Annette de la Bije

  • ADLBPortretslide01
  • ADLBPortretslide05
  • ADLBPortretslide06
  • ADLBPortretslide02
  • ADLBPortretslide04
  • ADLBSlide1Wenen
  • Annette de la Bije 1954
  • Annette at 18
  • Blondchen 1963
  • Vienna 1957

‘Annette de la Bije's fraaie lyrische sopraan viel al direct na haar opleiding op, hetgeen culmineerde in haar eerste prijs bij het Internationale Vocalistenconcours Den Bosch. Sindsdien zingt ze niet alleen in de Europese concertzalen, maar met haar echtgenoot Jan de Man maakte ze ook enkele tournees naar het Verre Oosten. Ze zong er onder meer in Indonesië, Singapore en Bombay. ‘Hoe mooi heeft u gezongen bij de bruiloft van mijn dochter’, zei Koningin Juliana der Nederlanden tegen haar, toen De la Bije aan haar werd voorgesteld. Het publiek in de Keulse Gürzenich oordeelde bij de eerste opvoering van Brahms Requiem op 31 oktober, met De la Bije als eerste sopraan, niet anders als de Nederlandse koningin. Wij in Bergisch Gladbach kijken er daarom naar uit op 16 november aanstaande Brahms Requiem in een zo ideale vertolking te kunnen horen.’ (‘Brahms Requiem’, Kölner Stadtanzeiger, November 8, 1966)

‘Een wonderschone verrassing (de mannelijke zangers kenden we al) was Annette de la Bije als Hanne. Ze zong de partij met prachtig afgeronde tonen en een schitterend geschoolde stem, die zich onderscheidde door bezieling.’ (Onbekende Duitse krant, 1966)

‘De sopraan Annette de la Bije gaf er duidelijk blijk van dat zij het een voorrecht vond de verborgen schoonheid van Händels aria’s te openbaren. Met de aria ‘Hark, ‘t is the linnet’ – een prachtig pastoraal stuk – trof zij het publiek dermate dat het spontaan met applaus reageerde. (Over Händels Joshua, 1962)

Zingen was de lust in het leven van Annette de la Bije (geboren Annette de Graaf te Rotterdam, 1 maart 1927 – Duitsland, 17 maart, 2014). Toen op de meisjes HBS haar vader werd verteld dat zijn dochter eigenlijk een dusdanig talent had dat ze verder in de zangkunst zou moeten worden geschoold, vond papa De Graaf dat een wat voorbarig, wild idee. Volwassen mensen vonden zingende kinderen immers al snel ‘uniek’. Nu waren zowel vader als moeder De Graaf ervaren koorzangers en ze beschikten over enige ‘muzikale contacten’ in de buurt. Op een steenworp afstand woonde toevallig de beroemde alt Jo Vincent, die om een onafhankelijk oordeel werd gevraagd….

Tekst: René Seghers
Fotomateriaal: © 401DutchDivas/ Annette de la Bije
Opnamen: Archief Annette de la Bije
Interviews: © 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013 (published April 17, 2014)
Met dank aan: †Annette de la Bije, Cornelieke en Francina de Man, Jan Jaap Kassies

Annette de la Bije vertelt over haar studietijd in een exclusief interview met 401DutchDivas:

‘Het was middenin de oorlog toen ik voor kwam zingen bij Jo Vincent. Zij was verbonden aan het Haags conservatorium en nam mij onmiddellijk aan. Ze stuurde mij door naar de beroemde bas Willem Ravelli, waar ik aanvankelijk les van had. Maar ik begreep helemaal niets van wat hij me wilde vertellen. Anderen adviseerden mij daarop het eens met Jacoba Dresden-Dhont te proberen. Daar had ik wel een klik mee, maar de conservatoriumregels verboden overstappen binnen het conservatorium. Volgens mij had Ravelli niet zoveel leerlingen en dat moest een beetje worden verdeeld ofzo. Maar Dhondt trok zich daar weinig van aan. Ik zong voor bij haar thuis en ze riep tegen haar vader van om het hoekje dat ze mij wilde hebben. Nu was ze 64 en stond voor haar pensioen. Ik was zestien jaar, dus dat moet in 1943 zijn geest. Het was een lastige tijd, middenin de oorlog, de hongerwinterperiode. Ik was amper een maand bij haar toen er geen vervoer van Rotterdam naar Den Haag meer mogelijk was. Ik heb toen een tijd thuis gezeten, tot de oorlog voorbij was. Maar na de oorlog vervolgde ik de lessen. Ze was inmiddels gepensioneerd, dus ik volgde die lessen privé, bij haar thuis. Ik was 18 toen ik echt bij haar begon. Dat ging heel goed en al snel begon ik hier en daar op te treden. Mijn vader stond er echter op dat ik een diploma haalde en toen heb ik uiteindelijk staatsexamen gedaan.’  

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over de oorlog en haar studiejaren bij Willem Ravelli en Jacoba Dresden-Dhondt
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Debuut

Eind jaren veertig verloofde Annette de la Bije zich met Jan de Man, een pianist die ze kende van het Haags Conservatorium. Zij trouwden op 3 augustus 1951 en traden ook samen op. Vaak wordt verwezen naar 1953 als haar debuutjaar, maar getuige een programma uit haar eigen archief vond haar debuut plaats in 1945, op 18 jarige leeftijd. Hoe officieel dit concertje was is niet meer vast te stellen, maar het had een gedrukt programma dat vier liederen vermeld, twee ‘bergettes’, ‘Liebesgruss aus der Ferne’ (onbekende componist) en Brahms ‘Mein Mädel hat einen Rosenmund’. Daarna volgden ‘Voi che sapete’ en ‘Non so più’ uit Mozarts Le nozze di Figaro. De la Bije was toen knap 18 jaar en kennelijk net begonnen bij Dhondt.

