Our webshop

BookCover130401Ned Opera Boek 1
HC 539 p: € ...
130TheatreFrancaisCDTheatre Français
2cd 64p booklet: € 40
DiscoAmstLieds130Amsterdamse Liedschool
Audio Download: € 10
DiscoDilVP130Bonus CD Boek
Audio Download: € 10
401COnc1Logo130401Concerts 1
Video Download: € 7.99
130HeldentenorDutch Heldentenor
CD 64p booklet: € 30
390KMM401Concerts 3
Audio Download: €7.99
Logo130JoVincent1 Jo Vincent 1-5
Audio Download: €5

DutchDivas in het 401NederlandseOperas boek-I

401BookCoverFt

Het 401Nederlandse Operas boek deel I brengt de ontwikkeling van Nederlandse opera’s van Sweelinck tot het einde van de Franse Tijd in kaart. Die ontwikkeling gaat hand in hand met de geschiedenis van Nederlandse zangers omdat de meeste Nederlandse opera’s vanzelfsprekend door Dutch Divas & Divos zijn gecreëerd.

Dit eerste deel begint bij Sweelincks wereldlijke liedcycli uit ca. 1594 en loopt door tot het einde van De Franse Tijd, waarin componisten als Ruloffs, Meissner, Beethoven (de Zutphense geboortelegende wordt uitgeplozen) en de Gouds/Friese Jean des Communes de boventoon voeren. In die 225 jaar is veel verloren gegaan, maar een aantal namen van zangers en zangeressen zijn bekend gebleven. Daaronder Utricia Ogle (de muze van Constantijn Huygens), Rose Baptiste Anselme (de muze van Jacob Jan van Wassenaer en het publiek van het Haagse Théâtre Français), Anna Davia (Diva in het reizende gezelschap van Domenico De Amicis), prinses Carolina (die Mozarts allereerste operaexperimenten uit Den Haag waarschijnlijk zelf vertolkte) en Ernestine Louisa Anderegg (muze en echtgenote van Bartholomeus Ruloffs).

MORE DETAILS

DutchDiva Showcase

Van Huygens en Utricia Ogle naar Elly Ameling en Cyril Auvity

401DDdiscOgle250Homo universalis Constantijn Huygens componeerde de in 1646 anoniem uitgegeven lied- en psalmenbundel ‘Pathodia Sacra et Profana Occupati’ uit 1646. Huygens wilde daarmee vooral indruk maken op zijn muze van dat moment, klaveciniste en zangeres Utricia Ogle, aan wie het werk is opgedragen. De scabreus/ amoureus/ masochistische liederen (luister maar eens naar ‘Con la candida man’) tonen zijn kennis van de laatste mode in Italië en Frankrijk van dat moment. Naast Boësset klinken ook Monteverdi en zijn idool Luigi Rossi erin door. Sinds de herontdekking van de bundel door Aafke Komter-Kuipers in 1934, zetten Jo Vincent en de alt Annie Hermes Huygens voorzichtig op de kaart. Inmiddels zijn er meerdere integrale opnames voorhanden tussen de EMI-langspeelplaat uit 1979 met sopraan Elly Ameling en bas Max van Egmond, de NM-Classics cd uit 2000 met sopraan Anne Grimm, bas Peter Kooij, mezzo Wilke te Brummelstroete en tenor Nico van der Meel en de Glossa opname uit 2020 met tenor Cyril Auvity. Het 401NederlandseOperas handboek I besteedt ruim 14 pagina’s aan Huygens, de Pathodia Profana, muze Utricia Olgle en de pathodia discografie.

HOOFDSTUK 

Annie Woud

Annie Woud
Annie Woud (1901-1989)

Annie (Anna Catharina) Woud is geboren op 21 september 1901 te Haarlem. Zij volgde haar opleiding in Amsterdam bij de zangpedagoge Amalia Schuil-Hol en in Wenen bij Irene Schlemmer-Ambros, waar zij later regelmatig zou zingen voor het Gesellschaft der Musikfreunde. Zij debuteerde in 1929 in Wenen in de 'Achtste Symfonie' van Gustav Mahler. Zij maakte talrijke concertreizen o.a. naar Brussel en Antwerpen, naar Bazel, naar München en Keulen en trad ook op in Zweden en Noorwegen.

In 1946 maakte zij een grote tournee naar Zuid-Afrika, trad op in het Edinburgh Festival met het Stabat Mater van Rudolf Mengelberg, te samen met Louis van Tulder, maar was toch voornamelijk in Nederland te horen in oratorium- en concertuitvoeringen, zoals de jaarlijkse 'Matthäus Passion' samen met Jo Vincent in de Groote Kerk te Naarden o.l.v. Anthon van der Horst. Zij behoorde tot een van de grootste Nederlandse oratoriumzangeressen van haar tijd (jaren dertig en veertig) en trad vaak op met het Concertgebouw Orkest.

In de periode 1932-1954 trad zij op in 'Ariadne auf Naxos' van Haydn onder Monteux (1932); in de 'Messiah' van Händel onder Van der Horst (1932); in Bach's 'Hohe Messe' onder Van der Horst (1934); in Beethoven's 'Negende Symfonie' onder Mengelberg (1934); in 'Die Nacht' van Diepenbrock onder Van Beinum (1935); in Mahler's '3e Symfonie' onder Bruno Walter (1937); in zijn '8e Symfonie' onder Mengelberg (1937); in het 'Stabat Mater' van Rudolf Mengelberg (1941); en uiteraard in Bach's 'Mattheus Passion' onder Van Beinum (1949/50); maar ook in 'Roméo et Juliette' van Berlioz onder Pierre Monteux (1950). Totaal in zo'n ruim 75 voorstellingen.

Op het operatoneel is zij nooit verschenen. Haar afscheid kwam in 1956. Daarna was zij als docente verbonden aan de het Conservatorium van Leiden. Zij zat ook enkele malen in de jury van het Internationaal Vocalisten Concours ’s-Hertogenbosch. Annie Woud was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Annie Woud maakte verscheidene plaatopnamen, o.a. voor Columbia in 1930, voor Philips (8e Symfonie van Mahler) en voor de Händel Society. Ook maakte zij operaopnamen voor Decca.

Annie Woud is overleden op 27 januari 1989 in verpleeghuis 'Huize de Beuk' te Haarlem..

 

BoekFullL800