De hoge C
Onderstaande (ongeveer halverwege deze pagina) e-mailtjes - reacties op de biografie van Cristina Deutekom - waren o.a. een aanleiding voor mij om me eens wat meer te gaan verdiepen in octaven, noten, hoge C's, e.d. Bijvoorbeeld de beroemde ' hoge C ' leek mij als begrip te vaag gedefinieerd. Het wordt bij tenoren, zowel als sopranen gebruikt en daar zit toch wel een evident verschil tussen. Correct bleek c2 of 'twee gestreepte c' bij tenoren en c3 of 'drie gestreepte c' bij sopranen. Een octaaf hoger - c2 naar c3 - is een verdubbeling van de toonhoogte.
Twee voorbeelden van zo'n hoge C:
'Di quella pira', De tenor Hans Kaart in Il trovatore van Verdi, een opname uit 1956
De hoge C - C2 - zingt Hans Kaart na +/- 56 seconden vanaf het begin van de aria.
Ma dall'arido stelo divulsa, De sopraan Gré Brouwenstijn in Un ballo in maschera van Verdi, een live opname uit 1958
De hoge C - C3 - zingt Gré Brouwenstijn na +/- 1 min. 17 sec. vanaf het begin van de aria.
De octavenreeks loopt voor de menselijke stem van C tot B (groot octaaf), van c tot b (klein octaaf), van c1 tot b1 ( één maal gestreept octaaf), van c2 tot b2 en eindigt praktisch gesproken bij c3 tot b3. Echter, enkelen komen hier bovenuit, tot in het bereik van c4 tot b4, hoewel volgens mij geen enkele klassieke componist hier ooit iets voor geschreven heeft. De hoogst genoteerde (bekende) noot is een g3. Mozart schrijft hem voor in de concertaria "Popoli di Tessaglia", KV316. De coloraturen van de 'Königin der Nacht' staan bijvoorbeeld in f3. Zangeressen die noten produceren boven dit bereik doen dit dan ook in het kader van versieringen, vrije coloraturen e.d. Een van de laagst voorgeschreven noten in een opera komt overigens ook voor in Mozart's Zauberflöte, in Sarastro's partij: de lage F - groot octaaf. Binnen deze opera kunt u dus zowel één van de hoogst voorgeschreven noten - de f3 - als één van de de laagste - de lage F - aantreffen, exact 4 octaven, ongeveer het gehele menselijk stembereik.
De laagste noot die Mozart voorschreef is echter de lage D voor Osmin in Die Entführung aus dem Serail (Ha, wie will ich triumphieren). Monteverdi schreef zelfs twee maal een lage D voor, de eerste in de Dood van Seneca in L'Incoronazione di Poppea. De tweede in de opera Il Ritorno di Ulisse in Patria.
In het Russische Kantechion (Dodenmis) van Rachmaninov, schreef de componist een facultatieve lage B voor en Mahler schreef zelfs een Bes voor in het "Chorus Mysticus" gedeelte van de Achtste Symfonie (op de woorden: "hier wird's Ereignis"). Echter, lager dan deze noten en hoger dan die g3 - uit KV316 - is over het algemeen niet mogelijk, de rek is dan uit de stemplooien.
Entführung aus dem Serail, Matti Salminen met een lage D
Fragment uit Meyerbeer's opera Les Hugenots, een lage C door de Italiaanse bas Cesare Siepi
Cherubic Hymn, opus 27/5 van Chesnokov, Vladimir Pasuikov met een lage Ab1, (52/53Hz, dat is in het contra octaaf bereik, net voor het punt waar de grafiek begint met de C van het groot octaaf), ongeveer 56 seconden vanaf het begin
Maar er is altijd een baas boven baas.
Hier hoort u Viktor Wichniakov, één van de beroemde Russische Basso Profundo met een lage C#1 (uit de Contra -octaaf reeks, C1-B1, Europese notatie) in de tweede helft van het fragment:
Russisch koorwerk
Exact meten van deze relatief zwakke basis toon C#1 (34Hz) is lastig omdat vooral de eerste boventoon/ harmonische C (66Hz) aanzienlijk sterker is. Dit effect is overigens bij hoge tonen ook vaak het geval. En de variaties in toon/klank die u in het fragment hoort, zijn meer het gevolg van variaties in de sterkte verhoudingen van de harmonischen/ boventonen dan variaties in toonhoogte. De meeste luidsprekers kunnen dit soort lage tonen niet correct weergeven, maar u kunt ze toch horen vanwege de aanwezigheid der harmonischen/boventonen. Uw oren laten deze zwakke grondtonen toch horen door compensatie via uw hersens. Zij vullen als het ware de ontbrekende grondtonen aan.
