Rom Kalma | Als de dag van gisteren
Tekst: Annelies van der Veen / René Seghers
Gebaseerd op: documenten uit de nalatenschap van Rom Kalma, een interview met Rom Kalma door Aukelien van Hoytema, de 401DutchDivas.nl archieven en de herinneringen van Annelies van der Veen, Ronald Dijkstra en Annett Andriesen.
Naast voornoemden ook dank aan: Wieger Wielinga en Tatiana Kirillova.
Bas-bariton Rom Kalma (16 april 1921 Ferwerderadiel – 14 Juli 2007, Hilversum) werd oorspronkelijk onderwijzer, maar bleef dat niet lang. In 1945 kwam hij bij het NCRV-Vocaal Ensemble. Vijf jaar later won hij de eerste prijs op een concours voor jonge solisten in Frankfurt am Main. In 1955 kreeg hij een aanbod van de Nederlandse Opera, maar hij werd liever free lancer. Hij zong veel in Duitsland, maar ook in Nederland. 500 maal zong hij in Bachs Mattheus Passion, hij trad op in heel Europa, gaf cursussen en was later als docent verbonden aan het Utrechts conservatorium en aan dat van Zwolle en het instituut voor kerkmuziek. Vocaal gezien was hij een echte bas-bariton, met als laagste noot desnoods C tot hoog F, G. Zijn kracht lag in de mix van een geolied legato met een heldere voordracht. Zijn stem tekende zich door een warm, resonant timbre en een groot, aangeboren volume.
Als Fries moest Kalma natuurlijk afrekenen met het vooroordeel van die dagen dat luidde, ‘Frisia non cantat’. Kalma draaide dat echter om, zeggende dat Fries juist een zangerstaal is:
‘Omdat het zeer nasaal is, wat zeer goed voor een zanger is. Neem maar woorden als ben, doan, dean, gean, dat resoneert veel meer. Zelf had ik overigens ook steun aan het Fries bij het zingen van Russische liederen, zoals Moessorgsky’s liederen ‘Dansen van de dood’, die ik o.a. in het Duits, Frans, Engels en het Russisch heb gezongen. In het Russisch heb je dezelfde klanken als in het Fries, dat geen harde g’s heeft, en natuurlijk ook niet de echte ‘ij’ of de ‘i’ . Ja, het Fries zingt, het is een taal waarin je kunt zingen. Ik herinner me nog altijd dat een collega, waar ik samen mee gezongen heb, een keer tegen me zei: als ik jou hoor zingen dan zie ik altijd wijde luchten en groene weiden voor me met koeien er in. Dat vond ik een prachtig compliment. Maar verder ben ik tweetalig opgevoed, thuis werd Fries gesproken en buitenshuis Hollands. Daar heb ik ook veel aan gehad, zo leer je ook veel makkelijker andere talen.’
Tot besluit van zijn pleidooi voor het Fries als zangerstaal wijst Kalma er nog op dat ook de beroemde Nederlandse bariton Henk Smit een Fries was. Hoewel Kalma veel in het Fries gezongen heeft, is daarvan alleen een extreem zeldzame privé opgenomen 45-toeren single op vinyl bewaard gebleven, waarop Kalma bijna 17 minuten lang een grote medley van Friese volksliedjes zingt. Zo konden we dit portret waaraan meer dan een jaar is geschaafd dan toch nog beginnen met Kalma in het Fries! De single werd in 1963 geperst voor het jubileum van de Cooperative Condens Fabriek in Leeuwarden. Kalma treedt er aan met de Leeuwarder Bach Vereniging en het Frysk orkest onder Alfred Salten. Hieronder een fragment daarvan uit onze download Rom Kalma in Popular Music (DD201604).
