Theo Baylé
"... Hij was omstreeks '49 de grootste Nederlandse Scarpia uit de opera Tosca. Ruth Horna zong in die tijd de Tosca, de titelrol ... "
Gré Brouwenstijn in Gre Brouwenstijn, met en zonder make-up.
"... op gelijk niveau met het hare *) stonden de beide rivalen: graaf Luna, die vol dreiging en duisterheid door Theo Baylé werd uitgebeeld ... "
Mens en Melodie, maart 1949, *) met 'hare' wordt Gré Brouwenstijn bedoeld
"... Wenen, Berlijn, München, daar heeft men Theo Baylé gehuldigd en bejubeld als men weinig artiesten heeft gedaan, zoals ook weinig kunstenaars het bestaan hebben meer dan tien jaar verbonden te zijn, via een ster-contract, met de Weense Staatsopera ... "
Muller, Telegraaf, 3 mei 1971
" ... met weemoed hoort men Baylé "Non è su lei" op een superieure manier zingen. Dat we zulk een kracht moeten gaan missen! ... "
Un ballo in maschera, maart 1951 C.v.B.
Theo Baylé werd geboren op 29 mei 1912 te Laren, Noord-Holland. Daar ontving hij ook zijn eerste zanglessen bij Marcus Plooyer. Zijn zangstudie voltooide hij, zoals velen voor hem, bij de beroemde sopraan en pedagoge Aaltje Noordewier-Reddingius. Aanvankelijk trad hij als concert- en oratoriumzanger op, hij debuteerde in 1931 - op 19-jarige leeftijd! - als oratoriumzanger in Joseph Haydn's 'Die Jahreszeiten'. Hij was prijswinaar in het Internationale Concours, uitgeschreven door de 'Staatsakademie für Musik und darstellende Kunst' te Wenen in 1937. Als concertzanger trad Baylé met verscheidene grote orkesten op, o.a. onder Pierre Monteux, Carl Schuricht, Oskar Fried en Peter van Anrooy.
In 1939 verbond hij zich aan de nieuw opgerichte Nederlandsche Opera Stichting van Johannes den Hertog, waar hij de operaklas van Lothar Wallerstein en Den Hertog volgde. In deze operaklas zaten artiesten als Frans Vroons, Greet Koeman, Michel Gobets, Ria Focke, Ellen Schwarz, Ruth Horna en Corry Bijster. Maar ook een oratorium- en concertzangeres als Jo Vincent! Tevens meldden zich nu, uit eigen beweging, gevestigde solisten als Else Rijkens, Louis van Tulder en Willem Ravelli bij dit jonge gezelschap aan.
In 1939 vond in Amsterdam zijn debuut plaats als operazanger bij deze Nederlandse Operastichting - voor de leden van de Wagnervereeniging - in Jacques Offenbach's 'Hoffmanns Vertellingen'. Baylé vertolkte hierin de rollen van Lindorf, Coppélius, Dapertuto en le docteur miracle. De rol van Hoffmann werd vertolkt door de joodse tenor Michel Gobets. Daarna was hij als 1e bariton verbonden aan achtereen volgens Het Gemeentelijk Theater Bedrijf, afd. Opera - hoe verzinnen ze zo naam - o.l.v. Johannes den Hertog, de Nederlandsche Opera, o.l.v. Paul Cronheim, later o.l.v. Frans Vroons tot aan zijn vertrek naar de Weense Staats Opera, eind 1950. Theo Baylé - een lyrische, lichte bariton, die zich gemakkelijk op het toneel bewoog - schitterde in rollen als graaf Almaviva (Le nozze di Figaro), Ottokar (Der Freischütz), Tonio (Pagliacci), Valentin (Faust), Renato ( Un ballo in maschera), Amonrasmo (Aïda), Leonetto (Boccacio), Marcello (La Bohème), Rigoletto, Scarpia (Tosca), Giorgio Germont (Traviata), Rodrigo (Don Carlos), Don Pizarro( Fidelio), Escamillo (Carmen), Zurga (Les pêcheur de perles), Harlekin (Ariadne auf Naxos), graaf Luna (Il Trovatore) en Tereus (Philomela).
