401Ned Opera Boek 1 
Theatre Français 
Amsterdamse Liedschool
Bonus CD Boek
401Concerts 1 
Dutch Heldentenor
401Concerts 3
DutchDivas in het 401NederlandseOperas boek-I
Het 401Nederlandse Operas boek deel I brengt de ontwikkeling van Nederlandse opera’s van Sweelinck tot het einde van de Franse Tijd in kaart. Die ontwikkeling gaat hand in hand met de geschiedenis van Nederlandse zangers omdat de meeste Nederlandse opera’s vanzelfsprekend door Dutch Divas & Divos zijn gecreëerd.
Dit eerste deel begint bij Sweelincks wereldlijke liedcycli uit ca. 1594 en loopt door tot het einde van De Franse Tijd, waarin componisten als Ruloffs, Meissner, Beethoven (de Zutphense geboortelegende wordt uitgeplozen) en de Gouds/Friese Jean des Communes de boventoon voeren. In die 225 jaar is veel verloren gegaan, maar een aantal namen van zangers en zangeressen zijn bekend gebleven. Daaronder Utricia Ogle (de muze van Constantijn Huygens), Rose Baptiste Anselme (de muze van Jacob Jan van Wassenaer en het publiek van het Haagse Théâtre Français), Anna Davia (Diva in het reizende gezelschap van Domenico De Amicis), prinses Carolina (die Mozarts allereerste operaexperimenten uit Den Haag waarschijnlijk zelf vertolkte) en Ernestine Louisa Anderegg (muze en echtgenote van Bartholomeus Ruloffs).
DutchDiva Showcase
Van Huygens en Utricia Ogle naar Elly Ameling en Cyril Auvity
Homo universalis Constantijn Huygens componeerde de in 1646 anoniem uitgegeven lied- en psalmenbundel ‘Pathodia Sacra et Profana Occupati’ uit 1646. Huygens wilde daarmee vooral indruk maken op zijn muze van dat moment, klaveciniste en zangeres Utricia Ogle, aan wie het werk is opgedragen. De scabreus/ amoureus/ masochistische liederen (luister maar eens naar ‘Con la candida man’) tonen zijn kennis van de laatste mode in Italië en Frankrijk van dat moment. Naast Boësset klinken ook Monteverdi en zijn idool Luigi Rossi erin door. Sinds de herontdekking van de bundel door Aafke Komter-Kuipers in 1934, zetten Jo Vincent en de alt Annie Hermes Huygens voorzichtig op de kaart. Inmiddels zijn er meerdere integrale opnames voorhanden tussen de EMI-langspeelplaat uit 1979 met sopraan Elly Ameling en bas Max van Egmond, de NM-Classics cd uit 2000 met sopraan Anne Grimm, bas Peter Kooij, mezzo Wilke te Brummelstroete en tenor Nico van der Meel en de Glossa opname uit 2020 met tenor Cyril Auvity. Het 401NederlandseOperas handboek I besteedt ruim 14 pagina’s aan Huygens, de Pathodia Profana, muze Utricia Olgle en de pathodia discografie.
Marijke van der Lugt
.. buitengewoon gelukkig is de directie geweest met het aantrekken van raskunstenaars. In de eerste plaats moet Brünnhilde, Wotans dochter, door Marijke van der Lugt in de schijnwerper. Wij kenden haar als een stralende sopraan met een bijzonder uitgebreid hoog register. Gisteravond verraste zij tevens door fijn en soepel mezzo-voce plus intens doorleefd interpreteren ..."
Die Walküre, Wagner, Gooi en Eemlander, 5 okt. 1963 O.v.H.
"... en bepaald indrukwekkend was Marijke van der Lugt in haar rol van Prokne, die zij een felle dramatische gestalte gaf - een ware wraakzuchtige, die het vermoorden van haar zoontje om de echtgenoot wegens zijn ontrouw te staffen, begrijpelijk maakte ... "
Philomela, Hendrik Andriessen, Nieuwe Haagsche Courant, mei 1962
" ... van hen was zonder twijfel Marijke van der Lugt de in glans alles overtreffende ster, die ook in deze concertuitvoering de bezielde operazangeres bleef. De dramatische kracht waarmee zij haar rol zong, was indrukwekkend. De zangtechniek, die zij ten toon spreidde, o.m. in de coloratuur, ondervond men daarbij als iets vanzelf sprekend ... "
De Nieuwe Zuid-Hollander Courant, 19-11-1964, A.J.
Marijke van der Lugt (Maria Grin) werd op 5 januari 1919 in Rotterdam geboren als dochter van een marineofficier. Zij wilde aanvankelijk lerares worden, maar na het ontdekken van haar zangkwaliteiten ging zij in Den Haag zang studeren bij mevrouw Zegers van der Beyl. Zij debuteerde na afloop van de Tweede Wereldoorlog, nog onder haar eigen naam (Maria Grin), als operettezangeres, trad op bij de radio, zong in concertante opera uitvoeringen en gaf concerten.
Haar debuut bij de Nederlandsche Opera maakte zij op 2 mei 1958 in de titelrol van Puccini's Turandot, alternerend met Antoinette Tiemessen. Zij zong vele Verdi-opera's, Amelia (Un ballo in maschera), Aida, Abigaille (Nabucco), maar vertolkte ook rollen als Donna Anna (Don Giovanni, Mozart), Brünnhilde (Walküre, Wagner), Ortrud (Lohengrin, Wagner), Santuzza (Cavalleria Rusticana, Mascagni), Turandot, Elektra (Richard Strauss), Leonore (Fidelio, Beethoven) en Prokne (Philomela, Hendrik Andriessen, Holland Festival 1962). Ze zong ook bij het toenmalige Opera Forum en werkte mee aan de televisieopera Alceste (1963, T.de Leeuw).
Ook in het buitenland trad zij regelmatig op, o.a. in Londen (Covent Garden), Wenen (Staats Oper), Zürich, Verona (als La Gioconda samen met de tenor Carlo Bergonzi). In Duitsland zong zij in 1965 in de Deutschen Oper am Rhein Düsseldorf-Duisburg de rol van Isolde in Tristan und Isolde en Elektra in de gelijknamige opera van Richard Strauss. Gedurende enige tijd was zij aan het Stadttheater von Münster (Westfalen) verbonden. Een uitnodiging om in de Verenigde Staten te komen zingen sloeg ze echter af vanwege haar gezin met 4 kinderen.
Eind zeventiger jaren beëindigde Marijke van der Lugt haar succesvolle internationale zangcarrière en legde zich toe op het geven van zangonderricht. Vanaf 1975 leidde zij in Den Haag een privé zangschool met zo'n twintig leerlingen.
Marijke van der Lugt is op 2 september 1989 in haar woonplaats Den Haag overleden.
Trovatore: "Di te ... Tu vedrai" , opn.1960 :
Uitgebreide biografie - 14 pagina's met 36 foto's - van Marijke van der Lugt , geschreven door Aad van der Tang (bewerkt door J.L.)
