Joseph Schmidt
De Roemeense tenor Joseph Schmidt leek een muzikaal Zondagskind te zijn, voorbestemd tot een succesvolle en glorieuze carrière. Zoon van Joodse ouders - Sara en Wolf Schmidt - was hij geboren op 4 Maart, 1904, in het plaatsje Davidende als hun derde kind. Hij had twee zusters, Regina and Betty. Vier en twee jaar oud op dat moment. Davidende, nu Davideni geheten, is een dorpje in Boekinova, Roemenië. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog verhuisde de familie naar de stad Czernowitz, waar hij naar het plaatselijke gymnasium ging, een opleiding die hij zonder problemen volgde en waarbij hij een opmerkelijke aanleg voor talen toonde. Hij leerde daar een vierde taal, Frans. Thuis spraken zij Roemeens, op school Duits en omdat zij Joden waren, leerde hij tevens Hebreeuws. Zuiver voor zijn plezier zong hij in het koor van de plaatselijke synagoge en pas toen hij zo'n jaar of twintig was, werd het duidelijk dat zijn toekomst in de muziek lag.
Op dat moment had zijn stem zich ontwikkeld tot een lyrische tenor van een dusdanige kwaliteit, dat hij frequent gevraagd werd als solist bij verscheidene koren in Czernowitz en omgeving. In 1924 gaf hij een solo avond met volksliedjes, Joodse liederen en opera aria's van Puccini, Verdi, Leoncavallo, Bizet en Rossini. De avond was zo'n groot succes, dat de toen 21-jarige Joseph Schmidt besloot om naar Berlijn te gaan om daar via studie zijn stem verder te ontwikkelen. In Berlijn werd hij onder de hoede genomen van zijn oom Leo Engel, die nauw betrokken raakte bij de muzikale carrière van zijn neef en later zelfs als zijn impresario optrad.
Muzikaal gezien, ging het Joseph Schmidt goed in Berlijn. Hij trok al spoedig de aandacht van zangleraar Hermann Weissenborn, op wiens voorspraak hij aangenomen werd als leerling op het Staats Conservatorium van Berlijn. Het enige, dat zijn weg naar de top tijdelijk onderbrak, was de militaire dienstplicht. Hij diende in de Boekinva en tot zijn geluk werd hij bij de militaire kapel geplaatst. Hij moest de grote trom bespelen. Dat moet een grappig contrast - gezien zijn postuur - gegeven hebben. Maar hij werd ook gevraagd om voor de officieren te zingen. Na zijn dienstijd werd hij gedurende enige tijd cantor bij de synagoge van Czerno, maar in 1929 keerde hij terug naar Berlijn, vastbesloten om vanaf dit moment daar een professionele zangloopbaan te beginnen.
Joseph Schmidt bezat een groot minpunt om een grote loopbaan als tenor op het toneel te verkrijgen: zijn lengte. Een zanger met een lengte van slechts 1 meter vijftig zou slechts een beperkt aantal rollen op het toneel kunnen vervullen en zeker geen rollen waarbij hij vanwege zijn stemtype juist geschikt voor was. In sommige scènes zou het mogelijk zijn lengte te camoufleren, maar bij liefdesduetten zouden de meeste sopranen met kop en schouders boven hem uitsteken. De Vlaamse pianist en begeleider van Joseph Schmidt, Leonce Gras (lengte 1.58m) vertelde dat Joseph Schmidt zelfs zo'n 10 cm korter was dan hijzelf. Dus, zelfs een lengte van 1.50m was hem niet gegund.
Concert in Antwerpen, juni 1933. Aan de piano Leonce Gras, cello Snellaert.
Opera
Hoe dan ook kreeg Joseph Schmidt al spoedig bekendheid als een opera tenor. De tijd was in zijn voordeel. De twintiger jaren zagen de opkomst van de radio en vooral in de begindagen van dit medium bleven de mensen er voor thuis om er urenlang naar te luisteren. Ondernemende radio producers maakten hier gretig gebruik van. Eén van hen was de internationaal bekende Nederlandse bariton Cornelis Bronsgeest, die al gedurende een jaar of vijf leider was van de opera-afdeling van Radio Berlijn.
Bronsgeest zag onmiddellijk de mogelijkheden van Joseph Schmidt in: een tenor met een unieke stem, met een innemend timbre en een natuurlijke charme, die precies beantwoordde aan wat het publiek door de radio horen wilde. Maar ook zag hij in, dat de zanger nooit een grote carrière op het toneel zou hebben. Zijn stem was hier ook qua volume te klein voor. Een huwelijk tussen zo'n zanger en een microfoon moest wel een succes worden en Bronsgeest kreeg gelijk. De eerste radio uitvoering op 29 maart, 1929, met Schmidt als Vasco da Gama in Meyerbeer's opera L'Africaine 2), enorm populair die tijd, werd een groot succes. En de volgende uitvoering leidde tot nog groter enthousiasme. Hij trad op in opera's als 'Die verkaufte Braut' (Friedrich Smetana) als Hans en 'Martha' (Friedrich von Flotow) als Lionel.
