Gerry de Groot
" ...Bij Glucks Iphigenie had het gezelschap van de Berlijnse Opera even het veld geruimd. Het werd een gastvoorstelling door het ensemble van de opera van Zürich. Het werd een voorstelling met weinig dieptepunten en met één belangwekkend hoogtepunt: de hoofdrol door Gerry de Groot. Daar was dan weer een uitstekende kracht uit Nederland die de natuurlijke weg had gevolgd: opleiding afmaken - Nederlands operaklimaat opsnuiven - wegwezen. Gerry de Groot heeft zich in Düsseldorf ontwikkeld tot een sopraan van allure, haar stem is diep en vol geworden, en haar acteren is meeslepend, kreeg bovendien in dit geval reliëf door de statische achtergrond .."
Berliner Festwochen 1966, Luister nov. '66, Gérard Verlinden
Gerry de Groot debuteerde in Italië. Vanaf 1959 zong zij bij de Nederlandse Opera in belangrijke partijen, zoals Nedda (Pagliacci), Marguerite (Faust), Micaela (Carmen), Tosca en Arabella. Zij is tevens verbonden geweest aan de opera's van Düsseldorf en Zürich. Zij trad tevens op in Wenen, Hamburg, Monte Carlo en Florence. Ze zong kort voor haar dood nog bij de Nederlandse Opera - 31 januari 1975 - de rol van Emilia Marty in Vec Makropulos (Leos Janacek).
GERRY DE GROOT (1923-1975)
Een Nederlandse sopraan van internationale allure.
Theo Laceulle
Als tiener bezocht ik vele voorstellingen van de toenmalige Nederlandse Opera in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag. Na een voorstelling van Lucia di Lammermoor (1962, met Virginia Zeani en...Luciano Pavarotti) heb ik dirigent Arrigo Guarnieri een brief geschreven. Ik kreeg een uitvoerig antwoord en een uitnodiging om achter het toneel te komen bij een volgende voorstelling. Het antwoord was ondertekend door Guarnieri maar geschreven door Gerry de Groot, met wie hij toen een relatie had. Ik heb haar daar ontmoet en zij is de "zangeres van mijn jeugd" geworden. Sindsdien heb ik haar bewonderd en van haar zangkunst genoten in vrijwel alle rollen die zij in Nederland heeft gezongen tot aan haar vroegtijdige dood in 1975 op 50-jarige leeftijd.
Gerry de Groot is Rotterdamse van geboorte. Zij werd er geboren op 3 november 1923. Terwijl zij op kantoor werkte, volgde zij zanglessen bij Jo Bollekamp. Ze werd tijdens een amateur-zangwedstrijd in 1952 ontdekt en ging zingen in het koor van de Nederlandse Opera. Vanuit het koor zong zij sinds 1956 kleine rollen bij de opera (Kate Pinkerton, Gravin Ceprano). In 1959 zong zij haar eerste grote rol, Nedda, spoedig gevolgd door Marguérite en Micaëla (1960). Met sopranen als Antoinette Tiemessen, Maria van Dongen en Mizzi van der Lanz vormde zij de nieuwe generatie sopranen die in Nederland de plaats van de internationale Gré Brouwenstijn en de ook jonggestorven Greet Koeman kwamen innemen. In 1959 zong zij in Italië tijdens de Maggio musicale fiorentino in Florence, Rome en Napels in Dido and Aeneas. Ook trad zij in 1960 op in de theaters van Novara en Cesena (Liù), waar zij weigerde het hoofd van de claque te betalen voor "applaus op bestelling", zoals dat in Italië de gewoonte was.!
In 1961 zong zij in de beroemde productie van Antal en Tonina Dorati de rol van Maria / Amelia in Verdi's Simone Boccanegra en in het Holland Festival (naast Gedda) Teresa in Benvenuto Cellini. Naast Marijke van der Lugt en Hans Kaart zong zij Liù, en Cio Cio San, en ook herinner ik mij haar prachtige Elisabetta in Don Carlos. In de jaren die volgden zong zij onder meer een onvergetelijke Donna Elvira (naast Scipio Colombo, en later naast Peter van der Bilt) en een prachtige Desdemona met de temperamentvolle Carlos Guichandut en de vileine Colombo.
Inmiddels was zij in Düsseldorf geëngageerd door de Deutsche Oper am Rhein en zong zij daar grote rollen (Desdemona, Liù, maar ook Saffi in Der Zigeunerbaron, vaak samen met Hans Kaart). In Düsseldorf bleef zij twee jaar (1962-1964) waarna zij een vast engagement kreeg bij het Opernhaus Zürich waaraan zij tot aan haar dood verbonden bleef. Zij ging wonen aan het Meer van Zürich, in Thalwill. In Zürich zong zij vele grote rollen in het lyrisch dramatische stemvak en was zij zeer geliefd. Gelukkig kwam zij als gast vaak terug naar Amsterdam waar zij altijd op een trouw publiek kon rekenen. Zo zong zij Amelia (1968, naast Renato Bruson), Fidelio (1969, alternerend met Gré Brouwenstijn), Freia (naast de Wotan van Thomas Stewart), een onvergetelijke Arabella (1970), de Comtessa Almaviva (met Tatiana Troyanos als Cherubino, 1971), een prachtige temperamentvolle Tosca (1973/4, in een Nederlandse cast, met Jan Blinkhof en Jan Derksen) en tot slot, kort voor haar dood, Emilia Marty in De zaak Makropoulos.