|
Kind van psalmen en gezangen
Kalma kwam niet uit een muzikale familie, al werd er thuis wel veel aan religieuze muziek gedaan in de vorm van psalmen en gezangen. Kalma schiep al snel behagen in het gevecht van de stem tegen het machtig orgel. Zingen werd in Kalma’s kringen echter niet als een beroep gezien en dus werd Kalma onderwijzer in Den Haag en daarnaast lid van het jeugddienst kerkkoor van Paul Pol(?), een vroegere zanger van de Nederlandse opera. Hij pikte Kalma er direct uit en zei: ‘Jij moet zangles hebben.’ Omdat Kalma een heel andere beroepskeuze had gemaakt, bestond zijn zangersopleiding uit privé lessen. Het Conservatorium heeft hij nooit gevolgd. Kalma:
‘Ik kreeg in mijn onderwijzersopleiding een hele goede muzikale basis, want muziektheorie en feilloos van blad kunnen zingen behoorde tot de basiselementen van de opleiding en ik heb me ook nooit minder gevoeld dan mensen met een conservatorium opleiding. Ik heb uiteindelijk alleen in de oorlogsjaren lesgegeven, maar daarin kon ik mijn liefde voor de zang al heel aardig kwijt. Met iedere verandering in het rooster deed ik altijd iets met zingen. Het is zo leuk met kinderen, eerst kijken ze je aan en denken wat doet die man, maar na een tijdje vinden ze het leuk en beginnen ze mee te doen. Het aanstekelijke element in muziek is ook altijd mijn sterkste impuls geweest. Maar ik kon er op den duur niet tegen om in zo’n lokaal met kinderen opgesloten te zitten. Daarom was ik blij dat ik na de oorlog iets anders kon gaan doen. Mijn basis gecombineerd met privélessen zang resulteerden uiteindelijk in die eerste prijs in Frankfurt en daarmee begon mijn carrière als concertzanger.’
Beroepszanger bij de NCRV
Rond het einde van 1947 kreeg Kalma een telegram nagestuurd door zijn moeder, waarin hem werd gevraagd of hij bij de NCRV wilde komen voorzingen, omdat ze een beroeps-vocaal ensemble gingen oprichten. Kalma:
‘NCRV-koor heette dat toen. Ze hadden daar Laurens Bogtman voor gevraagd, maar die had het toen te druk met zijn solisten-carrière. Nu had ik in de oorlogsjaren enkele lessen van hem gehad en hij stelde mij als alternatief voor. Zo ben ik toen bij de NCRV terecht gekomen.’
Kalma kon direct aan de slag voor ƒ 50 per week. Hij ging destijds nog drie keer per week naar Amsterdam om les te nemen bij o.a. de Noorse zangeres, Valde Serene (?), die zich op ademhaling concentreerde. Kalma probeerde overigens meerdere zangpedagogen uit:
‘Ik heb zelfs nog van de laatste paar jaren van Mevrouw Aaltje Noordewier-Reddingius kunnen genieten. Ze had toen net een operatie aan staar ondergaan, en dacht steeds dat het klavier rond was. Ze was al 80, maar zong nog een stralende Hoge C. Een geweldige persoonlijkheid.’
Richard Wagner
Kwam Kalma uit een psalmtraditie, als puber ontdekte hij zowel de lichte muziek als de opera’s van Richard Wagner. Kalma:
‘Tot ik Wagner ontdekte luisterde ik alleen maar naar lichte muziek. Ik ging iedere middag om vier uur gauw naar huis, want dan begon er op de BBC het BBC dansorkest o.l.v. Henri Hall (?). Maar op die dag in augustus was Hall geschrapt en in plaats daarvan hoorde ik ineens de klanken van het begin van de Grals-Erzählung uit Lohengrin met Franz Völker. Dat was een openbaring. Voor mij is Völker ook altijd een van de mooiste Duitse tenoren van deze eeuw gebleven, met zijn ronde, warme stem. Zijn dictie was ook volmaakt, daarin is hij echt een voorbeeld voor mij geweest. Ik wilde altijd als het ware ieder woord rechtop in de zaal zetten.’
