Marco Bakker
Marco (Jacob Marinus ) Bakker, is geboren op 8 februari 1938 in Beverwijk. Hij volgde zijn zangstudie aan het Amsterdams Conservatorium bij Coby Riemersma en Ruth Horna, bij Eva Liebenberg en Philip Terke (bij wie hij in 1966 zijn opleing voortzette), in München bij Hans Hotter en in Londen bij Otakar Kraus. In 1966 was hij prijswinnaar bij het Internationale Vocalisten Concours van 's-Hertogenbosch, in 1967 idem bij een concours in München en in Rio de Janeiro.
Bij het Vocalistenconcours van Den Bosch behaalde hij zijn succes met "Se vuol ballare" uit Mozart's Nozze di Figaro, Pimens verhaal uit Boris Godunov en Schubert's "Du bist die Ruh".
Marco Bakker, nog beduusd van zijn grote succes in het Bossche vocalistenconcours en enige Nederlander die een resultaat heeft geboekt, was van zo'n succes allerminst zeker, toen hij inschreef:
" .. Pas toen ik hoorde dat ik in de finale was gekomen, kreeg ik de wedstrijdgeest te pakken, en wilde ik wél voor mijn kansen knokken. Daarvoor was het de spanning, het enerverende van zo'n omgeving, die niet veel meer dan een ervaring voor me betekende .."
Luister, oktober 1966, G.V.
Marco Bakker maakte zijn debuut in 1965 bij het Holland Festival in de wereldpremière van de speciaal voor hem geschreven opera 'De droom' van Ton de Leeuw. Bij het Holland Festival van 1967 zong hij de titelrol in 'Orfeo' van Monteverdi en in 1972 Osmano in 'L'Ormindo' van Cavalli.
Hij zong sinds 1968 bij de Nederlandse Opera een groot aantal hoofdrollen, zoals 'Orfeo' (Monteverdi), 'Giulio Cesare' (Händel), 'Figaro' in 'Le nozze di Figaro', Papageno in 'Die Zauberflöte' en werkte mee opera's als 'La Bohème, 'Tosca' en 'Lohengrin'. Maar hij ging zich naderhand toch voornamelijk toeleggen op operette.
Ook in het buitenland trad Marco Bakker veelvuldig op, hij zong in 1969 in Berlijn, bij het Théâtre de la Monnaie te Brussel, in 1973 bij de Scottish Opera Glasgow als graaf Danilo in Lehárs' 'Lustige Witwe' en bij het Glyndebourne Festival zong hij in 1974/75 in Richard Strauss' opera 'Intermezzo'. Bij de Glyndebourne Touring Opera zong hij in 1974 de titelrol in 'Eugen Onegin' van Tsjaikovski.
In het seizoen 1970-71 maakte hij een tournee door Noord-Amerika. Bij het Wexford Festival zong hij in 1971 de rol van Zurga in Bizet's opera 'Les pêcheurs de perles' en in 1972 zong hij de rol van Ernesto in 'Il pirata' van Bellini. Maar behalve opera- was Marco Bakker toch ook een concertzanger. Zo zong hij in 1971 in Berlijn in Bach's 'Mattheus Passion'.
Maar hij is toch vooral bekend geworden door zijn veelvuldig optreden voor radio en televisie. Ook in het buitenland trad hij voor radio en televisie op, o.a. bij de BBC en bij de Hongaarse Omroep.
Discografie: Marco Bakker maakte talrijke plaatopnamen, o.a. een complete opname van Offenbach's 'La vie Parisienne', een opname met hoogtepunten uit Bizet's opera 'Les pêcheurs de perles', een plaat met Bach- en Händel-aria's (1971), een plaat met Händel aria's en één met Mozart aria's. Maar bovenal talloze platen met Weense en operette opnamen, deels samen met Cristina Deutekom.
Bach- en Händel-aria's HMV S C063-24333 Marco Bakker (bariton) met Barok Ensemble o.l.v. Fritz Weisse, Jaap Spigt (clavecimbel en hoorn), Koos Verheul (fluit), Jan Verbruggen (hoorn).
Bach: Am Abend da es kühle war - Mache dich, mein Herze, rein (Mattheus Passion) - Betrachte, meine Seel' (Johannes Passion) - Doch weichet, ihr tollen, vergeblichen Sorgen (cantate nr. 8) - Chi in amore ha nemica la sorte (cantate nr. 203).
Händel: Why do the nations (Messiah) - When thou tookest upon thee (Dettinger Te Deum) - Va tacito e nascosta (Giulio Cesare) - How willing my paternal love (Samson) - Leave me, loathsome light (Semele).