We Praise Thee, St Petersburg Chamber Choir, (uit de Russische Liturgie, muziek van Pavel G. Chesnokov (1877-1944) Nikolai Korniev, dirigent), video clip op You Tube met lage B's in het begin, en enkele A's en zelfs een keer een lage F#
Terugkerend naar Cristina Deutekom, zij zong op de Bühne een serie van f3's. Dit, in combinatie met haar lage a (niet een A, zoals abusievelijk in haar e-mail vermeld staat), gezongen als Amelia in Verdi's 'Un ballo in maschera' geven haar een stembereik bestrijkend 4 octaven (klein octaaf tot en met 3 maal gestreept octaaf)! De Nederlandse coloratuursopraan Wilma Driessen, die samen gezongen heeft met Cristina Deutekom, had zelfs een g3 tot haar beschikking.
En er zijn meer uitzonderingen. Erna Sack, de Duitse coloratuursopraan begon in 1928 - het begin van haar carrière - aanvankelijk met kleine rollen als alt en veranderde rond 1930 naar coloratuursopraan. Van haar is bekend dat zij c4 kon halen. Haar bijnaam: 'de Duitse nachtegaal'. Een andere sopraan, zeer bewonderd door Mozart, Lucrezia Agujari (1741-1783) kon ook deze hoogte bereiken. Mado Robin, een Franse coloratuursopraan kon een b3 halen, een visitekaartje van haar.
De veelgeroemde hoge Es (E#3) (hierover straks meer) van Maria Callas in een Aïda uitvoering te Mexico City, 'anderhalve' noot boven c3, lijkt bij de b3 van Mado Robin in het niet te zinken. Zij zong deze evenwel formidabele hoge Es vanwege een conflict met de tenor Baum, die zijn hoge noten te lang aanhield. Baum had hier geen antwoord op. Verdi schreef die hoge Es hier niet voor. Maar zoals John Ardoin in zijn boek 'The Callas legacy', schreef: 'The added note is, of course, pure circus and why not?' In de Bolero uit Verdi's 'I vespri siciliani' bereikte Callas een hoge E, zowel in de studio opname uit '54 als in de live opname uit '51. Maar, ook Callas heeft enkele malen in haar carrière een f3 gezongen. Bijvoorbeeld - zoals mij verzekerd is - in de 'klokjes aria' uit 'Lakmé'. In het door mij geplaatste geluidsfragment zingt zij echter een e3#, een halve noot lager dus. Maar inmiddels is er een opname van Callas met een f3 opgedoken, een aria uit Armida. Dit fragment valt nu eveneens te beluisteren.
Voor een goed begrip, het kunnen bereiken van héél laag of héél hoog heeft uiteraard niets te maken met de kwaliteit van de stem. Kathleen Ferrier bijvoorbeeld bezat aan het begin van haar carrière een stemomvang van twee octaven, later werd dat meer. Maar wat een prachtige stem bezat zij! En ook Julia Culp had een "kleine" stem, maar werd toch een van onze grootste liedzangeressen.
Over tenoren is minder geschreven, behalve die 'hoge C' - c2 dus. In de opera komt - voor zover mij bekend - een nog hogere noot alleen in de beroemde 'Postillon-aria' van Adolphe Adam voor: 'Mes amis, écoutez l'histoire' (Freunde vernehmet die Geschichte). Daar wordt een d2 gezongen. Overigens zong Rubini, een zanger uit de 19e eeuw zelfs tot F (!), dit was echter in falset gezongen.
