Hermann Schey
"... Herman Schey legt het hoofdaccent op het vocale. In beginsel lijkt dat wel juist. En aangezien Schey prachtig en voortreffelijk gecultiveerd stemmateriaal heeft, kon men van Bel Canto volop genieten. Over den geheelen, grooten omvang is Schey's orgaan vol, warm, nobel en expressief van timbre, over den geheelen omvang zuiver geëgaliseerd en in alle nuances licht aansprekend ... "
Kleine zaal Concertgebouw, 1939/40 H.R.
"... In het gedragen lied heeft deze begaafde zanger de stem geheel in zijn macht. Dan weet hij aan de melodie een ontroerende welving te geven, dan klinkt een lied van Schubert - Dem Unendlichen - gelijk een stralende hymne, vol gouden timbres. Maar ook de wijde weemoed, het diep menschelijke vertolkt Hermann Schey uitnemend, aangezien hij dan eveneens den tijd daarvoor kan nemen ..... hetgeen ons boeit, is zijn warme, menschelijke en natuurlijke voordracht ... "
1945/46 P.T.
De Ned. bas-bariton Hermann Schey werd geboren op 8 november 1895 in Duitsland, te Bunzlau in de voormalige Pruisische provincie Silezië. Hij bezocht daar het gymnasium. Zijn muzikale opleiding ontving hij in de periode 1913-1915 te Berlijn aan de Hochschule für Musik bij Professor F.H. von Dulong. In 1915 werd hij opgeroepen als soldaat en kon pas na afloop van de Eerste Wereldoorlog zijn zangstudie voortzetten. Hij trad vanaf 1922 als concert- en oratoriumzanger in Duitsland op. Vooral zijn Bachvertolkingen maakten grote indruk. Hij maakte in 1930 een grote concertreis naar Polen, Rusland en de Balkische landen en zong hij in Berlijn de bassolo in de première van van Hans Pfitzner's cantate Das dunkle Reich. In 1932 gaf hij concerten in Parijs en in 1933 in Zürich. Onder Mengelberg zong hij in 1929 voor het eerst in Nederland in Mahler's Kindertotenlieder. De Jood Hermann Schey emigreerde in 1934 om voor de hand liggende redenen naar Nederland, waar hij zich in 1936 in Amsterdam vestigde en hoofdleraar aan het conservatorium werd. Hij werkte geregeld mee aan oratoriumuitvoeringen en genoot ook grote bekendheid als liederenzanger. Hij zong onder de dirigenten Bruno Walter, Wilhelm Furtwängler, Eduard van Beinum, Eugen Jochem, Otto Klemperer, Charles Münch en vele anderen.
"... Hij zingt zijn liederen meesterlijk van voordracht, met een groot sonoor geluid, soms wat ruig. Ook zijn Matthäus Passion vertolking is schitterend, of hij nu de Christus partij of de aria's zingt. Tenslotte noem ik nog zijn werkelijk verbluffend stemgeluid in de 'Elias' van Mendelssohn. Wat was dat een zingen! ... "
Laurens Eysink
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest Hermann Schey onderduiken en kon pas na afloop ervan in 1945 zijn internationale carrière hervatten. Hij werkte mee aan het Holland Festival en aan de Salzburger Festspiele. Zijn concertreizen voerden hem naar Duitsland, Engeland, Oostenrijk en Zwitserland. In 1968 maakte hij nog een uiterst succesvolle tournee door Israel en trad daar op in het Abu Gosh Festival. Tevens bleef hij actief als zangleraar. Hij maakte talrijke plaatopnames voor de labels Vox, Ultraphon, Odeon, Philips (waaronder een Matthäus Passion onder Mengelberg, (Philips 461 092-2) Karl Erb (Evangelist), Willem Ravelli (Jesus), Jo Vincent, Ilona Durigo, Louis van Tulder, Herman Schey, Toonkunst Koor Amsterdam, Koninklijk Concertgebouw Orkest 3 cd set) en MMS.
Zijn laatste jaren bracht hij door in Zwitserland. Hij overleed op 21 augustus 1981.
Gustav Mahler, Lieder eines fahrenden Gesellen, Die zwei blauen Augen
Opname AVRO, 23 november 1939, dirigent Willem Mengelberg