We weten ook zeker dat ze in 1950 al op de Rotterdamse Kunstkring optrad, mogelijk al met haar verloofde Jan de Man als pianist. Zeker is dat ze samen als duo optraden op een Liedavond van de Rotterdamse Kunstkring 1951:

‘Met heel natuurlijk harmonische talenten begiftigd, geven zij individueel prestaties van niet-alledaagse kwaliteit (wat van de pianist reeds lang bekend was), maar dat hun samen musiceren ook een hecht ensemble wordt, heeft nu ook een groter publiek dan vorig seizoen kunnen ervaren.’ (‘Solistenconcert was een succes’, ongeïdentificeerd krantenknipsel)

Een recital op 28 oktober 1953 in Boymans te Rotterdam met Jan de Man als begeleider aan de piano oogstte de volgende recensie in Het Vrije Volk:

‘Annette de la Bije heeft een beweeglijke, soepel reagerende sopraanstem en een kennelijk zeer grondige scholing geeft haar als van nature de juiste middelen tot een intelligent gebruik van deze stem bij het produceren van allerlei expressieve nuanceringen […] Buiten liederen van Schubert, Wolf, Debussy en Ravel was er ook een aria, nl. die van Lia uit Debussy’s ‘L’Enfant Prodigue’, waarmee Annette de la Bije kon bewijzen, ook dramatische pijlen op haar boog te hebben’ (Het Vrije Volk 28-10-1953)

Niemand minder dan Géza Frid schreef over dit concert dat er bij De la Bije een grote vooruitgang was te bespeuren:

‘Haar gebondenheid aan de materie is praktisch onmerkbaar geworden en haar voordracht zowel uit technisch als muzikaal oogpunt vrijer. Als zij straks geheel haar ietwat intellectueel-berekende vertolkingwijze en een zeker gebrek aan spontaniteit zal hebben weggewerkt en zonder enige reserve meer vanuit de muziek dan vanuit de tekst haar liederen zal voordragen, staat haar ons inziens een internationale carrière te wachten. […] Met de vertolking van de lichte liederen van Wolf en Debussy, die zondagmiddag de hoogtepunten van het recital vormden en ook van enkele aria’s van Händel en Caldara en Pergolesi, schonk de zangeres ons een haast ongestoord genoegen.’ […] Annette de la Bije introduceerde drie liederen op oud-Engelse teksten van onze landgenoot Sas Bunge, waarvan het laatste, met zijn consequente en persoonlijke schrijfwijze de meeste indruk maakte.’

In 1953* debuteerde ze als oratoriumzangeres met koor en orkest in hoogtepunten uit Haydns Die Jahreszeiten en Die Schöpfung voor het jubilerende ‘Soli Deo Gloria’ koor in Glanerbrug, een concert dat grote indruk op haarzelf maakte en dat ze decennia later nog als een bijzondere ervaring en een hoogtepunt in haar carrière omschreef:

‘Mijn eerste optreden met koor en orkest en er was een bal na… het was een reuze feest na afloop!’

De liefde was wederzijds, getuige de recensie:

‘Van de vocale solisten in deze uitvoering moet allereerst worden genoemd mevrouw Annette de la Bije, die met haar prachtige sopraanstem en goede voordracht de aandacht trok, temeer daar dit haar eerste optreden was.’

* De la Bije’s plakboek vermeldt met pen bijgeschreven een jaartal in 1949, de recensie spreekt van een veertigjarig jubileum. De vereniging werd echter opgericht in 1893. Het concert kan echter onmogelijk in de Oorlog hebben plaatsgevonden met De la Bije, die in de recensie bovendien al wordt vermeld als getrouwd. Het moet gelet op de huwelijksdatum dus zeker na 1951 hebben plaatsgevonden en dan is het 50-jarig jubileum in de eerste helft van 1953 de meest waarschijnlijke datum.

Winnares van het eerste Internationale Vocalistenconcours ‘s Hertogenbosch

ADLB1954IVC‘Degene die de diepste ontroering schonk was de sopraan Annette de la Bije. De wijze waarop zij het ‘Incarnatus est’ zong, zal men niet licht vergeten, zo waarlijk schoon, zo innig als hier de voordracht, zo welluidend als de stem klonk. […] Het meest kon ons bekoren de zeer heldere, gevoelige en muzikale sopraan Annette de la Bije, die tot onze grote zangeressen kan gaan behoren. Zij zong het ‘Incarnatus est’ uit de ‘Mis in C’ van Mozart en een aria uit Madama Butterfly van Puccini.’ […] De jeugdige sopraan Annette de la Bije heeft woensdag op het Benelux solistenconcours te ‘s Hertogenbosch de eerste prijs gewonnen, wat, gezien de concurrentie uit België, een groot succes genoemd mag worden, waaruit zeker concerten in de Benelux landen zullen voortvloeien.’ (Krantenknipsels uit De la Bije’s plakboek)

Aangezien De la Bije en haar echtgenoot veel samen optraden, bespraken zij regelmatig de opties. Op zekere dag kwam Jan thuis met de aankondiging van een neiuw te houden Internationaal Vocalistenconcours te Den Bosch (toen nog Benelux Concours geheten), dat in September 1954 plaats zou vinden. De la Bije:

‘Daar heb ik vervolgens aan meegedaan en zo is het gekomen. Je kwam daar aan met een heleboel zangers. Je moest wat zingen uit lied, opera en oratorium. Als je daar doorheen kwam je een ronde verder en vervolgens stond je al in de finale. Dat is natuurlijk de belangrijkste ronde. De jury koos wat je moest zingen uit een lijst die je zelf had opgegeven met repertoire.’