Het enige document dat herinnert aan Kalma's persoonlijke affiniteit met Wagners muziek is zijn opname van Wolframs lied aan de avendster uit Tannhäuser, dat onderdeel uitmaakt van onze download Rom Kalma in Opera, Concert & Musical (DD201603).
|
Eerste prijswinnaar in Frankfurt
|
Kalma’s zege in het prestigieuze Frankfurtse Vocalistenconcours kwam tot stand nadat hij had voorgezongen bij een Nederlands impresariaat o.l.v. mejuffrouw Maaike Schild. Ze regelde een optreden, waarna Kalma vroeg hoe verder te gaan? Ze bood hem aan naar het Internationale Vocalistenconcours van de Duitse Radio in Frankfurt te gaan. Het was 1949 en toen Kalma hoorde dat de beroemde bariton Gerhard Hüsch in de jury zat, besloot hij zich in te schrijven. Kalma:
‘Ik ging helemaal niet met het idee om te vechten voor een eerste prijs. Toen op de slotdag werd verkondigd dat de eerste prijs naar Rom Kalma ging, zakte ik bijna door de grond. Ik had zoveel geweldige stemmen om mij heen gehoord. Later vertelde een van de juryleden mij dat hij zijn kaarten op mij had gezet na de eerste tonen van mijn Schubertlied, ‘Fremd bin ich eingezogen’ uit ‘Die Winterreise’. Hij was professor in München aan de Hochschule en bood mij een beurs aan. Ik accepteerde dat aanbod en vroeg vervolgens een kleine studietoelage op het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap. Dat werd echter afgewezen met het argument dat ik dat hier in Nederland ook allemaal kon leren.’
Enorm teleurgesteld omdat hij geen vervolg aan zijn succes op het Frankfurtse concours kon geven, pakte Kalma de draad in Nederland weer op. Hij had overigens wel de nodige engagementen binnen weten te slepen, maar juist toen hij die zes maanden na de zege wilde gaan verzilveren kreeg hij een zwaar auto ongeluk. Hij moest daardoor veel dingen die op hem afkwamen weer afzeggen, hetgeen zijn carrière natuurlijk terugzette.
De Nederlandse Opera
Toch wist Kalma zijn carrière vervolgens voldoende uit te bouwen om in 1955 voor te mogen zingen bij Alexander Krannhals, dirigent bij De Nederlandse Operastichting. Kalma zong twee monologen uit Die Meistersinger von Nürmberg en kon bij wijze van spreken meteen beginnen. Hij bedankte echter voor de eer:
‘De Nederlandse Opera eiste destijds van beginnende solisten dat ze 24 uur per dag beschikbaar waren. Je moest alles afzeggen en een collega, Annette de la Bije, vertelde mij dat ze in haar eerste jaar maar 1 klein partijtje had mogen zingen, de tweede sopraan in de Fidelio. Ik vond dat niet reëel en heb dat aanbod dus niet aangenomen.’
Toch heeft Kalma nog opmerkelijk veel opera gezongen, omdat Nederland altijd ook kleinere ensembles had, zoals De Nederlandse Kameropera onder leiding van Marcel Doorn. Daar zong hij onder meer in Wolf-Ferrari’s Suzanna’s Geheimnis en in Cimarosa’s Il matrimonio Segreto. Later richtte Kalma met een groepje zangers zelf het kleine kameropera-ensemble Opera Piccolo Amsterdam (OPA) op. Kalma:
‘Daar hebben we veel voorstellingen mee gegeven voor scholen in een heel gekke vorm. Een opera als Così fan tutte heeft maar zes solisten nodig en het koor is niet zo belangrijk. We hadden dan een kleine groep uit het Radio Kamerorkest, de eerste strijkers en de blazers, een stuk of 8 mensen in totaal. Het werd dan vanuit de piano gedirigeerd. De aria’s en ensembles werden in het Italiaans gezongen en de recitatieven werden in het Nederlands gesproken. We kregen daar heel bemoedigende reacties op. Mensen zeiden dan dat ze Così fan tutte in Salzburg hadden gezien, maar dat ze nu pas begrepen waar de opera over ging. Bij jeugdconcerten en schoolconcerten gaven we zelf wel toelichting op de uitvoeringen.’
