Jan Steinmetz (1890-1973)
De eerste schreeuw van Heldentenor Jan Steinmetz klonk op 3 september 1890, bij zijn geboorte te Amsterdam. Het was de opmaat naar een even opmerkelijke als vergeten carrière, die hem via de lessen van Jacques Urlus, met wie in de voege jaren twintig regelmatig optrad, naar grote successen in de Koninklijke Vlaamse Opera voerde. Steinmetz zong de grote Wagnerrollen, Tannhäuser, Lohengrin, Siegfried en Parsifal, maar ook partijen als Herodes in Richard Strauss’ Salomé. Voor de laatste rol ontving hij van niemand minder dan de componist een bedankbrief, waar hij een levenlang trots op bleef.
Tekst: René Seghers
Interview met: Thérèse Steinmetz
Foto’s: Thérèse Steinmetz, Rudi van den Bulck
Met dank aan: Rudi van den Bulck
Jan Steinmetz zong tussen 1919 en 1925 meer dan veertig producties aan de nederlandse Oeprastichting, afwisselend in Theater Carré Amsterdam, de Groote Schouwburg Rotterdam, het Gebouw voor kunst en Wetenschappen in Den Haag, of in het Circustheater Sheveningen. In alle gevallen betrof het comprimariorollen in la traviata, Carmen, Tannhäuser, Meistersinger, enzovoorts. Zijn enige hoofdrol bij de Nederlandse Operastichting was die van Turridu in Mascagni's Cavalleria Rusticana op 8 februari 1920. De jonge Steinmetz had bij de Nederlandse Operastichting dan ook de nodige concurrentie te dulden, want de hoofdrollen werden er in hoofdzaak verdeeld door nog steeds legendarische zangers als Jacques Urlus, Jules Moes en Louis van Tulder.
De Koninklijke Opera Vlaanderen
Steinmetz hoogtijdagen beginnen als hij - wellicht halverwege de jaren twintig - naar Hamburg verkast. Grote successen haalt hij in het seizoen 1927/28 aan de Koninkijke Vlaamse Opera te Antwerpen, waar hij bij zijn debuut in 1927 glorieert als Lohengrin. Hij zong er in het seizoen 1927/28 verder Otelllo, Parsifal en Herodes in Salomé. Ook in hetseizoen 1928/29 zingt hij in Antwerpen. Zijn dochter, de bekende lichte muziekzmuze Thérèse Steinmetz in gesprek met 401DutchDivas.nl over haar vader:
‘Jan staat prachtig op enkele oude daguerreotype foto’s, hij had een goed operahoofd en een schitterende stem, een Italiaansachtige heldentenor. Ik herinner mij zijn stem echt als iets heel bijzonders. Zijn talent was echt van God gegeven, ik begreep al snel dat het echt iets unieks was. Hij had iets Pavarotti-achtigs. Zijn stem bleef hem ook trouw, want toen mijn tweede man, Gerrit de Braber hem op 83-jarige leeftijd eens vroeg of hij niet iets voor hem wilde zingen, omdat Gerrit toch graag zijn stem eens wilde horen, stemde mijn vader in. Mijn moeder nam achter de piano plaats en mijn vader zong een aria uit Giordano’s Andrea Chénier . Met een Hoge C natuurlijk, want hij was nog echt een zanger van de oude stempel, gek op hoge noten en die dan zo lang mogelijk aanhouden. Hij bleef er zo lang op hangen dat Gerrit en ik ons echt zorgen begonnen te maken. We waren daar erg door ontroerd. Enkele maanden alter was hij er niet meer.’
Pech
Dat Jan Steinmetz ondanks zijn grote carrière in vergetelheid raakte komt enerzijds door het ontbreken van opnamen van zijn stem, en anderzijds heeft hij ook pech gehad dat het uitbreken van de tweede Wereldoorlog, die voor hem op 50-jarige leeftijd kwam. De oorlogsjaren hadden eigenlijk de rentejaren van zijn stem moeten zijn. Thérèse Steinmetz:
‘Hij op een of andere manier niet veel geluk gehad in zijn carrière. Hij kon ook slecht tegen de intriges achter de schermen bij de opera. Na de oorlog heeft hij heel lang les gegeven, want hij had samen met mijn moeder een muziekschool in Amsterdam. De meeste studenten kwamen trouwens voor mijn moeder, want die gaf les in het lichtere genre en ook in pianospelen en gitaar, dat was meer populair. De geïnteresseerden voor het zware werk kwamen voor mijn vader.’
Jan Steinmetz overleed op 28 december 1973, vredig in zij stoel dommelend te Amsterdam. Hij heeft geen ziekbed gekend. Foto’s en de beperkte chronologische data die momenteel bekend zijn suggereren een fraaie, maar nog grotendeels in nevelen gehulde carrière. Het is opmerkelijk dat een Nederlandse heldentenor met rollen als Parsifal, Lohengrin en otello volstrekt in vergetelheid is geraakt. Geen theaterencyclopedie van na de oorlog vermeld ook maar zijn naam en het is dankzij speurwerk in de chronologie van de KVO dat zijn naam ons opviel. Feitelijk loste Jan Steinmetz in dit zware stemvak zijn leraar Jacques Urlus af, al had hij de pech dat die tot in de jaren dertig actief bleef.
Heeft u meer biografische data, foto’s of wellicht toch een onverhoopte opname van zijn stem, dan kunt u contact met ons opnemen op Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.