De la Bije had niet verwacht dat ze zou winnen. Ze had voordien alleen lokaal op haar 18e al eens aan ‘een zangwedstrijdje’ in Den Haag deelgenomen, maar dit was haar eerste serieuze poging een doorbraak te forceren. Ze wist op dat moment nog helemaal niet waar ze als zangeres stond. Haar ‘carrière’ bestond vooral uit incidentele kerk en zondagsconcertjes in en rondom Den Haag en zelfs die optredens waren destijds zwaar bevochten. De la Bije:

‘Onontdekt talent heette het vervolgens. Dat komt nu niet meer voor natuurlijk, maar toen had mijn IVC zege een enorme impact. Daarvoor moest je bidden en smeken om bij een of andere dirigent voor te mogen zingen die daar helemaal geen zin in had en nu kwamen ze plotseling naar jou toe. ‘s Avonds toen bekend werd dat ik gewonnen had stond koordirigent Lodewijk de Vocht al bij mijn kleedkamer te wachten. Hij zat in de jury en vroeg of ik bij hem in Brussel Brahms’ Deutsches Requiem wilde komen zingen. Ik zei, ‘Nou graag!’ Hij noemde ook een enorm bedrag dat ik zou krijgen waarop ik verbluft zei: ‘Zo veel!?’ Mijn impressario, mevrouw Scheel, trok me daarna aan mijn mouw en zei dat ik voortaan mijn mond moest houden als men bedragen noemde. Ik moest vooral niet laten merken dat ik het veel vond maar doen alsof het normaal was. Dat heb ik sindsdien dan maar gedaan!’

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar IVC winst
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Carrière

ADLBKrantIn de jaren na haar IVC winst nam De la Bije’s carrière een grote vlucht. Ze zette haar privéleven qua kinderen bewust tien jaar in de wacht omdat ze zich aan haar carrière wilde wijden. Haar goed geschoolde lyrische sopraan met het kristalheldere timbre onderscheidde zich door gevoelsbetoondheid en een zekere lieftalligheid, die men ook wel aanduidde met charme. Met haar blonde krullen en zelfbewuste uitstraling was De la Bije ook een bekoorlijke bühneverschijning. Al die kwaliteiten kwamen door haar IVC winst plotseling vol in de schijnwerpers te staan. Ze trad al snel veelvuldig op in Nederland, maar ook in Antwerpen, Gent, Koblenz, Keulen, Wenen en Zwitserland werd De la Bije al snel een gewaardeerde concertzangeres. Voor de Keulse radio zong ze Cantates van Bach, in Koblenz Verdi’s Requiem en in Wenen Händels Messiah. Ze was verder veel op de Nederlandse radio te horen, vooral bij de KRO met dank aan IVC Jury voorzitter Manus Willemsen! De la Bije over Willemsen:

‘Manus Willemsen was een enorm muziekliefhebber. Hij had zelf nog een beetje gezongen en was altijd liefhebber gebleven. Zijn lust en zijn leven was het regelen van bijzondere producties voor de radio waarbij hij weer een prachtig werk opgevoerd kon krijgen met verrassende zangers. Daar genoot hij dan van. Ik kon het bijzonder goed met hem vinden en hij vroeg mij met grote regelmaat voor allerhande radioproducties van de KRO.’

Oratorium en concertsopraan

ADLB1962MattheusAdam‘De kleurenpracht van Annette de la Bije’s avondjurk distoneerde schril met het karakter van Beethovens Missa Solemnis , maar haar heldere, stralende sopraan, aanvankelijk een tikje koel nog, mengde zich tenslotte in het wonderschone, van sereniteit en Hemelse wijsheid getuigende ‘Benedictus’ met het timbre van een fluit.’ (1966, “Missa Solemnis in Stadt Solothurn’, Ongeïdentificeerd Duits tijdschriftenknipsel)

De la Bije gold ze als een typisch Nederlandse oratoriumsopraan, met de nadruk op het laatste genre, mede omdat dit destijds hoogtijdagen beleefde. De la Bije: ‘Je kon van januari tot en met December passies blijven zingen, daar kwam gewoon geen einde aan’. Vele honderden keren trad ze aldus in ons land op in passies van Bach, missen van Bruckner, 20e-eeuwse werken zoals Honeggers oratorium La danse des morts of Jacques Reulandts Cantate voor Pasen. Ze zong bij het Rehoboth Koor in Haydns Die Jahreszeiten (1960, 1975); In Het Concertgebouw in Mahlers ‘Achtste Symphonie’ (1963); bij het Toonkunst-Erato in Bruckners Requiem en in Bachs Magnificat (1968); bij het Toonkunstkoor Wageningen in het Händels Samson (1966), in Brahms Ein Deutsches Requiem en in Bach's Cantate BWV 140 (1968), Dvoraks Stabat Mater (1969), Szymanowski’s Stabat Mater (1970). Er zijn aldus maar weinig goede zangkoren in Nederland die De la Bije niet eens als soliste in oratoria, cantates of passionen hebben gehad, al was het soms nog een hele toer om de juiste keuzes te maken. De la Bije:

‘Als je eenmaal een beetje bekend was wilde iedereen je hebben, vooral voor de passies van Bach rond Pasen en Kerst enzo. Die data wilde je natuurlijk vrijhouden voor Amsterdam, Haarlem of Naarden, maar als Groningen of Friesland zich een jaar van tevoren meldden moest je iets bedenken om ze af te wimpelen zonder dat ze zich gepikeerd voelden. Dat leidde nog wel eens tot ergernissen als ze erachter kwamen dat ik helemaal niet ‘al bezet was’, zoals ik had gezegd, maar ja: het eerlijk zeggen was ook niet goed…’

 AnnettedelaBijeLogo1


J.S. Bach: Mattheus Passion: 'Blute nur du liebes Herz'
1950's, 45RPM conducted by Simon C. Jansen.

Tot haar meest geliefde werken behoorden behalve de Mattheus Passie ook Mahlers Vierde Symfonie en Mozarts Requiem. Mozart was bovendien haar favoriete componist. Onderstaande recensie van een vertolking van Mozarts ‘Exultate Jubilate’ uit 1960 spreekt boekdelen omtrent haar intense beleving van het concertrepertoire.

