Karin Ostar
Karin Ostar - geboren in Den Haag - volgde haar zangopleiding aan het Koninklijk Haags Conservatorium en studeerde vervolgens enkele jaren bij Nelly Vertrecht.
In 1957 won zij op het Internationale Vocalistenconcours 's-Hertogenbosch de Toonkunst Vocalistenprijs; vier jaar later - in 1961 - veroverde ze één van de hoofdprijzen. Dit was het begin van een carrière waarbij zij zich vooral toelegde op het oratoriumrepertoire.
Voor de radio zong Karin Ostar - die ook optrad onder de naam Nora Kranz - in verschillende promenade concerten en verkorte operette versies.
Ze trad ook op met Magda Olivero in haar Vara-concerten en bij het ensemble Arpa-Triada, bestaande uit Karin Ostar, pianist Rudy de Heus en de oprichter harpist Edward Witsenburg. Dit ongewone trio debuteerde in voorjaar 1967 in het Haagse Diligentia. Ook zong zij de sopraanpartij in de in opdracht van de Johan Wagenaarstichting gecomponeerde Vijf Boutonsliederen van Rudy de Heus voor gemengd koor, sopraansolo en strijkorkest op 13 mei 1969 in de Goede Vrijdagkerk te Den Haag. Ook zong Karin Ostar in de schoolopera De prinses op de erwt, samen met Henk van de Brink, Nico Boer en Nell Veelo. Deze opera was gecomponeerd door Hans Schouwman, eveneens in opdracht van de Johan wagenaarstichting en uitgevoerd in 1965 onder auspiciën van de Haagse Kunstkring.
Karin Ostar maakte haar debuut als operazangeres bij de Nederlandse Operastichting op 17 oktober 1958 in Die Fledermaus. Zij zong het rolletje van Ida. Vervolgens zong zij nog in 1960 als Jano in Jenufa, in 1960 als Adèle in Die Fledermaus en op 25 mei 1973 als Marguerite in Faust van Gounod in de Stadsschouwburg van Tilburg. Bij deze paar voorstellingen bleef het.
Karin Ostar maakte enkele grammofoonplaten, o.a. samen met de Mastreechter Staar onder leiding van Martin Koekelkoren.
bronvermelding: o.a. Rudi van den Bulck/ Frans van Dijck; Mens en Melodie
Léhar, Das Land des Lächelns, Wer hat die Liebe uns ins Herz gesenkt, duet met Willy Caron, tenor. :