|
|
Ons download programma biedt een unieke kans om Kalma bijn a70 minuten lang in opera te horen. Er zijn aria’s en duetten uit de Duitse Spieloper (Lortzings Der Wildshütz, Nicolai's Dielustigen Weiber von Windsor), Smetana’s Die verkaufte Braut en het reeds genoemde ‘Wie Todesahnhung’ uit Wagners Tannhäuser. Er is een duet uit Porgy and Bess met Laura Cormonte. Dan zijn er nog Mozarts concertaria ‘Mentre ti lascio, o figlia’ en een unieke opname van JaJa’s (Humphrey Searl) Der Barbier von Darmstadt, een stuk uit het midden van de zeventiger jaren. Deze opera verrast en shockeert door zijn schijnbaar achteloze imitatie van wat bepaalde seriële avant-garde componisten dan als ‘unieke pennevruchten van hun genie’ probeerden te verkopen. Searl, Kalma en Willy van Hese bewijzen hier eendrachtig dat die abstracte stijl op zichzelf even diepgravend was als het volgende Rossini tralalala-stuk: de vrucht van vakmanschap en routine. Uit de wereld van de musical is een duet uit Cole Porters Kiss me Kate is opgenomen, andermaal met de sopraan Laura Cormonte). Deze fragmenten zijn opgenomen op ‘Rom Kalma in Oper, Concert and Musical’ (DD201603).
Smetana Die verkaufte Braut 'Komm, mein Söhnchen... Weiß ich doch eine, die hat Dukaten’ |
Schubert, Wolf, Mahler & Fons Jansen
Schubert en Wolf zijn door zijn hele carrière heen vaste waarden gebleven, hetgeen wordt gereflecteerd door zijn opnamen van diverse Wolf liederen, Schuberts 'Schöne Müllerin' en vooral zijn vijftig jaar omspannende drie versies van 'Die Winterreise', waarvan de oudste al uit 1952 stamt, gevolgd door complete versies uit 1961 en 1992 (Kalma's enige video-opname; we tonen hier een fragment met de aantekening dat het een amateur opname is. Omdat het echter Kalma's enige video is hebben we voor de enkele liefhebber die hier vanwege het unieke karakter toch in geïnteresseerd is, een aparte download gemaakt met catalogusnummer DD201605). Voor Kalma werden Lieder een surrogaat voor opera. De drie verschillende rollen in Schuberts tragische mini-operaatje ‘Erlkönig’ waren misschien wel zijn beste ‘rol’. Maar met zijn volume en zijn vermogen zo’n lied ‘aan de muur te plakken’, gingen dergelijke complexe liederen hem eigenlijk makkelijk af. Een uitdaging vormden Mahlers ‘Kindertotenlieder’ en ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’, vooral vanwege de hoogte. Kalma:
‘Je moest daar echt op een andere manier zingen. Je moest het andere loslaten. Het mini-operagevoel had ik echter het sterkst bij de liederen van Hugo Wolf. Bij hem is ieder lied echt een tafereel, een geschiedenis, een verhaal op zich. Daar heb ik mij echt in kunnen uitleven. Maar tot besluit van een serieuze Liederavond mocht ik graag besluiten met een paar Nederlandse volksliedjes, als ‘Daar boven uit het vensterken’, of ‘Des ‘s winters als het regent’. Na zo’n liederenavond stond op een dag eens de bekende cabaretier Fons Jansen voor mijn deur. Hij vroeg of ik hem mijn wijze van voordragen van die volksliedjes bij kon brengen, specifiek mijn articulatie interesseerde hem. Sindsdien kwam ik bij try-outs altijd langs om hem van commentaar te voorzien.’
|
Dankzij Kalma's persoonlijke archief dat is bezit van 401DutchDivas is, konden wij de kern van zijn liedrepertoire in goed klinkende geluidsopnamen onstluiten, grotendeel opgenomen door de bas-bariton zelf. Naast de excursies naar het land van Schubert en Wolf zijn daar Mahler’s ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’, liederen bij Schumann, Richard Strauss, sofascinerende liederen van Loewe (‘Die Glocken zu Speier’, en ‘Graf Eberstein’ bijvoorbeeld), Mendelssohn (‘Frühlingsglaube’), maar ook liederen van Ravel, Chabrier, Mussorgsky, Barber en Beethoven.
