Iza Valeton - Memories of
Herinneringen aan een leven in liefde voor het lied door Elisabeth Cooymans, alt-mezzo 1987
Mijn bedoeling was het in het openbaar zingen te beëindigen in het Bach-Handeljaar 1985. Maar de vele uitnodigingen voor recitals met ons ensemble harp-fluit-zang ('ons' waren Erika Waardenburg, Dieks Visser en ik) lagen nog ver na 1985. De stem was nog in orde, het ensemble nog steeds op zoek naar nieuw repertoire en wat doe je dan?
Natuurlijk was het niet eenvoudig voor mij om de invitaties voor het geven van Masterclasses in Polen niet aan te nemen, evenmin die voor concerten met orkest en liedavonden in Amerika en Rusland. Dit alles in verband met de fatale ziekte en tenslotte het verlies van mijn geliefde echtgenoot, mijn minnaar en kameraad tijdens de muzikale escapades van bijna 30 jaar! Het is wonderlijk te bedenken dat het de Franse componist Olivier Messiaen eigenlijk geweest is die ons in 1947 toevallig samenbracht! Zijn liederen 'Poèmes pour Mi I en II' waren in het naoorlogse muziek-Nederland praktisch nog onbekend.
Maar het is de grote verdienste geweest van de mezzosopraan Iza Valeton-Maas Geesteranus (mijn lerares Methodiek en Pedagogie aan het Utrechts Conservatorium) door de moeilijke liederen in studie te nemen en tenslotte samen met de pianist Iskar Aribo uit te voeren.
Het gebeurde aan het einde van mijn examenjaar in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht, bekend om zijn heerlijke akoestiek, waar ik gevraagd was 'de blaadjes om te slaan'. Een totaal nieuwe klanken wereld en een wonderlijk notenbeeld verrasten mij compleet en enthousiast probeerde ik daarna dit Messiaen-recital ook in Brabant te laten uitvoeren! Daar had een zekere dokter Cooymans direct na de oorlog propaganda gevoerd, ook in de pers, voor de oprichting van Kamermuziekseries. Hij bezat in 1947 al een lange lijst van enthousiastelingen, vandaar, u begrijpt het al, dat het Messiaen-recital er kwam! (Casino-zaal Den Bosch 1947, het Brabants Orkest ontstond pas in 1949 o.l.v. Hein Jordans).
Genoteerd mei 2004, Frankrijk
Elisabeth Cooymans, alt-mezzo (*1 maart 1920)
Afscheid van Iza Valeton - Maas Geesteranus, 3 november
1901-6 oktober 2005
(Gecorrigeerd en bewerkt d.d. 5 maart 2006) Samenvatting van de toespraak van Matthée Valeton
Inleiding:
"Er was méér". Dat is wat een oude man tegen me zei naar aanleiding van mijn brief over Mevrouw Valeton en haar verhuizing naar een verpleeghuis. Zijn vrouw, 13 jaar geleden gestorven in 1992, was nog leerlinge van Iza geweest en het contact liep daardoor ook voornamelijk via zijn vrouw. Maar hij had Iza toch goed leren kennen en hij had goede herinneringen aan haar en aan de muziekavonden. Hij zei: "Mijn vrouw was niet alleen maar leerlinge, er was meer". Hij had zich, weliswaar op afstand, ook door Iza geïnspireerd gevoeld. Komt dit u bekend voor?
Hartelijk welkom, familie, vrienden en oud-leerlingen van Iza Valeton-Maas Geesteranus. We nemen vandaag afscheid van ons aller Iza, en u ziet dat de aula vol zit. Zó veel mensen die hier vandaag naar toe gekomen zijn, dat is niet alleen hartverwarmend, dat is buitengewoon. Dat is veel meer dan je zou verwachten bij iemand die bijna 104 jaar is geworden. Iza was meer dan lerares, vriendin of grootmoeder: zij inspireerde en zij heeft velen van ons beïnvloed tot in de kern van ons bestaan. Zij was een gever, en daardoor was ze ook in staat om te ontvangen. In de balans daar tussen, in het intuïtieve besef dat ze daarvan zelf had (ze kon zóóó onschuldig doen!), lag de wijsheid die ik door zo velen van jullie heb horen roemen.