‘Tussen Mozarts en Schuberts onvergankelijke muziek en Roussels symfonie die soms aan barbarisme leek te grenzen, stond als een lichtende ster Annette de la Bije. Als draagster van een uitzonderlijk mooie sopraanstem heeft zij ons een onvergetelijke avond bezorgd. […] Ze heeft met haar diep doorleefde stem Mozarts motet ‘Excultate jubilate’ alle glans gegeven die erin verborgen ligt. Deze glans weerspiegelde zich op haar gelaat, in expressies van angst, vrede en jubel. Het ‘Exultate’ kwam stralend over ons, en het recitatief werd met ontroerende innigheid in opmerkelijk duidelijke dictie en articulatie vertolkt. Het zeldzaam bewogen ‘Tu verginum corona’ vond een haast extatisch slot in het beroemde ‘Alleluia’. Haar techniek heft qua coloratuur een hoge graad van perfectie en zuiverheid bereikt.’ (‘Vierde Volksconcert – Sublieme zang van Annette de la Bije’, De Telegraaf, 1960)

Muze van het lied

ADLB1957KlZaal‘In Schuberts ‘Der Hirt auf dem Felsen’ culmineerden nog meer haar grote zangkwaliteiten.’ (‘Vierde Volksconcert – Sublieme zang van Annette de la Bije’, De Telegraaf, 1960)

De la Bije gaf verhoudingsgewijs maar weinig liedrecitals. Ze deed dat vooral op speciaal verzoek van deze of gene kunstkring, maar wilde zich er niet op toeleggen:

‘Ik deed het wel graag, maar het kostte enorm veel tijd om zo’n liedrecital voor te bereiden. Tegelijkertijd waren de recensenten op dit terrein ongemeen kritisch en was er een beperkt publiek voor. Ik zong thuis wel veel liederen, met mijn man aan de piano, héérlijk. En mijn favoriete opname is uiteindelijk dan uitgerekend een lied: ‘Solveigs Lied’ uit Griegs Peer Gynt . Het stond er in een keer op, alles klopte. Ik kende dat stuk amper, maar het viel perfect op mijn stem. Op dat moment stond ik er niet bij stil, maar de radiomensen hadden het al gehoord. Die zetten het spontaan voor mij op een plaat en later is het ook uitgebracht. Pas toen ik het later terughoorde besefte ik hoe goed dat lied bij mij paste.’ (1965/2013 ongeïdentificeerd tijdschriftknipsel/Interview 401DutchDivas)

 AnnettedelaBijeLogo1


Grieg: Peer Gynt: 'Solveig's Lied'
1960's, 45RPM Fontana.

Haar eerste grote Liedrecital gaf ze begin februari 1957 in De Kleine Zaal van het Concertgebouw, met haar echtgenoot aan de piano. De Kleine Zaal is natuurlijk de proefsteen voor iedere liedzanger, omdat daar de fine fleur van liedminnend Nederland aanwezig is. Nadat ze haar zenuwen een beetje onder controle had volgde een lang liedprogramma waarover een recensent schreef:

‘Haar stem heeft vooral in de hoge registers een stralende open schoonheid, waarnaar men met bewondering luistert. In de lagere registers mist zij vaak voldoende sonoriteit en draagwijdte, maar met een heel goed uitgewerkte techniek weet de zangeres dit doorgaans uitstekend op te vangen. Hoogtepunten waren ‘Sérénade Florentine’ en ‘Au pays où se fait la guerre’ van Duparc, die verrasten door haar inzicht en expressie, die hier gecombineerd met een prachtig gebruik van de stem tot een waarlijk indrukwekkende vertolking leidden. Ook de ‘Four trifles’ van Flothuis gaven de zangeres gelegenheid haar zeer intelligente zangkunst volledig tot haar recht te doen komen. Feilloos was haar intonatie in deze op dit punt zeer moeilijke liederen.’ (R. N. D. ‘Annette de la Bije gaf Liedavond’, 12 februari, 1957)

De operazangeres Annette de la Bije

  • ADLBOperaHaydn
  • ADLBOperaHorse
  • ADLBOperaIdomeneo
  • ADLBOperaLustWeibBlanke
  • ADLBOperaInterview
  • Haydn met Lode Backx
  • Amazone in Carre
  • 1958 Idomeneo
  • Lust Weiber w. A. Blanken

Ook al was De la Bije vooral een oratorium en concertzangers, haar meest in het oog springende optredens zijn een handjevol beroemd gebleven opera-uitvoeringen geweest. Voor de radio, maar ook op toneel, bijvoorbeeld op 6 juni 1957 als Anna Reich in Nicolai’s Die lustigen Weiber von Windsor (met Guus Hoekman, collega IVC 1954 winnaar Hans Wilbrink en Erna Spoorenberg in de Amsterdamse Stadsschouwburg, in het kader van Kunstmaand Amsterdam). Minder bekend maar een van haar eigen favoriete operavertolkingen ws Leila in Bizets Les pêcheurs des perles, welke ze onder dirigent Frieder Weissmann zong voor de AVRO, op 24 oktober 1957, met Chris Scheffer als Nadir en Leo Ketelaars als Zurga. Historisch was haar radio optreden in de Nederlandse première van Mozarts Idomeneo in januari 1958 (met Maria van Dongen, Justus Bon en Arjan Blanken). Leo Riemens schreef hierover in De Telegraaf:

‘Het grootste succes was voor de twee sopranen, waarvan Annette de la Bije een openbaring was. Met een edel geluid, slank, doeltreffend maar toch steeds bewogen, zong zij haar aria’s op een wijze die van international niveau was.’ (Leo Riemens, Een première voor Nederland’, De Telegraaf, 1958)

Op 4 juni 1958 zong ze wederom in het kader van Kunstmaand Amsterdam in Lortzings Der Wildschütz. Naast erkende Nederlandse operasterren als tenor Arjan Blanken, sopraan Erna Spoorenberg en bas Guus Hoekman, trad hierin ook een wereldberoemde zangeres aan die verder nauwelijks ooit opera zong: Aafje Heynis in de rol van Nanette. 