Heel bijzonder zijn Kalma’s opnamen van liederen van de weinig bekende tijdgenoot van Schubert en Schumann, Robert Franz. Naast prachtige juweeltjes als ‘Aus meinen grossen Schmerzen mach ich die kleinen lieder’, ‘Mädchen mit dem roten Mundchen’, ‘Du liebes Auge wilst dich tauchen’, ‘Im Herbst’, en ‘Tanzlied im Mai’, componeerde Franz ook zijn eigen versie van Müllers gedichtencyclus ‘Dichterliebe’. Kalma zingt hier op onze aan zijn liedopnamen gewijde downloads ‘In wunderschönen Monat Mai’, ‘Ich habe im Traume geweinet’, ‘Im Reim in hellen Ströme’, ‘An leuchtenden Sommermorgen’, ‘Hör ich das Liedchen klingen’. Deze opnamen waren destijds baanbrekend en hielpen mee Franz als componist meer bekendheid te geven.
Een andere zeldzame opname is die van de ‘Twee Rispetti’ van de Nederlandse componist Henk Stam. Zijn liederen hebben diepgang en een sterke emotionele lading. Tot slot moet hier nog de complete Rudolf Mengelberg liedcyclus ‘Chamber Music’ worden vermeld, nog zo’n stuk dat je nooit meer hoort maar dat door Kalma’s opname nu toch toegankelijk wordt voor eenieder die hierin is geïnteresseerd. Al deze opnamen zijn downloadbaar van Rom Kalma in Lieder and Song Vol. 1-3 (DD201601).
Religieuze Muziek
Religieuze muziek vormde zoals aangestipt het hart van Kalma’s muzikale achtergrond vanuit zijn prilste jeugd. Als Nederlands concertzanger trad hij onvermijdelijk aan in honderden, waarschijnlijk zelfs duizenden religieuze werken van Bach (volgens Ronald Dijkstra was Kalma’s bijnaam ‘Christus’, omdat hij die rol zo vaak in de Mattheus passie zong), de requiems en stabat maters van Fauré, Verdi, Pergolesi enzovoorts. Ons download programma Rom Kalma in Oratorio & Sacred Music bevat zijn solos uit Bachs ‘Weihnachtsoratorio’, ‘Magnificat’, Actus Tragicus en ‘Hohe Messe’, maar ook grote delen uit de requiems van Verdi and Fauré. Dan zijn er nog fragmenten uit Haydns Die Jahreszeiten en Gretchaninovs ‘Credo’. Meer audio samples en het complete programma vindt u op de downloadpagina Rom Kalma in Oratorio & Sacred Music (DD201602).
|
Duitsland
Mede als gevolg van zijn prijs in Frankfurt kwam Kalma’s Duitse carrière echt tot bloei. Het verschil met de Nederlandse muziekscène en de spreekwoordelijke Duitse Gründlichkeit bleek enorm. Er werd in Duitsland ook veel beter betaald, maar wat Kalma het meest aansprak was het begrip voor wat een zanger deed:
‘Wij denken wel dat wij de Mattheus Passion hebben uitgevonden, maar het is echt intrinsiek de cultuur van het Duitse volk. En dan krijg je ook inhoudelijke reacties, ik herinner me nog een uitvoering van Brahms’ Requiem, waarna iemand tegen me zei: ‘U hebt ons zoveel gegeven’. Ik vroeg wat ze bedoelde, waarop ze uitlegde dat ze was geraakt door de manier waarop ik het zong. In Nederland hield het meestal op bij ‘Wat heeft u een mooie stem’. Waarop ik altijd zei dat de persoon in kwestie misschien wel een mooie piano had, maar dat je hem toch echt eerst moest leren bespelen.’
