Frans van de Ven
" ... Frans van de Ven zong zijn programma op suggestieve en welluidende wijze, daarbij gesteund en geïnspireerd door het prachtige spel van Thom Bollen, die de pianopartijen verzorgde ... "
Mens en Melodie, augustus 1969, Miep Zijlstra
De bariton Frans van de Ven werd geboren op 9 juni 1916 te Bergeijk, Noord-Brabant. Hij behaalde in 1935 de onderwijzersakte aan de Gemeentelijke Kweekschool in Amsterdam. Hij studeerde zang aan het Conservatorium te Amsterdam, onder meer bij Philip Mazalsky, To van der Sluys en Herman Schey. Tevens studeerde Frans van de Ven er viool bij Jan Tak, repertoire en directie bij Anthon van der Horst en ontving zijn opera-opleiding bij Lothar Wallerstein en Felix Hupka. Italiaanse letteren studeerde hij bij Prof. Guarnieri en Prof. Dr. Morpurgo. Later werkte hij als muziekleraar aan middelbare scholen te Hoorn en Enkhuizen en bereikte met zijn Schoolkoor bijzondere resultaten. Met dit koor werden uitvoeringen gegeven o.a. van Schütz' 'Mattheus Passion' (a capella), het 'Magnificat' van Joh. Chr. Bach, 'Laudate Pueri' van Pergolesi en het 'Oratorio de Noël' van Saint-Saens.
Zijn debuut als zanger vond plaats in 1936 tijdens een concertuitvoering van fragmenten uit 'Lohengrin' o.l.v. Jan Out in Amsterdam. Hij was een ideale vertolker van liederen, o.a. van Peter Cornelius, Tschaikofsky, Rachmaninof, Borodin, Balakiref, Glinka en Moussorgski en van de Nederlandse componiste Clara Wildschut (1906-1950). Van haar zong hij op 27 augustus 1960 - ter herdenking van haar overlijden, 10 jaar geleden - vier liederen voor bariton en piano, begeleid door Henk Bijvanck.
In juni 1939 zong hij zijn eerste recital voor de A.V.R.O. met als begeleider Pierre Palla ter gelegenheid van de jaarlijkse landdag van de vereniging Vrienden van het Lied dat op 14 juni werd gehouden in Huize Queekhoven te Breukelen. Ter wille van zijn liedkunst heeft Frans van de Ven zich een tijdlang intensief met het Russisch beziggehouden. Hij was van mening, dat elke vertaling onherstelbare schade toebrengt aan de sfeer en het karakter van het Russische lied, dat gecomponeerd is in een zo nauw contact met de woordklank.
In opera-uitvoeringen voor de radio zong hij de grote rollen van het baritonrepertoire en op het toneel o.a. Figaro in de 'Barbier van Sevilla', Graaf Luna in 'De Troubadour en Malatesta in 'Don Pasqale'. Hij zong ook in de eerste operauitzending van de Nederlandse televisie de rol van Ben in 'The telephone' van Menotti. Deze rol vertolkte hij ook in een uitvoering van De Utrechtse Opera op 16 december 1951. De rol van Lucy werd in deze voorstelling vertolkt door de sopraan Anneke van der Graaf.
Vanaf het begin van zijn loopbaan heeft Frans van de Ven zich intensief bezig gehouden met de organisatie van het Nederlandse muziekleven. Bij de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (K.N.T.V.) begon hij als redacteur van De Vocalist , het blad van de vakgroep concerterende vocalisten, waarvan hij vele jaren de voorzitter was, tot hij in 1970 de algemene voorzitter van de vereniging werd. Hij was lid van de Raad voor de Kunst, bestuurslid van het Nederlands Impresariaat, vice-voorzitter van de Toonkunstenaarsraad en voorzitter van Vereniging Vrienden van het Lied, waarvan hij de mede-oprichter was.
Frans van de Ven was bestuurslid van de Stichting 's-Hertogenbosch Muziekstad en lid van de adviesraad van de Nederlandse Operastichting. Wegens zijn verdienste voor het Nederlandse muziekleven werd hij in 1975 benoemd tot Officier in de orde van Oanje-Nassou.
Frans van de Ven is overleden op 5 december 1989.
Frans van de Ven in Weihnachtslieder opus 8 no.2 van Peter Cornelius 'Die Hirten', piano Willem Andriessen :