Sophia van Sante
Sophia van Sante werd geboren op 11 augustus 1925 te Zaandam. Zij studeerde zang aan het conservatorium van Amsterdam bij To van der Sluys en Ruth Horna en te Rome bij Mariette Amstadt. Bij de Nederlandse Opera debuteerde zij op 23 augustus 1960 als Flora Bervoix in Verdi's 'La traviata' in het Kurhaus te Scheveningen.
Sophia van Sante zong in ruim 60 rollen en was zowel opera- als concert- en oratoriumzangeres. Zij vertolkte een repertoire dat reikte van Claudio Monteverdi tot de moderne tijd, waaronder in premières van de Nederlandse componisten Peter Schat (Labyrint, 1966) en Ton de Kruyf (Spinoza, 1971). Tussen 1960 en 1982 stond ze op het toneel o.a. als Concepcion in L'heure Espagnole van Maurice Ravel, als Dorabella in Cosi fan Tutte (Mozart), als Maddalena in Rigoletto(Verdi), als Mary in Der fliegenden Holländer (Wagner), als Meg Page in Falstaff (Verdi), maar ook in moderne werken als moeder in Dallapiccolas Il Prigionier, Margret in Wozzeck van Alban Berg en Judith in Blauwbaards Burcht van Bela Bartok. Haar laatste optreden bij de Nederlandse Operastichting - in het Kurhaus, net als bij haar debuut in 1960 - was als Larina in Jevgeni Onjegin van Tsjaikovski op 4 november 1982.
Later gaf zij nog zanglessen.
Sophia van Sante is vrijdag 9 december 2007 overleden op 82-jarige leeftijd.
Zij maakte plaatopnames van Strauss' Rosenkavalier voor Philips en voor Telefunken als Marta in Mefistofele van Boito.
Aimé Maillart, Les dragons de villars: 'Grace a ce vilain ermite', VARA opname van december 1957