van de zangkunst, waarbij we onmiddellijk aantekenen dat zijn vocaliteit niet van kwaliteiten ontbloot is. [...] Afgezien van de vocale tekortkomingen moet men toch een zuiver voelend kunstenaarschap erkennen en bijvoorbeeld een lied als 'Ein Jüngling liebt ein Mädchen' (uit de cyclus 'Dichterliebe' van Robert Schumann, J.L.) wist hij op de juiste waarde te schatten.[...] Luctor Ponse aan de vleugel was niet alleen een volgzame begeleider doch tevens, en in dit verband zeer belangrijk, een inspirerende en stimulerende de kracht".
Meerdere concerten volgden en hij zong ook voor de radio, o.a. voor de AVRO, KRO en NCRV. Begeleiders bij deze concerten waren George van Renesse (1909-1994) en Jan Hisschemöller. Ondanks deze successen op vocaal gebied, zal Sondaar toch vooral als beeldhouwende kunstenaar herinnerd worden.
Bertus Sondaar is 4 december 1984 in Utrecht op 80-jarige leeftijd overleden.
Bertus Sondaar, Schubert: 'Alinde_D904' , piano George van Renesse, opname 1959/60
Bronvermelding: 'Een portret van Sondaar', Jan Teeuwisse, Impress, Utrecht 1984; Lout H. Sondaar