" .. Marco Bakker heeft zich de laatste jaren als een bijzonder veelzijdig zanger ontpopt. Zijn musicale scala omvat operette en musicalfragmenten enerzijds (en exponenten van een nog lichtere muze) en eindigt zo ongeveer bij de muziek van eigen tijd (De droom van Ton de Leeuw b.v.). Naar mijn gevoel echter bevindt de zanger zich in een levensgevaarlijk (sic, J.L.) stadium, waarbij beperking dringend geboden is. Men kan niet ongestraft roofbouw op een stem plegen door alles te zingen en bovendien in een te grote frequentie. De nieuwe HMV-plaat laat gelukkig de Marco Bakker horen, die mijns inziens de meeste kans van slagen zal hebben: de zanger van Bach- en Händel-aria's.[...] In de eerste plaats denk ik dan aan de aria uit Händel's Giulio Cesare, waarin Jan Verbruggen een magnifieke hoornsolo blaast. In deze snelle aria is Marco Bakker het meest op zijn gemak en krijgen zijn tekortkomingen de minste kans. In een enkele aria komt hij in de lagere regionen volume, zeggingskracht en zekerheid tekort (hij is duidelijk géén bas). [... ] Maar de plaat bevat voldoende positieve elementen om de toekomst optimistisch tegemoet te zien ..."
Luister, mei 1971, Cornelis van Zwol.
Marco Bakker 'Doch weichet ihr tollen, vergeblichen Sorgen', Bach, Cantate "Liebster Gott", BWV 8, Koos Verheul, fluit.:
Marco Bakker zingt Mozart, HMV C 065-24584 Marco Bakker (bariton) met Amsterdams Kamerorkest o.l.v. Anto Kersjes.
Die Zauberflöte: 'Der Vogelfänger bin ich ja' - ' Ein Mädchen oder Weibchen'. Don Giovanni: 'Finch, han dal vino' - 'Deh vieni alla finestra'. Le nozze di Figaro: 'Hai gia vinta la causa ...Vedro mentr'io sospiro' - 'Tutto è disposto' - 'Aprite un po ..'. Cosi fan tutte: 'Donne mie la fate a tanti'.
Concertaria's: Rivogete a lui sguardo, KV 584 - Cosi dunque tradisci .. Aspri rimorsi atroci, KV 432 - Un bacio di mano, KV 541 - Männer suchen stets zu naschen, KV 433 - Ich möchte wohl der Kaiser sein, KV 539
" ... Zou Marco Bakker zich wel voldoende bewust geweest zijn van de hoeveelheid voetangels en klemmen die in Mozarts interpretatiekunst liggen opgestapeld, zo vroeg ik me bij het beluisteren van deze plaat af. Hoewel ik persoonlijk wel van zijn stemgeluid gecharmeerd ben, kon ik met mijn waardering voor deze uitvoeringen niet verder komen dan net-niet-voldoende tot aanvaardbaar. [...] Met uitzondering van KV 539 kom ik niet hoger dan een 4. Marco Bakker wil over het algemeen te mooi zingen en de verschillende toneelfiguren krijgen daardoor geen persoonlijkheid. Papageno is te gelikt. Don Giovanni mist demonie in de Champagne-aria en ironie in de serenade. De Graaf (Figaro) toont geen jalouzie, zelfs geen opwinding.[ ... ] Voor de concertaria Rivogete refereert Klaas Posthuma (de producent, J.L.) in zijn hoestekst aan Einstein, die dit werk 'de meest opmerkelijke buffo-aria ooit geschreven' noemt. Maar in Bakkers versie is het buffo-element ver te zoeken.."
Luister, januari 1973, H.v.R.
Marco Bakker zingt Händel, HMV 061-25 481Q Marco Bakker (bariton) met English Chamber Orchestra o.l.v. Kenneth Montgomery.
Samson: 'Honour and Arms'. Alexander's Feast: 'Revenge, Thimotheus cries. Semele" 'Where'er you walk'. Judas Maccabaeus: 'I feel the Delty within ... Arm, arm ye brave'. Ezio: ' Ombra mai fu'. Tolomeo: ' Che piu si tarda ... Stille amare'. Giulio Cesare: ' 'Dall'andoso periglio ... Aure, deh, per pieta'.
" ...Nu Marco Bakker weer eens laat horen over wat voor schitterend stemmateriaal hij beschikt en waartoe hij nog steeds in staat is, valt het des te meer te betreuren dat hij in feite zo weinig met deze stem doet. Natuurlijk, met één TV-programma bereikt hij meer mensen dan met 10 operavoorstellingen, maar ik vraag me toch af of de TV wel zo'n dankbaar medium is. Bakkers optreden in o.a. L'Ormindo en La Bohème (de beste Schnaunard die men zich kan voorstellen) staat me nog haarscherp voor de geest, maar van alles wat ik van hem op de buis heb gezien herinner ik me nog maar bitter weinig. Deze plaat laat zijn stem met dat prachtige en markante middenregister weer in volle glorie horen. Jammer genoeg is de voordracht wat aan de tamme kant en ontstaat er daardoor een zekere mate van eentonigheid die slechts door het schitterende spel van het English Chamber Orchestra doorbroken wordt [... ] Tenminste twee aria's zijn getransponeerd, maar deze uitgave is duidelijk niet gericht op puriteinse Händel-fanatici ..."
Luister, juni 1977, Paul Korenhof
Website: Marco Bakker