Cato Engelen-Sewing

Cato Engelen-Sewing

[ << sopranen ]

" ... ein sehr achtbares Können ... van virtuoser Kehlfertigket ... "

" ... eine hohe leicht ansprechende Sopran, der für die schwierige Coloraturpartie der Königin der Nacht vollkommen ausreicht ... eine tadellose musikalische Exactheit ist ihren Trillern zu zuerkennen, ihre Coloratur war wie ein Schnur aneinander gereihter Perlen, klar und durchsichtig ... "

" ... auch ihr Spiel verdient Lob ... " " ... eine vortreffliche Ophelia (Hamlet, Thomas ) , die namentlich im vierten Act mit der gelungenen Wiedergabe der an schwierigen Kadenzen und Fiorituren reichen groszen Soloscene einen speciellen Triumph einheimste ... "

foto Spaarnestad
Cato Engelen-Sewing met een prachtige Queue-de-Paris

Cato Engelen-Sewing (Catharina, Cateau) werd geboren op 27 januari 1868 (andere bronnen spreken over 1870, maar 1868 is waarschijnlijker) te Amsterdam. Al op jonge leeftijd gaf zij blijk aanleg voor muziek te hebben. Pas op haar 14e werd echter overgegaan tot het geven van zangles. Zij studeerde eerst in de koorklas van de heer G.A.Heinze, later op de muziekschool van de Maatschappij ter bevordering der Toonkunst te Amsterdam bij Jacob Kwast, van wie zij tevens pianoles kreeg. Zij studeerde op deze muziekschool na haar gebleken aanleg, in de solo-klas bij Mevrouw Collin-Tobisch, later na haar toelatingsexamen bij Johannes Messchaert op het Conservatorium van Amsterdam, en vervolgens bij Knudson in Berlijn.

Haar eerste optreden was in 1890 bij de Nederlandsche Opera te Amsterdam, een onderneming van De Groot, en waar C.van der Linden de muzikale leiding had. Daar trad zij op als Maritana in 'Don César de Bazan' van Massenet, Henri Albers zong de titelrol. Haar succes was zo groot dat toen Van der Linden in 1894 zijn verbintenis met De Groot verbrak en de opera zelf had overgenomen, hij haar aan zijn gezelschap verbond. Haar reputatie steeg en ook in het buitenland kreeg men belangstelling voor haar, met als resultaat dat zij van 1898 tot 1901 zong aan de Königliche Oper van Hannover. In 1901 zong zij tevens aan het Theater des Westens te Berlijn, waar zij 21 keer de rol van de Königin der Nacht uit Mozart's Zauberflöte vertolkte. Van 1903 tot 1907 werkte zij te Antwerpen bij de Vlaamsche Opera en vervolgens zong zij tot 1915 bij verschillende Nederlandse opera gezelschappen. Haar repertoire was enorm uitgebreid, meer als 26 rollen. Zij zong zowel coloratuurpartijen als dramatische rollen: Elsa (Lohengrin), Elisabeth en Venus (Tannhäuser), Senta (Der fliegende Holländer), Sieglinde (Die Walküre), maar ook: Lakméme (Délibes), Philine (Mignon), Ophelia (Hamlet) en in Verdi rollen als: Aïda, Leonora (Trovatore), Gilda (Rigoletto) en Violetta (Traviata). Ze zong in de premières van o.a. 'Floris V' (1892, Richard Hol), 'De Blinde van het kasteel Cuillé' (1894, Dopper), 'De Tempeliers' (1898) en 'Het Meilief' v(1901) beiden van Martinus J. Bouman, op tekst van Van Gulpen. Bij de viering van haar 25-jarige jubileum als zangeres op Dinsdag 11 Mei 1915, trad zij samen met haar man en dochter op in Mozart's Die Hochzeit des Figaro onder leiding van Peter Raabe. Zij als Susanne, haar echtgenoot de bas en regisseur Henry Engelen als Figaro en hun dochter Nelly in de rol van Barbarina.

Cato Engelen-Sewing

Cato Engelen-Sewing op de Bühne

Zij werkte van 1915 tot 1939 als pedagoge te Antwerpen en keerde in 1939 naar Nederland terug. Zij maakte talrijke platen voor G&T, Zonophone (Holland, 1901), Pathé, Anker, Favorit en Lyrophone.

Cato Engelen-Sewing overleed op 17 december 1961 te Amsterdam.

Samen met Jos Orelio in Paljas: E allor perchè, di', tu m'hai stregato"opname ca. 1908

Statieportret van Cateau Engelen-Sewing