De laatste jaren van haar carrière werd zij gevraagd in heel Europa; zo zong zij in Frankfurt, Hamburg en Berlijn, in Wenen (waar zij onder meer Birgit Nilsson als Isolde verving), in Florence, in Barcelona, in Toulouse, Bordeaux, Monte Carlo en Marseille. Haar stemvak veranderde, de rollen die zij zong werden zwaarder; zo zong zij de grote Strauss-partijen (de Feldmarschallin, Arabella), Santuzza, Minnie, Maddalena di Coigny en Turandot, Fidelio, Elisabeth en Isolde, Jenufa en Gluck's Iphigénie.
In Zürich ook nog Aida, Alice Ford, Lucrezia in I due Foscari en Leonora di Vargas, Venus, Rosalinde, Mimi, Cio Cio San en Turandot, Hoffmann's Giulietta, Marina in Boris Godoenov en Madame Fabien in Volo di Notte van Dallapiccola.
Helaas zijn er maar weinig opnamen van Gerry de Groot bewaard gebleven. Ik bezit er een paar: een plaat met Weense liedjes met Hans Grünhut, hoogtepunten uit Otello en Tristan und Isolde, haar bijdrage in Hans Kerkhof's Puik der zoete kelen (Micaela's aria en het arioso van Yolanthe), en Porgi amor op een CD van de Stadsschouwburg Amsterdam - 100 jaar Operatheater. Ook moet er nog een plaat met hoogtepunten uit de Czardasfürstin bestaan. In de radioarchieven liggen nog een complete Tosca (1974)(inmiddels uit de archieven opgedoken en uitgebracht, J.L.), Le Nozze di Figaro, Tchaikovki's Yolanthe (in augustus 2004 nog uitgezonden), La Poupée de Nuremberg en losse fragmenten. Ik hoop van harte dat met name de uitvoering van Tosca nog eens op cd verschijnt. En wellicht zijn er nog opnamen te vinden bij de Zwitserse radio?
Gerry de Groot was een bijzondere zangeres die wist te ontroeren. Ze had een stralende sopraan met een zeer eigen timbre, een persoonlijk vibrato en een temperamentvolle en altijd bij de rol passende toneelpersoonlijkheid. Haar Desdemona, Donna Elvira , Arabella en Tosca, om een paar gouden herinneringen te noemen, zal ik nooit vergeten.
Naar "haar" publiek toe was ze erg aardig en innemend, met veel humor stond ze na afloop van voorstellingen de vaste foto- en handtekeningenjagers te woord. Zo herinner ik mij hoe ze vertelde over de moeite die het haar kostte om Puccini in Düsseldorf in het Duits te zingen. Eens was zij in de sterfscène van Liù ongemerkt overgegaan op Italiaans, tot zij ineens de souffleur luid "sterben..." hoorde sissen!
In het jaarboek 1976/77 van het Opernhaus Zürich schreef toenmalig GMD, de grote dirigent Ferdinand Leitner een ontroerend In Memoriam waaruit ik citeer:
Unsere liebe Gerry de Groot ist nicht mehr bei uns..... Sie war eine seltene Erscheinung grosser Menschlichkeit. Diese Menschlichkeit war es, die auch in Ausstrahlung und Ausdruckskraft ihrer schönsten Rollen, allen voran der Marschallin......fühlbar wurde. Wir hatten sie in unser Herz geschlossen und wollen sie alle in schönster Erinnerung bewahren.
Toen in een afscheidsinterview in Opera (seizoen 1970/71 no.4) aan Gré Brouwenstijn gevraagd werd, aan wie zij, als er een Gré van Swol-Brouwenstijn-ring bestond, die gegeven zou hebben, kwam het prompte antwoord: "aan Gerry de Groot". Wanneer Gerry langer had geleefd dan had ze die zonder twijfel doorgegeven aan Charlotte Margiono, want in die lijn van Nederlandse lyrisch-dramatische sopranen hoort zij thuis.
Gerry de Groot is, op 51-jarige leeftijd, overleden op 29 juli 1975 te Bilthoven.
Voor dit verhaal heb ik, naast uit mijn eigen herinnering, geput uit:
- Kutsch / Riemens, Grosses Sängerlexicon, 1999
- Suter, Sängerlexicon, Sängerinnen und Sänger in der Schweiz von 1900 bis heute, 1989
- Jahrbuch Opernhaus Zürich 1976/77
- en uit diverse afleveringen van Opera, het maandblad van de toenmalige Nederlandse Opera.
Tchaikovski, Iolante, arioso van Iolante, VARA 10 april 1960: