ENRICO CARUSO

Caruso
Patrick Spriet

PDF Download: €9.99

CARUSO (2013) – een opera-roman van Patrick SPRIET

CoverZomer 1910. De beroemde operatenor Enrico Caruso en zijn boezemvriend Pasquale Amato geven op dezelfde avond een uniek dubbelrecital aan de Belgische kust. Beide heren lijken op een routineus succes af te stevenen, al worden hun zekerheden door de lokale entourage snel ondermijnd. Schilders als Leon Spilliaert en Jef Vande Fackere dringen zich op, een mysterieuze dame brengt het hoofd van Amato op hol en een liefje van Caruso duikt onverwacht op. Maar welk geheim verbindt de tenor met het iconische liedje 'Torna a Surriento'? 'Caruso' balanceert op de grens tussen fictie en werkelijkheid en brengt het mondaine Oostende en Blankenberge uit de late Belle Epoque tot leven.

Enrico-Caruso-as-Radames-in-VictrolaOf Enrico Caruso (1873-1921) nu al dan niet de grootste/beste zanger van de 20ste eeuw was, is wellicht een loze discussie. Het blijft moeilijk om zangers uit verschillende tijdperken met elkaar te vergelijken en niet subjectief te worden. Wel staat vast dat Caruso een pionier was van de grammofoonplaat en met zijn opnamen vanaf 1903 een immens succes boekte dat tijdens zijn carrière niet overtroffen werd. Voeg daarbij zijn glamoureuze levensstijl en zijn perikelen met vrouwen en de eerste popster is een feit. Dank zij de plaat overleefde zijn roem tot diep in de 20ste eeuw en het is veelbetekenend dat al zijn opnamen nog altijd op cd te verkrijgen zijn. Over deze mythische figuur verschenen niet alleen tal van biografieën, maar zowaar ook enkele romans. Kennelijk spraken zijn status en zijn leven zo tot de verbeelding dat schrijvers niet aan de verleiding konden weerstaan hem als een personage in een verzonnen intrige op te voeren. Deze intriges hadden echter met elkaar gemeen dat ze vertrokken van herkenbare feiten en locaties uit het leven van de tenor, zodat fictie en werkelijkheid door elkaar liepen. Dat is met 'Caruso' van Patrick Spriet niet anders.

Enrico-Caruso-gramophonePer toeval geraakte Spriet een tiental jaren geleden in de ban van Caruso tijdens een vakantie in Sorrento, een idyllische plek ten zuiden van Napels. Een plaquette aan de muur van een vermaard hotel onthulde dat de tenor daar de laatste dagen van zijn leven had doorgebracht. Die korte boodschap intrigeerde Spriet zodanig dat hij wilde uitzoeken waarom Caruso precies naar Sorrento kwam. Daar bleef het echter niet bij. Het was het begin van een ware zoektocht - een passie zelfs - naar alle facetten van Caruso's leven en carrière. In de loop der jaren rijpte de idee om het materiaal in een boek te verwerken.

Bij het schrijven legde de auteur zich meteen een paar beperkingen op, zowel in tijd als ruimte: de intrige moest twee locaties en twee periodes met elkaar verbinden: de Belgische kust en Sorrento. Tussen 1905 en 1910 was Caruso immers geregeld te gast in het Casino-Kursaal van Oostende, toch een opmerkelijk gegeven binnen zijn carrière dat in de biografieën nauwelijks aan bod kwam. Eenmaal (in 1910) zong hij ook in Blankenberge, die andere badstad aan de Belgische kust. Dat nam Spriet als uitgangspunt voor zijn boek. Het zijn niet toevallig ook plekken die in het leven van de auteur een rol hebben gespeeld en zijn belangstelling verklaren. Wat Sorrento betrof: daar moest alles eindigen zoals ook Caruso's leven daar ten einde liep en Spriets queeste was begonnen.