In Wenen vervolgde Theo Baylé zijn succesvolle carrière. Hij was tevens aan de Wiener Volksoper verbonden en gaf gastoptredens in Duitsland , Frankrijk , België en Nederland. Ook trad hij op in de V.S. waar men hem huldigde in de New York City Opera. Bij de Salzburger Festspielen trad hij op in de premières van Penelope van Liebermann, 1954 en Irische Legend van Egk, 1955. Ook zong hij tijdens het Holland Festival van 1950 de rol van Tereus in de première van Philomela (H.Andriessen)
Eind 1959 keerde hij terug naar Nederland. Zijn succes van voor zijn Weense periode kon hij echter niet meer waarmaken.
" ... een van de vroegere coryfeeën van de Nederlandse Opera, Theo Baylé, wiens bariton lichter geworden lijkt te zijn, zong de partij van Ethiopië's koning Amonasro. Deze rol stelt men zich feller, ruiger voor, al was de uitbeelding zeer muzikaal ... "
Nieuwe Rotterdamse Courant, 19 september 1960
"... Theo Baylé zong de Amonasro-partij .... de charme van zijn hoge bariton is wel is waar in Wenen verbruikt, maar men kan toch nog menig klankvolle en gave passage waarderen. Zijn spel was boeiend, zijn figuur attractief ... "
Het Centrum, Utrecht, 17 september 1960
"... doch ook naar Theo Baylé - Amonasro - hebben wij intens geboeid geluisterd. Zijn stem mocht, in de hoogte dan, een weinig glans missen: wat hij te doen kreeg, deed hij op een manier, die ons waarachtig niet onbewogen kon laten ... "
Het Nieuwe Dagblad, Rotterdam 27 september 1960, B.R.
Hij zong nog gedurende enkele jaren bij de Nederlandse Opera waar zijn laatste optreden op 12 september 1963 plaats vond, in dezelfde rollen waarmee hij in 1940 zijn debuut begon: Lindorf, Coppélius, Dapertuto en le docteur miracle in Hoffmanns Vertellingen. Aan een zang-carrière van 32 jaar was een eind gekomen.
Nadien vestigde hij zich in Kampen en was werkzaam als docent aan het Conservatorium van Utrecht en de muzieklycea van Arnhem en Kampen.
Theo Baylé is op 59-jarige leeftijd te Kampen overleden, op 30 april 1971. Hij was gehuwd met Kitty Johns, pianiste. Zij is op 84-jarige leeftijd nog steeds actief en geeft recitals in het buitenland. Theo Baylé had één dochter Irène en één zoon Harry. Harry is net als zijn beide ouders musicus, en speelt als violist in Holland Symfonia.
01 - Leoncavallo, Pagliacci: Prologue
02 - Rossini, Il barbiere di Siviglia: Largo al factotum
03 - Verdi, Un ballo in maschera: Eri tu che m'acchiavi
04 - Verdi, Don Carlos: Per me giunto
05 - Mozart, Le nozze di Figaro: Vedro mentr'io sospiro
06 - Offenbach, Les contes d'Hoffmann: Air Dapertutto, Sentile diamant
07 - Gounod, Faust: Invocation, Avant de quitter ces lieux, 1951
08 - Puccini, Bohème: duet: O Mimi, tu piu non torni, Ratco Delorco (tenor)
09 - Verdi, Rigoletto: Tutti le feste, with Erna Spoorenberg (soprano), 1952
10 - Telemann, Die ungleiche Heirat, Wie sie mich ganz verwirren kann
11 - Telemann, Die ungleiche Heirat, Ich weiß wie man redet
12 - Verdi, Ein Maskenball, 4th act: Morro, ma prima in grazia ... Eri tu ... finale
(sung in German), with a.o. Carla Martinis (sopr.), Helge Rosvaenge (tenor),
conductor Wilhelm Loibner, recorded 1953, Wiener Volksoper
13 - Zigeunerbaron; Werberlied, Her die Hand, es muss ja sein, 1940
14 - Millocker, Der Bettelstudent; Ich hab' sie ja nur auf die Schulter gekusst
De meeste opnames zijn uit de periode 1951-1952
DD Records
bestelnummers cd's: DDR 0705
prijs per cd: Euro 14,95 (exclusief verzendkosten)
Voor bestel info zie: Cd/Dvd-producties