Ook In Duitsland moeten er tal van radio opnamen in de archieven bestaan met Kalma’s stem, waaronder Beethovens ‘Negende’. Overigens zong Kalma niet alleen in Duitsland, hij trad ook op in Parijs en Engeland, zowel voor de BBC (Mahlers ‘Kindertotenlieder’) als in liederen-avonden.
|
Bedoin
Eind jaren tachtig trok de inmiddels gepensioneerde Kalma vier jaar lang naar Bedoin in Frankrijk, waar ex-hoboist van de Nederlandse omroep Simon Koeten een boerderijtje bewoonde. Gedurende een jaar of acht organiseerde deze musicus iedere zomer een orkest van jonge, pas afgestudeerde musici. Steeds werd veertien dagen lang een werk ingestudeerd, waar men vervolgens mee op tournee door de provincie ging. Er werd dan in kerken, zalen en ook in de openlucht gespeeld. De tournees begonnen altijd met een groot openluchtconcert in Bedoin en het slotconcert vond plaats in de plaatselijke kerk. Omdat Kalma zelf veel voorstellingen uit Bedoin op cassettebandjes heeft opgenomen, kunnen we hieronder een korte impressie geven. Kalma's bewaard gebleven optredens daar bevatten onder meer het Rigoletto quartet met zijn echtgenote uit die tijd, Annett Andriesen; het Parelvissersduet met een student in de tenorpartij. We horen Kalma er solo in Sarastro’s ‘In diesen heil’gen Hallen’ uit Mozarts Die Zauberflöte. Deze meer provisorische opnamen zijn als bonus toegevoegd aan Rom Kalma in Oper, Concert and Musical (DD201605).
|
Van Fritz Wunderlich en Montserrat Caballé
Kalma zong met tal van nationale en internationale beroemdheden. Hij vond die concerten in de schijnwerpers altijd bijzonder, zoals in Het Concertgebouw in de Mattheus Passion met Aafje Heynis en ook met Elly Ameling. In Duitsland zong hij in Stuttgart onder meer met Fritz Wunderlich, in een ongeautoriseerde, Duitse vertaling van Frank Martins Golgotha. Kalma:
‘Dat stuk lag mij echt aan het hart, het is een soort Mattheus Passion voor deze tijd. Wunderlich zong de tenorpartij die voor de pauze eindigt met een lange aria, welke te vergelijken is met Bach’s ‘Ich will bei meinem Jesu wachen’. Martin heeft daar een soort aria gemaakt met dezelfde soort inhoud en die eindigt onbegeleid, dat deed hij zo geweldig mooi, zo indrukwekkend. Maar op de repetitie vroeg Wunderlich telkens maar aan ons of hij het wel goed deed. Volgens hem was hij maar een operazanger en hij zag ons als de vakmensen op dit terrein. Dat was ongeveer een jaar voor zijn dood.’
Op enig moment kreeg Kalma een uitnodiging om mee te doen aan een cursus in Santiago di Compostella, nadat hij in Diligentia Den Haag een liederenmiddag had gegeven.
Montserat Caballé gaf daar een cursus in Spaans recitatief zingen, maar vooral interessant was daar de ontmoeting met de gitarist Andrés Segovia bij wie hij graag zijn licht opstak. En toen werd Kalma uitgenodigd om de opening van het universitaire jaar in Vigo op te luisteren met enkele Maria Mysteriën, in duet met Montserrat Caballé. Kalma:
‘We moesten om half acht aantreden, maar we kwamen daar en een of andere professor begon aan een verhandeling over de Maria-cultus en de Spaanse volksziel. Dat duurde tot half tien...’
Flüsterndes Silber...
|
|
In zijn radiojaren bij de NCRV maar ook privé en op gelegenheidsconcerten mocht Kalma zich graag uitleven in lichte muziek. Somige van deze liederen zijn wellicht ultieme kitch, zoals het operetteachtige ’Flüsterndes Silber, rauschende Wellen’, het bitterzoete ’Herzliebchen mein, unterm Rebendach’ en het over-the-top melancholische ’Drausen in Walder der Träume’. Ze vormen het Duitse equivalent van pakweg ’O sole mio’. Nog zo’n onweerstaanbare oorworm is ’Das Heidegrab’, een stuk waarin soldatenromantiek en tragiek hand in hand gaan, met als eindpunt het heidegraf waar een roosje op bloeit. Alle serieuze liederen, geestelijke muziek en opera aria’s in ons Kalma programma ten spijt werd ik het meest getroffen door deze meeslepende getuigen van een andere tijd. Kalma zingt ze met zoveel schwung, zoveel schmelz en charme, dat ze de luisteraar al snel meeslepen in een maalstroom van melodie en schurende romantiek. Pure nostalgie, zelfs voor mensen die in de dagen dat deze liedjes schlagers waren nog lang niet geboren waren. Dat geldt ook voor het ’Het dierbaar ouderhuis’, de directe voorganger van Wim Sonnevelds ’Het dorp’.’Het dierbaar ouderhuis’ getuigt echter van een meer authentieke beleving aangaande het – universele – sentiment aangaande de tijd waarin niets ooit blijft zoals het vroeger was (Sonnevelds lied is namelijk een cover van Jean Ferrat’s ’La montagne’).
