John van Kesteren
John van Kesteren behoort tot een van de grootste naoorlogse Nederlandse zangers, ook al woonde en werkte hij dan grotendeels in München. De mogelijkheden voor grote Nederlandse solisten zijn nu eenmaal - helaas - te beperkt in eigen land en wie wil meetellen op het internationale podium, moet wel een residentie óver de grenzen zoeken. Wat overigens niet hoeft te betekenen, dat de betreffende artiest het vaderland gaat vergeten. De lange, kleurrijke loopbaan van John van Kesteren bewijst dat. Als het maar even kon, wipte de tenor over naar zijn vaderland. Voor het geven van concerten, het maken van radio- en televisie-uitzendingen en het maken van grammofoonplaten.
John van Kesteren werd geboren in Den Haag op 4 mei 1921. Aanvankelijk werkte hij bij de PTT als elektrotechnisch tekenaar, maar na zijn overplaatsing van Den Haag naar Apeldoorn kwam hij in contact met een operettegezelschap. Al spoedig bleek zijn aanleg, alhoewel John van Kesteren pas in 1950 de PTT definitief verliet om zich uitsluitend aan de zang te wijden. Eerst - in 1946 - aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij studeerde bij Willem Ravelli en Lothar Wallerstein; later bij Nadia Boulanger in Parijs en bij Vera Schwarz in Wenen, waar hij zijn studies voltooide. Zijn debuut maakte hij al in 1947 als de Italiaanse zanger in Richard Strauss' Rosenkavalier. Datzelfde jaar had hij ook al aan een radio-uitzending meegewerkt van Bizet's 'Les pêcheurs de perles'. Zijn carrière als concertzanger begon hij in 1949 in Bazel, waar hij onder Hans Münch de tenorpartij zong van de negende symfonie van Beethoven. Datzelfde jaar - hij was toen nog steeds amateur en bij de PTT werkzaam - debuteerde Van Kesteren in Amsterdam als operazanger, onder Erich Kleiber in Wagner's „Tristan und Isolde". Ook het televisiedebuut van John van Kesteren vond plaats in eigen land; de historisch geworden eerste operauitzending in Nederland, op 5 februari 1952. Van Kesteren schitterde er in de rol van Bastien, in Mozart's opera „Bastien et Bastienne". In de aanloop naar zijn professionele carrière heeft John van Kesteren aan verscheidene zangconcoursen deelgenomen. Zowel in België als in Zwitserland. In Genève behaalde hij de vierde plaats als hoogst geplaatste tenor, uit een deelnemersveld van aanvankelijk 415 vocalisten uit 28 landen. Hij kreeg hiervoor een erediploma en een uitnodiging voor een optreden bij de radio van Genève.
John van Kesteren bracht het grootste deel van zijn carrière - als zoveel andere Nederlandse collegae - door in het buitenland. Hij werd in 1954 verbonden aan de Komische Oper en in 1956 aan de Stadtische Oper. In 1959 verhuisde hij naar München voor een engagement aan zowel het Nationaltheater als aan het Theater am Gartnerplatz, waar hij zeventien jaar zou blijven. Als lyrische tenor met een opmerkelijk bereik in de hoogte specialiseerde hij zich in rollen die over het algemeen moeilijk te bezetten zijn, zowel in het 18de-eeuwse en l9de-eeuwse repertoire. Glansrollen: Platée van Rameau, Le Comte Ory van Rossini en Chapelou in Le postillon de Longjumeau e.d. Als gevierd zanger trad hij in de afgelopen jaren regelmatig op in dertien West-Europese landen, maar ook achter het ijzeren gordijn. In Moskou, Leningrad en Warschau bij voorbeeld. Ook in de Verenigde Staten is John van Kesteren meerdere malen opgetreden en verder vulden concerten in Canada, Japan, Brazilië, Argentinië, Venezuela, Thailand, Indonesië en India zijn overbezette agenda. Hij maakte eigen televisieshows in o.a. Indonesië, Japan, Nederland en - in augustus 1970 - in Canada. En om nog even een aantal dirigenten te noemen met wie John van Kesteren in de loop der jaren samenwerkte; uit de lange rij van grote namen vermelden we hier Herbert von Karajan, Otto Klemperer, Karl Richter, Karl Böhm en Lorin Maazel. John van Kesteren zong onder hun bezielende leiding op vele festivals in binnen- en buitenland, tijdens opera-uitvoeringen en voor grammofoonplaten. De Duitse regering benoemde Van Kesteren in 1965 tot „Bayerische Kammersanger", terwijl hij in eigen land, in 1970, Ridder in de Orde van Oranje Nassau werd.
