Paul Pul
De bas-bariton Paul Pul werd geboren op 28 november 1883 te Amsterdam. Op jeugdige leeftijd zong hij als amateur-solist mee in oratoriumuitvoeringen. Hij volgde zijn zangopleiding bij Cornelis van Dokkum (1876-1971) en Johan Oostveen te Amsterdam en later studeerde hij o.a. in Duitsland bij professor Frytag. Van 1907 tot 1911 was hij aan verschillende Nederlandse operagezelschappen verbonden. Hij debuteerde op 8 februari 1908 te Amsterdam in het Paleis voor Volksvlijt in een voorstelling van de opera 'Op hoop van zegen' van de Nederlandse componist Charles Grelinger (1873-1942). Kniertje werd gezongen door Irma Lozin, Paul zong de rol van Mees. Dat zelfde seizoen zong hij ook nog in Lortzing's 'Waffenschmied' de rol van Hans Stadinger en werd vervolgens verbonden aan de Noord-Nederlandsche Opera (van Cateau Esser en Jan van Gilse). Hij zong er rollen als Biterolf (Tannhauser, Wagner), der Schulmeister (Die versunkene Glocke, Heinrich Zöllner), Free Kerdee (De bruid der Zee, Blockx), Morales (Carmen, Bizet) en Moruccio (Tiefland, Eugen d'Albert).
In de seizoenen 1908-1910 zong hij bij de N.V. Nederlandsche Opera en Operette (van Désiré Pauwels, Bart Kreeft en Piet Köhler) de rol van Silvio in Paljas (Leoncavallo), Valentijn (Faust, Gounod), Escamillo (Carmen, Bizet), Lothario (Mignon, Thomas) en Sharpless (Butterfly (Puccini). Op 4 oktober 1910 zong Paul Pul voor het eerst zijn glansrol Méphistofeles in Gounod's opera 'Faust'. Op 26 november 1910 zong hij de rol van Demas in de Nederlandse première van Jean Nouguès' opera 'Quo vadis?' in het Rembrandttheater te Amsterdam en op 25 maart 1911 de rol van de vader in Charpentier's 'Louise'.
In 1911 werd hij aan de Hofopera van Stuttgart verbonden en gedurende het seizoen 1913-1914 zong hij als heldenbariton aan de Groote Opera van Hamburg waar hij o.a. de grote Wagner-partijen met veel succes zong. Door de mobilisatie in 1914 werd zijn carrière in Duitsland onverwacht onderbroken en gedurende de oorlogsjaren werd hij een der beste krachten van de Coöperatieve Vereeniging De Nederlansche Opera (van Jef Judels en Chris de Vos), De Nederlandsche Opera (van Koopman) en van de Co-Operatie. Vooral in de rol van Méphistofeles in Faust blonk hij uit, terwijl hij ook met veel succes in oratorium-uitvoeringen optrad. Ook zong hij, als een der eersten, veel voor de radio.
Paul Pul bleef actief op het toneel tot 15 januari 1929, hij zong toen in de Nederlandse première van Georg Vollerthun's 'Island Saga' de rol van Isla, een voorstelling van de Co-Operatie. Gedurende zijn carrière trad hij op in ruim 90 opera-producties.
Later was Paul Pul voornamelijk nog actief als koordirigent en stonden het Jeugddienstkerkkoor, het Scheveningse Jeugdzangkkoor en het Nederlandsch Hervormd Kerkkoor te Rotterdam onder zijn leiding. Hij overleed in zijn woonplaats Den Haag in 1955.
Hij maakte in 1923 enkele platen voor het label Grammophon.
Rossini, Wilhelm Tell, "Gebed mio figlio, Grammophon H 62044, 1923