|
|
Naast deze liedjes en Toselli’s ’Serenata’, vertolkte Kalma ook Negro Spirituals als ’Deep river’, ’Go down Moses’ en ’I want to be ready’. Hij zingt ze hier complete met gospelkoor en schept er hoorbaar behagen in Paul Robesons tongval te imiteren. Het is in deze muziek waar Kalma effecten kan gebruiken die in de serieuze muziek natuurlijk niet aan de orde zijn, dat de liefde voor de zang onbeteugeld doorklinkt. Kalma was een purist, een stilist, maar hij had een aangename onbevooroordeeldheid aangaande genres.
|
Winterreise 1992
Hoewel als zanger eigenlijk al met pensioen, gaf Kalma in 1992 nog een concert in de Buitenveldertse Goede Herderkerk. Hij zong daar Schuberts 'Winterreise' op uitnodiging van de dirigent daar, zijn leerling en goede vriend Ronald Dijkstra:
'Na de 3 jaren dat ik van Rom heb les gehad raakten wij zeer goed bevriend met elkaar. De leraar - leerling verhouding was weg en jaren van gezamenlijke tochten naar Italië, concertbezoek, avonden en avonden eten, muziek beluisteren, discussiëren, ja, soms zeer fel volgden. zo’n 25 jaren. Al die jaren ben ik bezig geweest Rom zover te krijgen dat hij nog een keer de Winterreise zou zingen. In De Goede Herderkerk te Buitenveldert waar ik dirigent ben. Een ook voor Rom vertrouwde omgeving met weinig druk van buitenaf. Uiteindelijk stemde hij toe en heeft hij zich met Hans Broekman voorbereid op deze uitvoering. Ik was zeer onder de indruk: wat Rom met tekstuitbeelding deed was zeer bijzonder. Nooit eerder (en later) heb ik iemand zo overtuigd het eerste woord ‘Fremd’ van deze cyclus horen zingen. Jaren van ervaring klonken in deze uitvoering mee (ook al deed de stem soms wat minder mee maar daar had Rom als raszanger weer geweldige oplossingen voor gevonden).'
Het concert werd destijds provisorisch gefilmd. Hoewel het een amateuropname betreft met hier en daar iets teveel in- en uitzoomen, hebben wij de video toch in ons downloadprogramma opgenomen als DD201605V, louter omdat er verder geen bewegende beelden van Kalma bestaan (er was een VHS met een kort optreden uit Bedoin, maar die band bleek bij afspelen kapot).
Leraar
In zijn woonplaats Hilversum dirigeerde Kalma twaalf jaar lang het koor van de Protestantenbond. Daarnaast gaf hij les aan het conservatorium in Utrecht en Zwolle, en aan de kerkmuziekschool. Het bijvak zang bekoorde hem meer dan het hoofdvak, zegt hij zelf:
‘Iemand die met een hoofdvak zang binnenkomt weet dat hij zanger wil worden, maar die bijvakkers hebben dat vak nog nooit gedaan. Als zo iemand dan ontdekt dat hij kan zingen, gaat er een wereld open. Zo zijn er ook een paar doorgegaan in het zingen, die dat oorspronkelijk helemaal niet van plan waren. Mensen hun stem te laten ontdekken heeft mij altijd een geweldige impuls gegeven.’
•
DOWNLOAD PROGRAM
See below our full Rom Kalma catalogue, linking directly to the download pages where more audio samples can be found.