Jacques Urlus - biografie
De Nederlandse zanger Jacques (Jacobus) Urlus was een van de belangrijkste tenoren van zijn tijd. Dat is veelzeggend, want Enrico Caruso (1873-1921) was een tijdgenoot van Urlus. Sterker nog, in New York deelde Urlus vijf concertseizoenen lang een kleedkamer van de Metropolitan Opera met zijn vriend en collega Caruso.
Urlus werd uit Nederlandse ouders geboren in Hergenrath bij Aken, waar zijn vader voorman was bij een ijzergieterij. Toen Jacques een jaar oud was, verhuisde het gezin naar Tilburg. Er was nog geen leerplicht, waardoor hij maar de helft van de tijd op de lagere school zat. Hij werd al jong arbeider in Smulders' ijzergieterij waar zijn vader werkte. Veel later zong Jacques Urlus in Wagners Siegfried de beroemde aria waarin hij zijn zwaard smeedt.
Urlus kreeg zijn eerste muzieklessen van een ver familielid dat in Tilburg tweede dirigent was van de Korvelsche Harmonie. In zijn autobiogratie (Mijn Loopbaan, 1929) vertelde Urlus dat hij het notenschrift onmiddellijk en moeiteloos onder de knie kreeg. Hij wilde bugel spelen maar werd ook lid van de Korvelsche Zangvereeniging, dat Nederlands en Frans repertoire zong. Toen hij vijftien was, verhuisde de familie naar Utrecht. Urlus voelde zich er niet thuis, maar bij zangvereniging Fidelio veranderde dat. Een vriend nam hem mee naar een kerkrepetitie van Die Jahreszeiten en veertien dagen later zong Urlus als solist een tenoraria uit Haydns meesterwerk op een concert in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen (het tegenwoordige conservatorium).
Urlus was uitzonderlijk getalenteerd. Hij deed ijverig aan zelfstudie en zijn prachtige tenorstem was toen even zeldzaam als nu. Diverse Utrechtse koren wilden hem onder hun gelederen hebben. Er ontstond zelfs wrevel over tussen de Minnebroederkerk en de Augustijnerkerk. Zijn doorbraak kondigde zich aan in het leger, waar de dirigent van een militaire kapel zijn talent onderscheidde. Een andere officier stuurde hem naar de invloedrijke Utrechtse componist en zangleraar Richard Hol, die vond dat Urlus in Brussel moest gaan studeren. Tot Urlus' grote teleurstelling kon zijn familie dat niet bekostigen.
Toen hij drieëntwintig was (1890) werd Urlus voor het eerst voor zijn zangkunst betaald, bij een uitvoering van Mendelssohns' 'Reformatiesymfonie' Lobgesang. Hij had een krachtige, robuuste stem en beschikte over een briljante techniek. De basis daarvan was zijn onuitputtelijke adembeheersing, waarmee hij zelfs de zwaarste Italiaanse aria's schijnbaar moeiteloos kon zingen.
Vier jaar na zijn professionele debuut kreeg hij zijn contract bij de Nederlandsche Opera, terwijl hij nog lessen nam bij Hugo Nolthenius, Antoon Averkamp en Cornélie van Zanten. In 1900 kreeg hij uit Leipzig de aanbieding om Wagner te zingen. Tien jaar later debuteerde hij in Covent Garden als Tristan. Van 1912 tot 1917 woonde hij in New York als een van de sterren van de Metropolitan Opera.
Toen de V.S. zich in de Eerste Wereldoorlog mengde, aarzelde hij om partij te kiezen, wat hem zowel in Amerika als in Duitsland werd kwalijk genomen *). Hij keerde naar Nederland terug en zette zijn loopbaan voort met gast-optredens.
*) gezien het feit dat Nederland tijdens de eerste wereldoorlog neutraal gebleven is, was de opstelling van Jacques Urlus niet zo verwonderlijk. J.L.
Urlus had een geweldige operacarriére en was ook een uitstekend concertzanger. Hij was een beschermeling van Willem Mengelberg, die hem regelmatig vroeg voor de tenorpartij in Mahlers Lied von der Erde. Helaas bestaan hier voor zover bekend geen opnames van. Een van Urlus' favoriete liederen was Mijn moedertaal is de schoonste taal. Vaak zong hij het voor zijn kameraden in het leger. Zijn eerste plaatopnamen maakte hij in 1903. Hij heeft ook een serie beroemde opera-aria's in het Nederlands opgenomen. Destijds werden opera's nog vaak vertaald, maar historische opnamen in het Nederlands, zoals Franse en Italiaanse aria's zijn zeer zeldzaam. Deze serie in het Nederlands gezongen - late maar nog akoestische opnamen - dateren uit mei 1923 en werden gemaakt in Berlijn.
Urlus' professionele loopbaan nam meer dan vier decennia in beslag. Hij stierf in 1935 in Noordwijk als een welgesteld man.
bronvermelding: bijlage Erasmus 247, cd Jacques Urlus, ThvH
Foto rechts: Na een repetitie op het Mahler-festival in 1920. Zittend van links naar rechts: Gertrude Förstel, Willem Mengelberg (dirigent), Aaltje Noordewier-Reddingius (sopraan). Staande: Jos. Groenen, Mad. Charles Cahier, Jacques Urlus (tenor), Ilona Durigo (alt), Thom Denijs (bariton), Jos Beukers- Van Ogtrop.