Betty van den Bosch
" ... inmiddels heeft deze energieke en uiterst begaafde zangeres ook herhaaldelijk met orkest gezongen ... ik herinner daarbij aan een prachtige reproductie in het Concertgebouw van de sopraan-solo in het Stabat Mater van Pergolesi ... "
G.S. de Bossan, juli 1941
"... in de tweede helft van het programma, dat ik van Betty van den Bosch en en den pianist Felix de Nobel hoorde, gaven beiden blijk van een groot beeldend vermogen ... hier gebeurde werkelijk iets ... "
krantenartikel, 1945
Betty van den Bosch werd geboren op 19 maart 1900 te Rotterdam. Zij begon haar zangstudie bij Anke Schierbeek te Amsterdam, maar heeft haar opleiding verder toch grotendeels in het buitenland voltooid. Eerst bij het Koninklijk Conservatorium te Brussel en daarna te München bij J.Stückgold en te Berlijn. Voordat zij omstreeks 1930 terugkeerde naar Nederland heeft zij twee seizoen in lichte sopraanrollen gezongen bij de opera's van Lübeck en te Trier.
In Nederland werd zij al snel bekend door haar veelvuldige optredens bij Louis Bouwmeester's gezelschap "Die Haghezangers" (opera-comique), dat zich voornamelijk toelegde op het Franse operette repertoire. Dit bevredigde haar op de duur toch niet, zodat zij haar zangstudie vervolgde om zich meer op het klassieke repertoire toe te leggen en dan vooral de liedkunst.
Hiermee debuteerde zij in 1935, waarna zij vervolgens geregeld optrad, zowel in Nederland als in de bekende muziekcentra van o.a. Londen, Berlijn, Wenen, Kopenhagen en Stockholm. Zij zong onder dirigenten als Willem Mengelberg, Eduard van Beinum, Bruno Walter, Oswald Kabasta, Fritz Busch, Erich Kleiber, e.a. In 1937 maakte zij een grote tournee door het voormalige Nederlandsch Oost-Indië. Ook een tournee naar Amerika was gepland, maar kon door het uitbreken van de oorlog geen doorgang vinden. Aanvankelijk was Betty van den Bosch als mezzosopraan begonnen, maar eind dertiger jaren zong zij ook sopraanpartijen.
In opera's trad zij nog slechts enkele malen op. In 1935 vertolkte zij de rol van Undine in de gelijknamige opera van Lortzing en op 8 september 1938 zong zij Ermanno Wolf-Ferrari's Le donne curiose. Dit betrof een voorstelling onder auspiciën van de Wagnervereniging ter gelegenheid van het 40-jarige jubileum van Koningin Wilhelmina. In datzelfde jaar zong zij - nog als mezzosopraan - ook onder Bruno Walter in een concert