Nicolai Gedda | William Matteuzzi - Bologna 1957 | John van Kesteren |
Maar ook Nederland heeft een tenor - John van Kesteren - die een imponerende hoogte tot zijn beschikking heeft. Zelfs nu nog - op zijn 80e - kun je hem midden in de nacht wakker maken om een hoge C te zingen. Hij zong zelfs tot en met hoge F (!) in verschillende Franse opera's. Op de dubbel CD van Gala - zie biografie John van Kesteren - staan enkele staaltjes van zijn kunnen, zoals de cavatine uit Rossini's opera 'Le comte Ory' waar u hem kunt horen met 5 hoge C's en zelfs een hoge D. Ik laat u hier echter een ander fragment horen, uit Donizetti's 'La fille du régiment' met een aantal - ik tel er 5 - hoge C's. De bas, die u hoort is Heinz Hermann, de opname is van 8 september, 1959.
Cavatine van Tonio uit 'La fille du régiment', met de Amici miei, che allegro giorno
Le postillon de Lonjumeau, Nicolai Gedda met o.a. een hoge D (d2)
Drie tenoren - 3x de hoge F
Rossini, L'Italiana in Algeri "Languir per una bella", William Matteuzzi met een hoge F! (f2) in 'full voice'
Er bestaan meer opnames van tenoren met een hoge F, o.a. van de al eerder genoemde Zweedse tenor Nicolai Gedda.
Bellini, I Puritani, Nicolai Gedda met o.a. een hoge F (f2)
Bellini, I Puritani, Tenslotte Luciano Pavarotti, hetzelfde fragment, eveneens met o.a. een hoge F (f2)
Maar het kan nog hoger! U hoort nu een eerst opera fragment, gezonger door de Amerikaanse tenor Gregory Kunde
"Gb5 (Gb2)", Gregory Kunde, een halve toon hoger dan in de vorige drie fragmenten
Farinelli | Javier Medina | Javier Medina op toneel in een rol als castraat |
En als tweede voorbeeld, een lied gezongen door de castraat Javier Medina
"Ombra fedele anch'io", gecomponeerd door Riccardo Broschi voor zijn broer Farinelli (artiestennaam van de beroemde castraatzanger Carlo Broschi, Napels, 24 januarie1705 – Bologne, 15 juli 1782) en falset gezongen door de Mexicaanse mannelijke sopraan Javier Medina *) , met een hoge A5(A2) en B5(B2) in het begin en naar het eind toe wederom een B5(B2)
*) Zo genoemde "natuurlijke" of "endocrinologische castraten" zijn geboren met een hormonale afwijking, zoals b.v. met het Kallmann's syndroom, of hebben door een fysieke of medische gebeurtenis in hun jeugd een hormonale groeistoornis opgedaan die het vocale effect van een echte castratie mogelijk benaderd. Javier Medina en Jorge Cano zijn voorbeelden van zulke hoge mannelijke stemtypes.
De sopranen:
Erna Sack (1898-1972) |
Mado Robin (1918-1960) |
Yma Sumac - 1927 |
Fragment uit 'Carnaval de Venice' en met die hoge B (b3) gezongen door Mado Robin en welwillend ter beschikking gesteld door John Davison:
Carnaval de Venice, Mado Robin, met een formidabele b3
Lucia di Lammermoor,Waanzin aria, Mado Robin, wederom met een b3, kort zelfs overgaand in een c4
Frühlingsstimmen Walzer, Erna Sack met een c4 in het begin van het lied (niet de lang aangehouden noot, dat is een g3#, maar een van de volgende korte noten) met dank aan 'Callista LaDiva'
Popoli di Tessaglia, KV316, door Natalie Dessay, EMI 1995, met twee maal een g3
Tot besluit van de sopranen drie fragmenten met Maria Callas:
Proch variations: 'deh torna mio bene' van Heinrich Proch, een live opname met helaas matige geluidskwaliteit, maar met Callas in geweldige vorm: o.a. een D3, E3, C#3 (cis3) en wederom een E3
Klokjes aria uit Lakmé van Delibes, een live opname uit 1952 - e3# (eis3)
Armida, de aria: 'per me propizio il fato' van Rossini, 1952 live opname met na ongeveer 1.17 min. een F3
De alten:
Van de lage vrouwenstemmen - de alten - is het volgend fragment een mooi voorbeeld. U hoort Marian Anderson in een opname uit 1936 van Schubert's Der Tod und das Mädchen. Marian Anderson zingt als laatste regel " ... sollst sanft in meinen Armen schlafen ... " Tijdens schlafen zingt zij een G# (103hz) (groot octaaf).