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar liefde voor opera & concertrepertoire
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Salto mortale

Op 19 juni 1959, werkte Annette de la Bije mee aan de geruchtmakende televisieopera van Henk Badings, Salto mortale. Dat was een experimenteel werk, gecomponeerd voor het Holland Festival dat destijds net begonnen was aan een nieuwe, avant-gardistische koers waarbij men de nieuwe muziek carte blanche gaf. Henk Badings kwam met een elektronische opera vol geluidseffecten maar wel bezet met een echte Hollandse all star cast (waar men tegenwoordig voor zulke werken doorgaans genoegen moet nemen met gespecialiseerde, vaak minder bekende zangers). Voor De la Bije was deze wereldcreatie niet zozeer bijzonder omdat ze daarmee in een lange traditie van creatrices trad, maar vooral omdat het volgens haar een volstrekt absurd stuk was, kort samengevat als ‘kattengejammer’. In onderstaand interviewfragment vertelt ze uitgebreid over haar visie op dit experimentele werk van een componist van wie ze later ook nog ‘mooie dingen’ heeft vertolkt, maar die hier volgens haar een keer wilde laten zien dat hij zich ook in het avant-gardewereldje staande kon houden, omdat dit nu eenmaal de koers van het Holland Festival was*:

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over Salto Mortale (including excerpts!)
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Waar Die lustigen Weiber von Windsor, Idomeneo en Salto Mortale onder liefhebbers en musicologen bekend zijn gebleven, was er naast Les pêcheurs des perles en Der Wildschütz nog een andere belangrijke opera opvoering waarin De la Bije een historische rol vertolkte, namelijk Anna in Marschners Hans Heiling voor de Nederlandse radio, wederom onder dirigent Frieder Weissmann. Gelet op het historische belang van die opvoering verwondert het dat deze voorstelling van 27 september 1958 samen met Weissmanns andere belangwekkende operavoorstellingen hier ten lande volstrekt in de vergetelheid is geraakt.

 

*Wij zullen bij gelegenheid op 401NederlandseOperas.nl een apart artikel aan Badings fascinerende experimentele opera Salto Mortale wijden. De la Bije’s commentaar is daarbij interessant omdat zij haarscherp de problemen van de jaren vijftig avant-garde blootlegt bij het vinden van begrip en erkenning, niet alleen onder het publiek, maar destijds ook nog onder uitvoerders.

 

De Nederlandse Operastichting

Haar vorderingen leidden eind 1959 tot een proef bij De Nederlandse Opera, waar Frans Vroons haar binnenlokte met de belofte van een mooi contract. Haar carrière aldaar begon en eindigde met een gastvoorstelling als Marzelline in Fidelio op 9 oktober 1959 (met Gré Brouwenstein, Guus Hoekman, Pieter van den Berg en Bernard Kruijsen). De la Bije:

‘Vroons was een prachtige tenor geweest en hij zong destijds nog steeds af en toe. Hij was inmiddels echter ook directeur van de Nederlandse Opera Stichting en nadat we in 1959 enkele duettenavonden hadden gegeven vroeg hij mij voor het ensemble van de opera. Dat leek best aardig, een vast inkomen enzo. Maar je moest feitelijk je concertcarrière opgeven. Dat wilde ik niet, want dat liep lekker en ik was zo vrij als een vogel. Toen ben ik toch op proef bij de Nederlandse Opera Stichting gaan zingen. Vreselijk was dat. Zoveel tijdverspilling om zo’n opera op te voeren, dat ging me te ver. Dan kwam ik daar aan, van Den Haag helemaal naar Amsterdam gereisd. Stond er een repetitor klaar om de rol met me in te studeren. Maar ik zei: ‘Beste man, ik heb die rol zelf al ingestudeerd, ik kom hem alleen maar even zingen. Stel je voor dat je als concertzangeres naar de repetities komt en je kent je rol niet! Maar bij de opera was dat kennelijk normaal. Dan nog de regie, dat kostte me een tijd! Het betaalde goed hoor, maar ik vond het zonde van mijn tijd, ik liep meer bij de Bijenkorf rond dan in de opera. En dan moest je tijdens het zingen met al die aanwijzingen rekening houden, die kostuums erbij, je moest je rol op toneel natuurlijk helemaal uit je hoofd kennen ook; dat had allemaal echt wel een weerslag op je stem hoor. Je kon niet zomaar even lekker vrij zingen zoals in een concert waar je de partituur bij de hand had en jij je alleen maar om de interpretatie hoefde te bekommeren.’

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar proef met De Nederlandse Operastichting
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

 AnnettedelaBijeLogo1


Bizet: Carmen 'Parle moi de moi mère...'
1959 Annette de la Bije (Micaela), Frans Vroons (Don José), Dutch Radio – Benedict Silberman (conductor).

Toch zong De la Bije tussendoor meer opera dan tegenwoordig bekend is, omdat zij ook in de provincie wel werd geëngageerd in opvoeringen die tegenwoordig volkomen vergeten zijn. Ik noem hier bijvoorbeeld Rameau’s Hippolyte et Aricie uit Den Bosch 1960, met De la Bije als Aricie. De kritiek:

‘Er was slechts één van de vele solisten die blijk gaf te weten dat zij een opera-rol zong, die èn vocal èn qua expressie èn naar de stijl begreep wat zij deed: Annette de la Bije. Zij zette haar prachtige sopraan geheel in dienst van een doorleefde, bloedwarme vertolking van de rol van Aricie.’ (Ongeïdentificeerde krantenrecensie)

Moeder

ADLBMoederRondom haar proef met De Nederlandse Operastichting begon De la Bije het ook tijd voor kinderen te vinden. Een half jaar na haar Marzelline bij de Nederlandse Opera Stichting werd ze zwanger, net toen men haar een vast contract aanbood. De la Bije had het echter wel gezien met de theaterwereld en bedankte voor de eer. Met haar eerste kind op komst wilde zij haar handen vrij hebben. Op 4 maart 1961 werd haar oudste dochter Cornelieke geboren, op 5 februari 1963 Francina. Haar concertcarrière liet haar vrij in het combineren van het moederschap met haar leven als zangeres en dus bedankte ze voor het ensemblecontract bij De Nederlandse Opera. De la Bije:

‘Toen de kinderen er eenmaal waren vroegen veel collega’s hoe ik dat toch wist te combineren met mijn carrière. Het antwoord is simpel: keuzes maken. Je kunt niet alles meer doen. Natuurlijk moet je goede huishoudelijke hulp hebben, die hadden we. Maar je wilt ook tijd met je kinderen doorbrengen he. We hadden destijds ook een huisje in Frankrijk gekocht waar we iedere vrije minuut doorbrachten. Dat was echt ons lust en leven. In die dagen had Jan veel zwarte pianolessen en als er dan weer wat contanten binnenkwamen stopten we die in het ‘potje Frankrijk', voor een nieuwe dakkapel, tuinmeubilair, een verbouwinkje. Dat was onze lust en ons leven in die dagen.’

