Ria Focke
Roos Boelsma, geb.1909
Ria Focke werd in 1910 geboren te Rotterdam. Zij heeft haar zangopleiding bij Rose Schönberg en Cornélie van Zanten aan het Amsterdamsche Conservatorium gevolgd. Zij begon haar zangcarrière als concertzangeres en werkte meermalen mee aan concerten onder dirigenten als Willem Mengelberg, Heinz Tietjen en Frans von Hoeslin. Op zondag 21 mei 1939 zong zij onder Van Beinum tijdens een AVRO concert in het Concertgebouw een lied uit Des Knaben Wunderhorn en twee Rückert Lieder. Theo Olof en Herman Krebbers speelden tijdens dat concert-matinée het dubbelconcert van Bach, BWV 1043. Op 20 maart 1941 zong zij in het Concertgebouw onder Hoessslin de wereldpremière van Hoesslin's Die Heimat en eveneens van Hoeslinn Drei romanische Sonette, eerste uitvoering. Onder de leiding van Carl Schuricht heeft zij ook te Utrecht en in het Kurhaus van Scheveningen concertuitvoeringen gegeven van het 3e bedrijf van Siegfried, waarin zij de partij van Erda zong.
Zij werkte ook mee aan enkele opera uitvoeringen in Amsterdam onder auspiciën van de Wagnervereeniging. Op 16 en 18 juni 1938 - haar operadebuut - onder Erich Kleiber in Siegfried, zij zong Erda, Siegfried was Max Lorenz, Brünnhilde (Marta Fuchs), Willem van Sante (Fafner). Op 8 en 10 juni 1939 zong zij, nu onder Tietjen in Die Walküre als Grimgerde, Siegmund (Franz Völker), Brünnhilde (Marta Fuchs), Wotan (Jaro Prohaska), Rossweisse (Maartje Offers). Voor de Wagnervereeniging zong zij op 8 september 1938 in Le donne curiose van ErmannoWolf-Ferrari onder Johannes den Hertog en bij de Nederlandsche Operastichting op 11 december 1939 als 3e dame (afwisselend met Ans Stroink) in Die Zauberflöte, eveneens onder Den Hertog. 1e Dame Gré Brouwenstijn, 2e dame Ruth Horna.
In 1936 ging zij naar Duitsland voor enkele concerten en optredens in opera's. Dit was op voordracht van Tietjen die zo verrukt was over haar zangprestaties, dat hij haar zowel voor de Berlijnse Staatsopera als voor de Bayreuther Festspiele engageerde. Haar hoogtepunt was in de periode 1939 tot 1941 toen zij meerdere malen in uitvoeringen te Bayreuth optrad, o.a. als Erda in 'Die Walküre' en Mary in 'Der fliegende Holländer'. In 1940 vestigde zij zich in Berlijn.
Ria Focke (Ria Focke-van der Spoel) was gehuwd met de pianist Fré Focke, na de Tweede Wereldoorlog is zij niet meer opgetreden. Ria Focke maakte geen officiële plaatopnames, maar er bestaat een opname van Der fliegende Holländer, een uitvoering in Bayreuth voor het label EJS, waarin zij in hoogtepunten uit deze opera de rol van Mary zingt. Abusievelijk wordt op de plaat de naam van Margarete Klose in deze rol genoemd.