Schubert, Der Tod und das Mädchen, Marian Anderson met een G#,
Rest ons nog enkele fenomenen die genoemd dienen te worden, onder hen het Peruaanse - en door Leo Riemens verguisde - stemwonder Yma Sumac. Van haar wordt gezegd dat haar stem een omvang heeft van maar liefst 5 octaven, een bereik dat loopt van B1 (de B onder de C, dat is dus net buiten de grafiek) tot c4, exact 5 octaven. Hiermee reikt zij dus iets onder het basbereik in de laagte en net boven Mado Robin met haar b3 in de hoogte.
Chuncho - the forest creatures, Yma Sumac, vanaf E2 (groot octaaf) tot en met een c#4, bijna 5 octaven
Nu komen we bij een gedeelte, waar liefhebbers van klassieke muziek misschien zullen afhaken. Een gerenommeerde zanglerares schreef me, na beluistering van het eerst volgende fragment: " ... Vreselijk. Wist niet dat dit gepiep een G4 voorstelt! ..."
Mariah Carey |
Adam Lopez |
Georgia Brown |
Van pop-diva Mariah Carey wordt vermeld dat zij de zangeres is, die de hoogste noot ooit gezongen haalde, een G#7. Dit bereikte zij tijdens twee live registraties van de song "Emotions". U hoort haar hier in één van deze registraties bij: The MTV Video Music Awards 1991. De G#7 wordt gezongen in de 3e groep 'hits', zo rond de 13 sec. vanaf het begin. Zij behaalde met deze opname een plaats in het Guinness Book of Records.
Mariah Carey maakt dan een sprong van E7 naar G7#. De volgende (2e) sprong - een halve seconde later - is relatief zwak, maar zo rond de 14 seconden, zingt zij in de 3e sprong vanaf E7 tot en met F7#. De 4e en laatste poging - wederom een halve seconde later is aanzienlijk zwakker (zwakker dan de 2e) en nauwelijks meetbaar.
Emotions - G7#, Mariah Carey
Deze G7# (Europese telling G4#) is volgens de Amerikaanse telling. De Amerikanen hanteren een andere/ betere telling dan de Europese -, zij beginnen in het Contra-octaaf (C1-B1, Europese notatie) met het cijfer 1, dan is het groot octaaf (C-B, Europese notatie): 2 (dit is het eerste octaaf van de grafiek), het klein octaaf (c-b, Europese notatie): 3 en dat wat wij in (een deel van) Europa 1 noemen (c1-b1) is in de '' US Standard" telling 4. Ga je tellend door dan is voor de Amerikanen die fameuze hoge F uit de Königin der Nacht (F3), een F6. Het vervelende is dat de Fransen weer wat anders doen.
Enige tijd geleden ontving ik onderstaand e-mailtje:
" Hi, i'm Georgia Brown a singer to Brazil . I'm in Guinness Book 2005 for make a g2 to g10, maybe u interest for your site.
link https://escravosdegeo.sites.uol.com.br/index1.htm (de site is uitsluitend in het Portugees, J.L.), here u can see a vocal range and any songs.
kisses
Georgia "
High vocal range - F8, Georgia Brown, niet met een g10, maar wel op het eind - zo rond de 56 sec.- met een f8 (Europese telling f5), twee octaven hoger dan de f3 uit Die Zauberflöte)
Ik heb mijn twijfels over Georgia's G10. Een G10 is 25.104 HZ, en dat is ver boven het bereik dat mensen kunnen horen. Slechts babies en vleermuizen kunnen dit. Hoe dan ook is die f8 - 5588 hz - indrukwekkend genoeg.
"Van A#7 naar B7", popzanger - male soprano - Adam Lopez gaat nog 1 1/2 noot hoger dan Mariah Carey, zo rond de 6 seconden vanaf het begin gaat hij van A#7 naar B7,
Voor de volledigheid: vanaf +/- 1 1/2 sec. tot 3 sec. gaat Adam Lopez van C7 naar D#7. Vanaf 3 sec. tot 5,5 sec. van D7, via E7 naar F#7. Vanaf 5,5 sec. tot 5,8 sec. gaat het nog een trapje hoger: van G7 naar G#7. Zo rond 6 sec. een A7 overgaand in A#7 en als hoogtepunt gaat hij vanaf A#7 naar B7. Ongelooflijk.