Het verre Oosten

ADLASingaporeEind jaren vijftig en begin jaren zestig maakte De la Bije verschillende tournees naar het Verre Oosten, waarbij ze optrad in Indonesië, Pakistan, India en Sri Lanka (toen Ceylon). De la Bije vond herinnert zich vooral dat ze het een vreemde gewaarwording vond om in die landen Mozarts Requiem te zingen. De trip naar Indonesië vond plaats met een vocaal kwartet waarvan ook Aafje Heynis, Arjan Blanken en Laurens Bogtman deelnemen, met De La Bije’s echtgenoot aan de vleugel. Ze werkten er met twee programma’s, het ene bevatte Brahms Liebeslieder-Walzen, Bachs Quodlibet en andere concertwerken. Het andere bevatte opera aria’s. De La Bije:

‘In Indonesië werd overal alleen dat operaprogramma gevraagd. Dat bevatte kwartetten uit Fidelio met, jawel, Aafje Heynis in de titelrol! Rigoletto, Madama Butterfly enzovoorts, verder een trio uit Die Fledermaus met Laurens Bogtman als gevangenisdirecteur. Ik kan u vertellen dat aan Bogtman een groot operazanger verloren is gegaan.’ (‘De Opera trekt Annette de la Bije’, ongeïdentificeerd kranteninterview)

In zekere zin kan men wellicht stellen dat dit laatste ook voor De la Bije zelf geldt, want behalve het handjevol spraakmakende operavoorstellingen die ze in den lande en voor radio en televisie gaf, werden ook haar opera aria-recitals steeds met bijzonder enthousiasme in de pers ontvangen. Besprekingen over een U.S.O. concert met Leskovic waarin ze aria’s van Mozart en Puccini vertolkte reppen van ‘pure vocale schoonheid’:

‘De drie opera aria’s van Mozart waren verrukkelijk van lichte lenigheid en intelligente charme. […] In Cherubino’s aria was zij zo licht als men zich maar kan wensen, sprankelend en toch uiterst gevoelig. In haar derde aria kon zij het bel canto laten bloeien. […] De aria van Smetana’s Verkaufte Braut boeide door de raak getroffen verbeelding van de verschillende stemmingen en in de aria ‘Un bel di vedremo’ uit Madama Butterfly van Puccini straalde haar fraaie hoogte in vaak dramatische kracht. Het ware muzikantendom had op deze avond de harten veroverd, en het geïmponeerde publiek bracht ovatie op ovatie’.

Hoogtepunten

De la Bije herinnert zich begin jaren zestig als de tijd dat ze ten gevolge van haar problemen met nee zeggen zo’n 35 Mattheus Passies per seizoen zong, al had het ook te maken met een soort wedstrijdje onder zangers die elkaar goedmoedig probeerden te overbluffen met wie jaarlijks de meesteMattheus Passies had aangenomen. Toch waren de echte hoogtepunten in haar herinnering de spraakmakende operavoorstellingen als Bizets Parelvissers en Die Entführung aus dem Serail (september 1963), respectievelijk voor radio en televisie. Ze nam die zelf van de radio op:

‘Heel erg achteraf, maar ik zat dan naast de radio en steeds als mijn stuk klaar was zette ik de recorder op stop. Ik was totaal niet geïnteresseerd in de anderen. Ja, dat was toen gewoon zo, ik knipte alleen mijn eigen stukjes eruit. Pas jaren later toen ik dat terug luisterde kon ik mijzelf wel voor het hoofd slaan: zulke prachtige, historische uitvoeringen zo verminken! Die Parelvissers, dat was zo mooi…’

ADLBBlondchenFWHaar echtgenoot merkte in een tijdschrifteninterview uit 1960 al op dat haar stem eigenlijk het meest geschikt voor de opera was. Men verwachtte destijds eigenlijk ook dat ze daarin verder zou gaan, maar die verwachting kwam dus niet uit. Scenisch zat ze in Nederland vast aan De Nederlandse Operastichting, een ensembletheater. Daarbuiten waren er op haar niveau verder alleen concertante uitvoeringen in het Concertgebouw en radio en televisieuitzendingen. Die waren in aantal beperkt. Over haar bovenvermelde Blondchen-uitvoeringen (in de Nederlandstalige bewerking van Jan Engelman) bij de KRO schreef men in de pers:

‘Voor Blondje is het moeilijk een betere persoonlijkheid te vinden dan Annette de la Bije. Ofschoon men haar weinig in deze opera heeft aangetroffen blijkt ze toch uitermate geschikt te zijn voor deze haar onbekende partij, waarvoor een lichte, buigzame sopraan wordt gevraagd (die heft Annette de la Bije), en een zangeres met veel charme (en die heeft ze ook). […] Annette de la Bije zal dan ook niet weinig hebben bijgedragen tot een aantal kwalitatieve hoogtepunten in een dergelijke productie. […] Annette de la Bije is een zangeres, die een uitgesproken affiniteit tot deze muziek aan de dag legt. Haar bijzonder welluidende stemmiddelen passen wonderwel in de sfeer van dit stuk. Geschraagd door een uitstekende techniek omzeilt ze moeiteloos en daarom op grandioze manier de moeilijke klippen, die overal in dit werk opduiken.’ (‘Verrukkelijk zangspel volmaakt gebracht,’ ongespecificeerd krantenknipsel, September 1963)

Zij was in 1963 voorts nog te horen in het Concertgebouw Amsterdam waar Verdi’s 150e geboortedag werd gevierd met de opvoering van diens eerste opera, Oberto. De la Bije zong de rol van Imelda. In Verdi’s Don Carlo zong ze voorts de rol van Tebaldo onder leiding van dirigent Carlo Maria Giulini.