In later jaren specialiseerde hij zich in karakterpartijen, maar daarnaast zong hij een breed concertrepertoire met onder meer honderden optredens als de Evangelist in de Matthaus Passion van Bach. Dat is - in het kort - John van Kesteren. Een voortreffelijk, bijzonder bescheiden kunstenaar. Een artiest die liever niet praat over zijn successen binnen en over onze grenzen. Een zanger, die zegt: „Wie wat van mij te weten wil komen, kan het beste naar mij luisteren. Ik ben pas dan helemaal mezelf, wanneer ik zing . . ."
John van Kester woont momenteel in Palm Beach, Florida en is daar gehuwd met een Amerikaanse. Hij is - ondanks zijn leeftijd - nog steeds actief als zanger. Zo zong hij nog in Carl Orff's Carmina Burana in 2000 te Barcelona en op 80-jarige leeftijd in 2001 te Ottawa.
John van Kesteren is op 87-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Jupiter (Palm Beach, Florida) op 11 juli 2008. Hij werd door kenners beschouwd als een van de beste tenoren van de twintigste eeuw. In het blad Opera and Concert werd John op een eervolle 41e plaats gezet in een lijst van de beste 100 tenoren van de vorige eeuw. De lijst werd samengesteld door muziekcritici afkomstig uit 42 landen. De 1e plaats werd bezet door Enrico Caruso. Onder de genomineerden behoorden oa. Placio Domingo (7e), Jose Carreras (28e), Jacques Urlus (30e) en Luciano Pavarotti op de 51e plaats.
Recensie/ discografie:
THE ART OF JOHN VAN KESTEREN IN OPERA
Fragmenten uit opera's van Gluck, Sacchini, Haydn, Cimarosa, Mayr, Rossini, Donizetti, Bellini, Halévy, Adam, Verdi, Gounod, Bizet, Rimski-Korsakov, d'Albert en Koetsier.
John van Kesteren (tenor), Erika Köth, Ingeborg Halstein (sopraan), Hetty Plumacher(alt). Marcel Cordes, Heinz Hermann (bas), diverse orkesten en dirigenten.
Gala GL 100.572 (2) Uitvoering 9 a 10 - Opname 7
recensie Luister, oktober 2001, recensent Roeland Gerritsen
[ ...... ] opnamen van de onlangs 80 jaar geworden - maar nog immer zingende - tenorino, John van Kesteren. Alle opnamen, gemaakt tussen 1958 en 1982, zijn afkomstig uit München, voornamelijk met het Münchner Rundfunkorchester [ ...... ] Van Kesteren paart een verbluffende techniek en een voortreffelijke dictie aan een schijnbaar moeiteloze hoogte en aan elegante fraseringen, en ik ben meermalen bijna van mijn stoel gerold van verbazing. Ik wist dat hij de favoriete 'Gebraden Zwaan' van Carl Orff was (Orff, met Van Kesteren bevriend, stuurde aanbevelingsbrieven aan wie ter wereld ook maar de Carmina Burana uitvoerde), maar een voorstelling van de stem had ik niet. Neemt u van mij aan: hij is een fenomeen, en ik verbaas me over het feit dat er zover ik weet geen 'officiële' plaatopnamen door de grote labels van hem zijn gemaakt *), terwijl hij toch met de groten heeft gewerkt. Het boekje vermeldt zijn wapenfeiten onder de smakeloze titel 'John van Kesteren: de ridder van de hoge C', daarmee tot een kunstje bagatelliserend wat wel degelijk van Kunst getuigt, al moet ik zeggen dat de indruk van eenkleurigheid na verloop van tijd een rol gaat spelen. Dit komt enerzijds doordat er op de volle cd's erg veel van deze korte aria's, cavatina's en romances staan, anderzijds doordat deze in het uitbuiten van het hoge tenorregister niet zelden een opmerkelijke verwantschap vertonen (de incidentele bijdragen van andere vocalisten zijn daarom een welkome afwisseling - o.a. in het beroemde kwartet uit Rigoletto). Maar luister eens naar track 10 op het eerste schijfje, de Cavatine van Rossini's Le Comte Ory: fenomenaal. Ook zijn Gluck en Donizetti sla ik zeer hoog aan. [ ...... ] Van Kesteren beheerst het allemaal.
John van Kesteren in de Cavatine uit Le Comte d'Ory
*) Er bestaan o.a. opnamen van van Kesteren bij labels als: MMS (Belmonte in 'Entführung aus dem Serail'), Heliodor, Ariola (Postillon de Lonjumeau), DGG (Palestrina, Pfitzner), Ariadne auf Naxos, Die Kluge(Carl Orff) en talrijke oratorium opnamen (Carmina Burana, Eurodisc). Ook in het lichtere repertoire bestaan er opnamen: 'John van Kesteren zingt voor U'.(CNR C 146/8)
J.L.