Luistert u naar het komplete interview met Adam Lopez, zoals het werd uitgezonden op ABC Brisbane in 2005
Onlangs schreef Ben Dan Hawks (een bariton uit de V.S.) mij het volgende: "After exchanging some e-mails about the subject, Lopez himself explained that his top note was actually much higher (currently B8)!" Ben zond mij het volgende voorbeeld van zijn eigen pogingen de grenzen van de menselijke stem te verkennen. In dit fragment hoort u drie korte gedeeltes: het eerste gaat van D#8 naar E8, het tweede van E8 naar F8 en het derde en tevens laatste gedeelte gaat van A#8 naar A8. Dat is bijna één octaaf hoger dan het fragment van Adam Lopez waarin hij een B7 zingt.
"Van D#8 naar A8", bariton Ben Hawks
De beide e-mailtjes waarmee het allemaal begon:
hi. I'm intrigued by the assertion that Cristina Deutekom has a range of more than four octaves. Since the highest recorded notes are by a French soprano of the early 20th century who could hit a top B in alt *), for Cristina to have a four octave range she would have to equal that and descend to B at the very bottom of the tenor range. Sorry Joop - I don't believe it!
John Davison
*) top B in alt = b3. Met 'a French soprano' wordt Mado Robin bedoeld.
Geachte Heer Lindeijer! Dank voor Uw brief! Ik kon de 4 - gestreepte f *) zingen op de Bühne, Königin der Nacht en ook de Schauspieldirektor *), eveneens van Mozart. In Un ballo in Maschera, (Amelia), gaat het naar laag A *)
Met vriendelijke groeten,
Cristina Deutekom
*) Cristina vergist zich hier, dit moet ' 3 - gestreepte f ' zijn
*) De lage A (110Hz) is hier niet voorgeschreven, maar een a (220Hz)
*) Frau Silberklang
Lage a van Cristina Deutekom | F3 van Cristina Deutekom | B3 van Mado Robin |
Verhoogde en verlaagde noten, met # (kruis)- of b(mol)-teken
Om het verhaal compleet te maken, er zijn ook nog noten met een halve afstand (de zwarte toetsen op een piano). Die Eis (E3#) van Maria Callas ligt een halve afstand boven de noot e3. Uitgaande van die hoge C (c3) voor sopranen krijg je dan c, d, e, eis.
De lijst van verhoogde noten: cis, dis, eis, fis, gis, ais en bis. In notenschrift vooraf gegaan door een kruisteken (#).
De andere reeks - de verlaagde - ces, des, es, fes, ges ,as en bes. Deze noten staan in het notenschrift voorzien van een molteken (b)
De namen van de octavenreeksen:
Sub contra octaaf (C2-B2), Contra Octaaf (C1-B1), Groot octaaf (C-B, het begin van het bereik van bassen), Klein octaaf (c-b), Eénmaal gestreept octaaf (c1-b1), Tweemaal gestreept octaaf (c2-b2, waarin de hoge C van tenoren zich bevind) ....... Vijfmaal gestreept octaaf (c5-b5). Dit hoogste octaaf en de beide onderste octaven zijn voor de menselijke stem niet van belang - alhoewel Yma Sumac met haar B1 net in het Contra octaaf komt.
Uitgebreide classificatie van stemmen:
- Coloratuur-sopraan: hoogste vrouwenstem, moet tot de f3 gaan (Königin der Nacht in Die Zauberflöte). Voorbeelden: Erna Sack, Mado Robin, Ellen Beach Yaw en Miliza Korjus.
- Coloratuur-soubrette of Soprano lirico leggiero: gaat ongeveer tot d3, veelal jeugdige rollen.Voorbeelden: Louise de Vries, Adèle Kern, Elisabeth Schumann, Erna Berger aan het begin van haar carrière.
- Soprano leggiero. Ook haar noemt men in de wandelgangen coloratuur-zangeres, maar zij hoeft niet hoger te gaan dan de 3-gestreepte E. Voorbeelden: Galli-Gurci, Dal Monte, Lily Pons, Erna Spoorenber, Cato Engelen-Sewing, Erna Berger.
- Lyrische sopraan: tot c3, de meest veelzijdige sopraan (Mimi in La Bohème). Voorbeelden: Victoria de los Angeles, Grace Moore, Greet Koeman, Irmgard Seefried.