 AnnettedelaBijeLogo1


Verdi: Don Carlo: 'Nel giardin del bello'
Annette de la Bije (Tebaldo), Holland Festival – Carlo Maria Giulini (conductor).

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar persoonlijke hoogtepunten
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Optreden bij het Koninklijk huwelijk

ADLBBeatrixClausOp 10 maart 1966 was Anette de la Bije de sopraan van dienst tijdens het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus von Amsberg In het Koninklijk Paleis te Amsterdam. Zij noemt dit optreden tijdens haar interview met ondergetekende in augustus en oktober 2013 als het absolute hoogtepunt in haar carrière qua persoonlijke beleving. De la Bije:

‘Dat was een bijzonder moment. Claus had speciaal gevraagd om Ich willdirmein Herze schenken uit Bachs Matheus Passie , vanwege die tekst natuurlijk. Simon Jansen was de organist, ik was de enige zangeres. Het was doodeng, in De Westerkerk. Ik heb daar wel meerdere concerten gegeven en dat ging altijd lekker. Er was daar met al die galm een heerlijke akoestiek, je stem ging vanzelf. Maar nu kom ik daar voor de repetitie van dat lied en mijn eerste noot slaat volkomen dood. Ze hadden die kerk helemaal met tapijt behangen en dat dempte echt alle akoestiek. Maar je moet toch doorgaan. Dan was het ook nog een vervelende gebeurtenis natuurlijk, want er was nog veel vijandigheid jegens Claus, omdat hij Duitser was. En die rookbom die buiten ontplofte bepaalde toch de sfeer, men kreeg dat binnen mee. Later werd hij gelukkig heel geliefd en dat verdiende hij ook, want het was een hele lieve man.’

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar optreden bij het huwelijk van Prinses Beatrix en Prins Claus in 1966
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

Zenuwen had ze destijds ze niet valt in een krant van kort voor het huwelijk te lezen:

‘Ik heb geen idée waar ik de uitnodiging aan te danken heb. Ik heb een keer eerder, bij het Holland Festival 1957 iemand van het Koninklijk Huis ontmoet, prinses Margriet. Ik vind het wel fantastisch en een grote eer. Bijzondere voorbereidingen? Ik zou het niet weten, een paar repetities misschien, meer niet. Het is wel apart om die aria uit de context van de complete Mattheus Passie te zingen. Ook de lokatie maakt het bijzonder natuurlijk, het is niet het gewone concertwerk. Maar verder is mijn grootse probleem wat ik aan moet trekken. Daar moet ik nog eens goed over nadenken. Mijn gewone avondkleding vind ik te bloemerig en mijn zwarte passiejurken te zwart. Ik ga er nog wel voor op pad.’

Tè gelukkig

  • ADLBPrive02Parijs
  • ADLBPrivePoedels
  • ADLBPriveStrand
  • ADLBPriveStradwand
  • ADLBPriveZandvoort
  • ADLBPrive1
  • Parijs 1960
  • With poodles
  • Beach babe
  • With husband & daughter
  • Zandvoort 1964
  • With Jan de Man

Uiteindelijk koos De la Bije er gedurende de jaren zestig bewust voor minder te gaan zingen, omdat ze meer thuis bij haar gezin wilde zijn. Dat leidde ertoe dat ze met name haar buitenlandse carrière op een laag pitje zette. Heel verrassend was dat niet. Al in 1960 merkte B. van der Horst in een lang interview met De la Bije op dat ze bepaald geen Maria Callas was en het ook nooit zou worden, domweg omdat ze daar de geldingsdrang en drive niet voor had en omdat ze er anderzijds veel te gemoedelijk en levenslustig voor was, ‘te gelukkig misschien ook’:

‘Wat me het meeste opviel toen ik haar en haar echtgenoot Jan de Man bezocht in hun filmachtige flat-met-uitzicht-op-zee in Zandvoort was dat deze mensen het kennelijk naar hun zin hebben in het leven, ze genieten van elkaars gezelschap, van hun werk, van hun huis. Ook uiterlijk is Annette niet buitenissig: een knappe blonde vrouw van 33 (ze lijkt jonger) met lichte groenige ogen in een fris gezicht. Zo’n type mens die het welslagen en het geluk naar zich toehaalt zonder zich er bovenmatig voor in te spannen.’

De la Bije erkent in dit vermakelijke interview met het echtpaar geluk te hebben gehad: ‘Een goeie stem kreeg ik cadeau. Ik ontzie me niet erg en roken doe ik alleen in de vakantie.’ Jan de Man, dan net tot hoofddocent aan het Haags Conservatorium benoemd, toont zich gegrepen door didactische ontwikkelingen. Hij blijkt zelfs zijn echtgenote het pianospel te hebben willen bijbrengen:

‘Dat ging een beetje zoals met mannen die hun vrouw willen leren autorijden; het gaat eenvoudig niet.’

De la Bije werpt een zeehondeblik op haar lange, dieptrood gelakte nagels en zucht:

‘Wat wil je, ik moest mijn nagels ervoor kortknippen!’

ADLBAafjeHeynisToch blijkt de anti-diva zich voldoende in het pianospel te hebben verdiept om zichzelf thuis te kunnen begeleiden, want een doorzetter is ze wel aldus Van der Horst. Het zingen zelf blijkt haar verder makkelijk af te gaan en nauwelijks inspanning te kosten, het gaat vanzelf. Moeite met haar eigen stem heft De la Bije al evenmin, want ze draait in haar Zandvoortse flat dan op avonden thuis met veel plezier haar eigen opnamen naast die van collega’s als Elisabeth Schwarzkopf en Irmgard Seefried, als ze tenminste niet op het strand aan het wandelen is. Het strand, dat is haar grote liefde zo blijkt uit een ander interview. Hoewel ze in Zandvoort aan Zee eigenlijk de deur niet uithoeft, brengt ze de vakanties door in Bretagne, eveneens aan zee. Onderweg hebben ze vaak concerten geregeld in Parijs (bij het Institut Néerlandais bijvoorbeeld), waar ze dan of met Jans auto, of met haar lievelingsauto, een Volkswagen Karman Ghia heentoeren. Even zo makkelijk als ze rept van concerten in Parijs of Zwitserland, spreekt ze vervolgens over een concert voor de kunstkring op Texel, waar het publiek zo veel warmer is dan in de grote concertzalen.