Enrico-Caruso-singingEr was echter nog een thema dat hij absoluut in de intrige wilde verweven: de geschiedenis vanTorna a Surriento, een lied met een bijzondere betekenis voor de auteur en nog altijd een icoon van het toerisme in Sorrento. Ook in Caruso's tijd was het al een hit. In zijn memoires schreef Beniamino Gigli dat Torna in 1910 het wijsje was dat de harten van alle meisjes beroerde... Ja, uitgerekend in 1910. Interessant was bovendien dat Caruso een curieuze verhouding met Torna had. Hoewel iedereen denkt dat hij dat liedje op de plaat heeft gezongen en er succes mee had, is de waarheid dat hij Torna nooit heeft opgenomen. Sterker nog, rond deze omissie werd door verschillende Carusianen een legende gebrouwd. Spriet kon niet aan de verleiding weerstaan dit alles in zijn boek te verwerken.

Terwijl het verblijf van Caruso in Sorrento goed gedocumenteerd is via de biografieën, is dat zeker niet het geval voor zijn verblijf aan de Belgische kust. Het schaarse feitenmateriaal diende bijeengesprokkeld via de kranten uit die tijd. Maar zelfs met die gegevens, die zich tot de optredens beperkten, kon je de periode niet behoorlijk reconstrueren. Wat deed Caruso in Oostende en Blankenberge wanneer hij niet op het podium stond? Dat weten we niet precies. Daarom moest Spriet zijn verbeelding aanspreken en was de romanvorm de enige uitweg. De combinatie van fictie en werkelijkheid vraagt misschien een inspanning van de lezer, maar betekende ook een uitdaging voor de auteur. Op geen enkel moment mocht de verzonnen intrige een obstructie worden voor de biografische werkelijkheid. Alles moest, binnen de gegevens waarover Spriet beschikte, verzoenbaar zijn met de feiten uit het leven van de diverse personages. In die zin is in 'Caruso' de fictie aan het echte leven ondergeschikt.

Een kort fragment:

Enrico-Caruso-with-family'In Blankenberge is het precies dertig minuten over acht wanneer Jules Goetinck onder luid applaus het halfrond betreedt, op de sokkel van het podium plaats neemt en zich tot het orkest richt. Vanuit de zaal lijkt zijn spannende rok met de losse panden op de twee dekschilden van een kever, de ultieme bescherming voor de enige man die met zijn rug naar het publiek gekeerd, duizenden mensen moet trotseren. Als opwarmer speelt het orkest een passage uit Seila, een symfonisch werkstuk van de dirigent zelf. Het is tegelijk het ideale en het slechtst denkbare moment om zijn creatie te laten horen. Ideaal omdat het nooit meer voor zoveel toehoorders kan worden gespeeld, slecht omdat niemand op het stuk zit te wachten. Het is slechts sierlijke tijdvulling. Iedereen weet dat en Goetinck beseft het ook.

Het verblijf aan de Belgische kust bezorgt Caruso zowel ontspanning als een lucratief intermezzo tussen zijn operaseizoenen. De recitals worden goed betaald en er staat weinig druk tegenover. Een paar lievelingsaria's en de klus is geklaard. Hij ziet op tegen zijn slopende herfsttournee in Duitsland en tegen het operaseizoen in New York en al beseft hij de noodzaak, hij verafschuwt de idee de nieuwe rol te moeten creëren die Puccini voor hem bedacht heeft. Eigenlijk zou hij er genoegen mee nemen dat zijn muzikale leven er uitzag zoals in Oostende en Blankenberge.

wenen2-015

In zijn loge maakt Caruso een ontspannen indruk, al is bij hem alles relatief. Een zanger die niet zenuwachtig is voor zijn optreden, is een slechte zanger of een gek, verzekert hij. De aanpak van Goetinck heeft hem niettemin wat gerustgesteld en nu Else in de buurt is, voelt hij zich niet meer zo eenzaam. Zelfs de druk in zijn hoofd is verdwenen. Hij voelt zich lichtjes euforisch en hij heeft casinodirecteur Elleboudt de opdracht gegeven Else in haar hotelkamer een ruiker rode rozen te bezorgen. Else is ontroerd door het gebaar ofschoon ze beseft dat een man met bloemen spreekt als zijn intenties te kort schieten'.


Patrick Spriet (Brugge 1954) schreef jarenlang bijdragen over de wereld van de opera voor het Nederlandse muziekblad LUISTER. Caruso is zijn romandebuut. Eerder werd zijn bekroonde biografie over de Belgische surrealistische kunstenares Rachel Baes (Een tragische minnares)verfilmd voor de Canvas-reeks Histories.