- Soprano lirico spinto (jugendlich-dramatisch): dit is de overgang tussen lyrische en dramatische sopraan. Mooie volle stem tot c3. Voorbeelden:Gré Brouwenstijn, Renata Tebaldi, Elisabeth Rethberg.
- Dramatische sopraan: tot c3 of d3 is in het Italiaanse repertoire (Turandot en Aida in gelijknamige opera's) vaak iets donkerder dan in het hoog-romantische Duitse repertoire (Isolde in Tristan und Isolde). Voorbeelden:Maria Callas, Rosa Ponselle, Elisabeth Ohms, Flagstad.
- De hoogste mezzosopranen zijn genoemd naar zangeressen: Dugazon en de Galli-Marié. Tot b2. Voorbeelden: Cora Canne Meijer.
- Dramatische mezzosopraan: een lichte alt-stem tot a2 (Amneris in Aida), die in sommige gevallen ook dramatische-sopraan rollen kan zingen. Voorbeelden: Ebe Stignani, Giulietta Simionato.
- Lyrische-coloratuur alt: tot ongeveer bes2 en vooral voor alt-rollen van Rossini. Wordt meestal door mezzosopranen gezongen.
- Alt. Zingt rollen als Azucena (Trovatore), Ulrica (Un ballo), Dalila. Voorbeeld: Maartje Offers.
- Dramatische alt: donkerder dan de mezzo, tot as2 (Dalila in Samson et Dalila). Voorbeelden: Annie Delorie.
- Contralto: zeer donker, komt in opera weinig voor. Voorbeelden: Clara Butt, Kathleen Ferrier.
- Countertenor: bijzondere mannenstem die op een alt-hoogte zingen, door het gebruik van falset-register. (tegenwoordig ook wel voor rollen die eigenlijk waren geschreven voor 18de-eeuwse castraten, maar met een heel ander timbre). Voorbeelden: Alfred Deller, Sytze Buwalda.
- Lyrische tenor: mannelijke variant van de lyrische sopraan. Gaat tot ongeveer c2. Gaat evenals de tenore leggiero en tenore di grazia (Ottavio in Don Giovanni) tot ongeveer c2. Voorbeelden: Gigli, Richard Tauber, Anton de Ridder.
- Tenore lirico-spinto: overgang naar de dramatische tenor, tot c2. (Lohengrin in gelijknamige opera). Voorbeelden: Del Monaco, Caruso.
- Tenore drammatico of heldentenor: in Italiaanse opera's beroemd om zijn 'hoge c' (c2. In het Duitse repertoire iets donkerder van klank, grenzend aan de bariton (Otello in gelijknamige opera). Voorbeelden: Jacques Urlus, Hans Kaart, Lauri-Volpi, Tamagno.
- Tenore buffo: buigzame heldere stem, ongeveer tot a1, bedoeld voor acterende rollen ( Jaquino in Fidelio).Voorbeeld: Chris Taverne.
- Baryton-Martin: hoogste bariton-stem, genoemd naar een Franse zanger, komt vrijwel alleen voor in Frans repertoire. Faust in gelijknamige opera en Franse operette-helden.
- Lyrische bariton: tot ongeveer as1 (Figaro in Il barbiere di Siviglia).Voorbeelden: Tito Gobbi, Schlusnus.
- Bas-bariton of karakterbariton: wat serieuzer en tot g1 (Figaro in Le Nozze). Voorbeeld:Siemen Jongsma.
- Heldenbariton: zware, brede stem tot g1 (Boris in Boris Godoenov). Voorbeelden:Casper Broecheler, Jos Orelio.
- Baritono brillante of Spielbariton: bariton met 'buffo' karakter (Gianni Schicchi in gelijknamige opera). Voorbeeld: Jos Burcksen.
- Bas buffo: Ook wel 'speelbas', met een bereik tot f1 (Mefisto in Faust).Voorbeeld: Guus Hoekman.
- Basso serioso of basso profundo: gaat ongeveer tot e1 en moet in de laagte tot de lage E kunnen zingen. (Sarastro in Die Zauberflöte).Voorbeelden: Arnold van Mill, Boris Christoff, Feodor Chaliapine.
Bronvermelding:
NRC Webpagina's 20 JANUARI 2000
Elseviers groot operaboek, Leo Riemens
Eenvoudige muziekleer, Hennie Schouten