Hoewel ze haar carrière gaandeweg de jaren zestig beperkte waren er toch nog vele optredens, zoals de voorstellingen van Judas Maccabeus in het Holland Festival op 6 mei 1966, met Aafje Heynis, die in de loop der jaren was uitgegroeid tot een ware vriendin. Toch verlegde ze naar het voorbeeld van haar man al relatief snel haar aandacht naar het vak van zangpedagoge, toen ze in 1969, amper 15 jaar na haar IVC winst Corrie Bijster opvolgde aan het Twents Conservatorium. De la Bije:

‘Ik had veel plezier in lesgeven. Je wilt het ook graag doorgeven en je hoopt dat die jonge zangers het oppikken, maar ik moet achteraf erkennen dat er gewoon niet zo heel veel bijzonder talent is. Dat is echt moeilijk te vinden, terwijl je het zo graag wilt.’

Ziekte

ADLBZiekenhuisEen van de redenen die ten grondslag lagen aan haar verminderde drang tot optreden was behalve haar gezin haar gezondheid. De la Bije ondervond al sinds har kindertijd klachten in haar heup, die te maken hadden met een chronische beenmergontsteking die om de paar jaar de kop op stak. Ze ontkende dat decennia lang voor de buitenwereld en zegde dan af omdat ze ‘verkouden’ was. Kort voor kerstmis 1973 werd ze daar in het Academisch Ziekenhuis van Utrecht definitief aan geopereerd. Henk van de Meyden pakte daarop in De Telegraaf paginagroot uit met een prachtig meeslepende reportage die draaide om ‘het ziekenhuisconcert dat De la Bije aldaar op de gang voor medepatiënten gaf, vanuit haar ziekbed, want de problemen hadden geen enkele invloed op haar stemkunst.’ Het was tevens het jaar waarin haar echtgenoot Jan de Man tot directeur van het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium werd benoemd dat hij zelf mede had opgericht. De noodzaak tot optreden werd ook daarmee weer iets minder. Toch trad ze ook daarna nog met enige regelmaat op, nog op zondag 22 mei 1977 als soliste in de ‘Negende Symfonie’ van Beethoven in Haarlem, ter gelegenheid van de 150ste sterfdag van de componist. Ze zong nog tot 1982 door. Op een dag tijdens een uitvoering van Haydns Die Schöpfung met Henk Smit besloot ze dat het mooi was geweest:

‘Dat was twee avonden achter elkaar, de generale met publiek en de uitvoering. De operatie was weliswaar geslaagd, maar zodra ik maar iets voelde in die heup was ik bang dat het fout zou gaan. Ik kreeg dat als ik lang zat. Ik moest echt bewegen. Toen dacht ik bij mijzelf dat ik toch over een paar jaar zou moeten stoppen. Nu waren de meisjes nog thuis en ik dacht huppekee, ik hou ermee op. Daarna heb ik nooit meer voor publiek gezongen.’

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar ziekte en het einde van haar carrière
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

IVC Jurylid

ADLBOuderIn de jaren tachtig maakte De la Bije ook twee maal deel uit van de Jury van het Internationale Vocalisten Concours ‘s-Hertogenbosch. Dat was voor De la Bije geen makkelijke opgave. Er was op het IVC weliswaar geen gebrek aan talent, maar haar zelfbewustheid maakte het lastig voor haar om met collega juryleden te communiceren:

‘De eerste keer was de voorzitter verbaasd omdat ik de sopraanprijswinnares eruit gepikt had, een operazangeres. Een collega vond dat juist niets bijzonders. In zijn visie stelden al die hoge noten niets voor, iedereen kon dat. Maar ik vond dat heel bijzonder en zij won ook. Toen mocht ik meteen terugkomen. Ik ben dus twee keer geweest. Ik vond het leuk. Enig. Je hoeft het zelf niet meer te doen, je hoeft alleen maar te luisteren. Ik kon goed met Juryvoorzitter Lode Devos opschieten ook, dus er was een goede sfeer, gezellig!’

Annette de la Bije was sinds 2009 weduwe van Jan de Man. Ze overleed zelf enkele maanden na het laatste interview met 401DutchDivas, op 17 maart 2014. Een beenbreuk leidde een ziekenhuisverblijf in. De genezing leek voorspoedig te verlopen toen ze plots een acute longontsteking kreeg die haar in enkele uren deed wegglijden. Ze overleed vredig zonder geleden te hebben in de armen van haar dochter Francina in Duitsland, bij wie ze al enige jaren inwonend was.

Gelet op het feit dat ze haar optreden bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966 als het hoogtepunt van haar carrière beschouwde, zou het haar zeker deugd hebben gedaan te weten dat Prinses Beatrix haar dochters Cornelieke en Francina een persoonlijke condoleancebrief stuurde. De crematie vond in stilte plaats, begeleid door een opname van Schuberts ‘Seeligkeit’ vertolkt door Annette zelf, met haar echtgenoot Jan aan de vleugel.

Discografie *

 AnnettedelaBijeLogo2


Annette de la Bije over haar beperkte platencarrière
© 401Dutch Divas/RS 12 augustus/19 oktober 2013.

ADLBTaperecAnnette de la Bije’s beknopte officiële discografie omvat onder anderen:

Bach: Matthäus Passion (Philips 422520 NE)

Bach: ‘Miss in B’ BWV 232 (1964, Telefunken, Van der Horst)

Grieg: ‘Peer Gynt Suite/Solveigs Lied’ (Fontana)

Händel: ‘Dettinger Te Deum’ (Fontana 494 023 EE)

Solo in Bekende Koorwerken (Fono-Disc FD 1012)

* 401DutchDivas.nl werkt momenteel met de familie en diverse omroeparchieven aan een uitgebreide discografie van in omloop zijnde radio– en privé opnamen.