Gedurende de volgende jaren - tot en met 1933 - zong Joseph Schmidt in niet minder dan 37 opera uitvoeringen voor de Berlijnse radio, in werken van componisten zoals Adam ( Le Postillon de Lonjumeau), Auber (La Muette de Portici) , Berlioz (Benvenutto Cellini), Charpentier (Louise), Meyerbeer (Dinorah, Le Prophète), Mozart (Idomeneo, Die Zauberflöte), Offenbach ( Hoffmann's Vertellingen), Rossini (De barbier van Sevilla, Willem Tell, Semiramide) en Verdi (Rigoletto, La Traviata., Il Trovatore, Un Ballo in Maschera, Don Carlos en I Vespri Siciliani). Maar desondanks trad Joseph Schmidt toch ook eenmaal op het operatoneel op, in 1939 kreeg hij de mogelijkheid op te treden als Rodolfo in Puccini's La Bohème bij het Munt Theater in Brussel. De uitvoering op 19 januari, 1939, was een succes, ondanks dat de grootte van het operatoneel zijn fysiek juist scheen te accentueren. Uitvoeringen in verscheiden andere steden volgden kort hierna. Zo trad hij in deze productie op bij de opera's van Antwerpen, Gent en Luik, maar ook in een tournee in Kortrijk, Oostende, Brugge en Verviers. In Nederland in Dordrecht, Utrecht en in het 'Princesse theater' in Den Haag. Hierna werd Joseph Schmidt voor een tweede rol gevraagd door het Munt Theater en wel in de rol van Eleazar in La Juive van Jacques Halévy. Maar het bleef bij plannen. Op 10 mei, 1940 trokken de Duitse troepen België binnen.
Cinema
Het is duidelijk, dat een tenor met een populariteit als Joseph Schmidt door zijn fans gezien wilde worden. Behalve de incidentele theateroptredens, bestond er die tijd - lang voordat televisie zijn intrede zou maken - slechts twee manieren om dit te realiseren: de concertzaal en de bioscoop. Joseph Schmidt trad in beiden op, maar het was vooral door de bioscoopfilm, dat hij een publiekslieveling werd en een veel groter publiek bereikte, dan hij ooit als een operazanger had kunnen bereiken. Schmidt speelde zijn eerste kleine rol in 1931, in Robert Wiene's 'Der Liebesexpress', maar al snel hierna werden er plannen gemaakt om films speciaal voor en met hem te maken. De eerste van dezen was Richard Oswald's 'Ein Lied geht um die Welt', over een getalenteerde zanger, ongeschikt om een carrière te maken vanwege zijn kleine postuur, maar die door toedoen van radio optredens een grote populariteit verkreeg. Ondanks het feit dat de film zijn première zag in 1933, nadat Hitler de macht al had overgenomen, werd deze film, geregisseerd door een Jood en gespeeld door een Jood zeer goed in Duitsland ontvangen. Andere landen volgden en wel met zo'n succes dat in 1937, Richard Oswald en Joseph Schmidt besloten een nieuwe Engelse versie te maken, getiteld 'My Song Goes Round The World'.
Intussen volgden andere films: 'Wenn du jung bist, gehört dir die Welt' (1934), 'Ein Stern fallt vom Himmel' (1934) en 'Heut' ist der schönste Tag in meinem Leben' (1936). Tevens werd er van 'Ein Stern fällt vom Himmel' een Engelse versie gemaakt (A Star Fell From Heaven) en van het feit dat Joseph Schmidt in zijn laatste film, 'Heut' ist der schönste Tag in meinem Leben' ook nog een dubbelrol vervulde, mogen wij concluderen dat hij behalve een excellent zanger ook nog een goed acteur was. Toen, na Duitsland, ook Oostenrijk onder Nazi regiem was gekomen, kwam aan zijn Europese filmcarrière een eind en helaas werden plannen voor een film in Amerika nooit gerealiseerd.
Liliane Dietz en Joseph Schmidt in de film 'When du jung bist, gehört die Welt'.
Hij maakte verscheidene tournees en trad op in de meeste belangrijke concertzalen, zoals in Londen, Wenen, Boedapest, Cuba en Mexico City en meerdere malen in de Verenigde Staten. Hij keerde in 1937 nog voor korte tijd terug naar Berlijn, maar moest daar snel vluchten. Gedurende de laatste jaren van zijn leven, trad Joseph Schmidt nog vrijwel uitsluitend op in België, Frankrijk en in Nederland, waar hij talrijke concerten gaf. In Nederland was hij erg populair. Het lied - in het Nederlands gezongen - 'Ik houd van Holland' is daar een duidelijk bewijs van. Zijn stem, hoewel klein van volume, had een groot bereik, was zeer genuanceerd met een opmerkelijk timbre. De talrijke plaat opnames zijn een bewijs voor deze kwaliteiten. Zijn pogingen om naar Amerika te vluchten mislukten en na vele omzwervingen, o.a. door Frankrijk, kwam de eens zo populaire zanger in een Zwitsers vluchtelingen kamp Girenbad nabij Zürich terecht, waar hij op 16 november, 1942 overleed.
1) Andere bronnen vermelden 1.54m
2) Op Odeon record OPXH 1002 staat Mozart's Idomeneo (1928) als debuut vermeld: Kutsch/ Riemens
Joseph Schmidt -Una furtiva lagrima
Joseph Schmidt zingt -Live in Holland