Desiré Pauwels
"... maar anders was Pauwels een uitmuntend zanger, die met zijn krachtig tenorgeluid, eenigszins neigend naar den Franschen fort-ténor, en zijn ridderlijke gestalte een prachtigen Tannhäuser en Rienzi, en ook een uitmuntende Raoul (Huguenots) te genieten gaf ... "
Anton Averkamp, 1928
De heldentenor Désiré Pauwels werd geboren op 22 mei 1861 te Gent. Daar volgde hij aan het conservatorium in de jaren 1887-1889 ook zijn muzikale opleiding, onder E. de Vos en Ch. Mirij. Eveneens in Gent behaalde hij in 1881 bij een zangwedstrijd met 30 mededingers de eerste prijs, een gouden medaille. Na gedurende enige tijd als solist bij de Koninklijke Liedertafel "Les Melomanes" gezongen te hebben, werd hij in 1887 verbonden aan het Hollandsch Opera-Gezelschap van Johannes George de Groot te Amsterdam. Zijn debuut maakte hij op 3 september 1887 als Manrico in Verdi's Il Trovatore. Jos Orelio zong graaf Luna, Leonora werd gezongen door Martha van Ophemert-Schwenke en Azucena werd vertolkt door Louise Culp-Kiehl. Dit Hollansch Opera-Gezelschap ging in 1891 verder onder de naam van Nederlansche Opera. Tot en met seizoen 1893/94 onder de banier van De Groot, daarna onder leiding van Cornelis van der Linden.
In dit gezelschap werd hij samen met Jos Orelio, Frits van Duinen en Cato Sewing een der meest gewaarde en succesvolste zanger. Hij zong in de Nederlandse premières van Lohengrin, Tannhauser, Rienzi, Der Evangelimann van Kienzl en in Pagliacci. De Nederlandsche Opera ging ter ziele na het seizoen 1902/03. Pauwels richtte daarna samen met o.a. Orelio de Vereeniging De Nieuwe Nederlandsche Opera op. Maar dit gezelschap was geen lang leven beschoren en na seizoen 1903/04 ging voor hen het doek dicht. Hierna zong Pauwels in 1904/ 1905 bij het Theatre de la Haye te Den Haag. Hij trad ook als gast op in Berlijn, Boedapest, Genève, Antwerpen (1899-1990) en in een reeks voorstellingen van het Theater Royal de la Monnaie (De Munt) te Brussel.
Een zeldzaam gelukkig debuut, dat van deze jongedame, in de rol van Carmen. (N.V. De Ned. Opera en Operette Rembrandt-theater). De groote zekerheid, waarmede zij, die voor het eerst de planken betrad, deze uiterst veel-eischende partij prachtig speelde en kranig zong, was gewoon-weg verbluffend. Een leerlinge, die haar zangmeester, den heer Arnold Spoer, alle eer aandoet en ook haar hoofdregisseur, den heer Louis Robert, onder wiens leiding zij het speelgedeelte der rol instudeerde! Mej. De Brey beschikt over schitterend stemmateriaal, veel temperament en grooten dramatischen aanleg. In den heer Pauwels vond zij een alleszins waardigen partner; zijn voortreffelijke actie en frissche zang maakten dat zijne Don José-vertolking warm werd toegejuicht.
Prins, 1908, B.
photo Koene & Büttinghausen
photo Ad. Zimmermans, The Hague
Pauwels samen met zijn vrouw Sophie Pauwels-van Biene
Pauwels werd in 1908 direkteur van N.V. Nederlandsche Opera en Operette van het Rembrandt-theater te Amsterdam, waar hij tevens nog als heldentenor optrad. In 1909 engageerde hij een andere Belgische tenor Louis Morrison, die hier zijn debuut maakte op 1 october als Manrico in Verdi's Il Trovatore. Azucena werd gezongen door de eveneens Belgische mezzosopraan Irma Lozin. Pauwels bezat een mooie, goed getrainde stem en blonk vooral uit in het dramatische repertoire. Hij leidde dit gezelschap tot en met seizoen 1918/19. Nadien probeerde hij het nog een keer met de Nederlandsche Opera in 1927 met een voorstelling van Faust in de Jansschouwburg te Haarlem. Maar ook dat gezelschap was geen lang leven beschoren. Het was zijn laatste optreden op de Bühne. Hij was daarna vooral werkzaam als zangleraar. Pauwels ontving verscheidene onderscheidingen, was gehuwd met de bekende toneelspeelster Sophie Pauwels-van Biene, overleden in 1907. Hij had een zoon François Pauwels die een bekend advocaat en procureur werd. Maar ook was hij een succesvolle schrijver en dichter. Pauwels was echter meer schrijver van romans en dichter dan advocaat. Veel van zijn cliënten zijn door hem als romanfiguren vereeuwigd in zijn boeken. Naast gedichten en romans schreef hij ook liedteksten.
Désiré Pauwels overleed op 25 januari 1942 te Amsterdam. Hij maakte slechts enkele, zeer zeldzame opnames, o.a. een Berliner in 1902 en een voor het label Lyrophone aan het einde van zijun carrière.
Desiré Pauwels in een kort fragment, uitgezonden in VPRO's Urubicha: " Arioso ". Een aflevering uitgezonden op woensdag 20 april 2005, met het laatste interview met Hans Kerkhoff, samenstelling Edward de Groot