Ze had ook het vermogen om ingewikkelde dingen op een ontwapenende manier eenvoudig te maken. Maar ze was ook streng: alles moest goed zijn, perfect zelfs. Met half werk nam ze geen genoegen, op geen enkel terrein. Eerst de basis, elke keer maar weer, en dan de rest. En toch liet ze, als lerares, nooit iemand naar huis gaan met het gevoel: "ik kan er niks van, ik leer het nooit". En als mens onder de mensen was ze hetzelfde: een soort van streng.... en in bescheidenheid veeleisend. Ze was dankbaar voor wat er voor haar gedaan werd en liet je altijd gaan met het gevoel dat je het goed gedaan had.
De laatste weken
Iza is niet aan een ziekte overleden en ze heeft geen pijn geleden, d.w.z. niet meer dan ze altijd al had aan haar benen en gewrichten. Ze is, wat men noemt, 'rustig heen gegaan'. Maar dat is schijn. Sterven is hard werken, en dat hebben we gezien. Rust en onrust wisselden elkaar af terwijl de lichamelijke functies het langzaam steeds meer lieten afweten. Afgelopen zaterdag was ze eindelijk aan het einde van haar weg. Ze lag heel rustig, maar ze sliep niet. Haar ademhaling ging steeds langzamer, tot dat die uiteindelijk stil viel. De vermogens nemen af, maar de strijd en de inspanning om je integriteit en je waardigheid te behouden neemt toe. Het loslaten van aardse zaken, zoals het lichaam, is als het beklimmen van een berg: je laat de bewoonde wereld steeds verder achter je totdat je op de top bent, waar je kunt rusten en waar je je ziel kunt laten wegvliegen. Dat is wat ik heb gezien.
Jeugd
Iza was een Rotterdamse. Lagere school, meisjes HBS, tennisclub, dansen bij de roeivereniging aan de Maas; een zelfbewuste meid die er bij hoorde. Als ze uit school kwam kroop ze altijd meteen achter de piano, om te zingen. Haar eerste zangcursus volgde ze op 8-jarige leeftijd en op de 12 vakken die zij daarin kreeg was haar score aan het eind van het jaar '214 van de 250 punten', ofwel een 8,5. Ze deed in 1919 eindexamen. Het hoogste cijfer op haar eindlijst was een 8 voor natuurkunde en dat doet mij, als fysicus, natuurlijk speciaal genoegen. Zij was goed in exacte vakken, beter dan in talen.
Opleiding
Na haar eindexamen ging Iza een half jaar naar Engeland, om Engels te leren en om een tijdje uit huis te zijn. In 1920 verhuisde de familie naar Utrecht en ging Iza daar naar het conservatorium. Ze studeerde af in 1925 en haalde diploma's voor o.a. Solozang- en Koorzangonderwijs.
Ze kreeg les van verschillende zangers en zangeressen van naam, raakte opgenomen in de moderne muziekwereld van die tijd en genoot daarvan met volle teugen. Ze begon op te treden en leerde componisten kennen als Johan Wagenaar, Jan Mul en Willem Pijper, die, naar verluid, zijn liedcyclus 'La Maumariée' aan Iza heeft opgedragen. Jan Mul schreef voor haar zijn 'Floret Silva' dat we zodadelijk zullen horen.
Ik vond een briefje, uit 1928, van de concertzanger Thom Denijs van wie ze les had. Ik citeer: "Je stem zit nu zóó goed dat ik je gerust verder aan anderen kan overlaten!". Iza was een op en top modern mens en is dat altijd gebleven. De pianist Iscar Aribo wekte haar belangstelling voor het Franse lied en met hem heeft ze jarenlang, tot in de oorlog, recitals gegeven waarin ze liederen zong van Ravel, Duparc, Debussy en Chausson. Dat wil zeggen dat zij muziek zong waarvan de inkt nog nauwelijks was opgedroogd! Haar didactische kwaliteiten waren inmiddels ontdekt en haar pad als zangdocent leek uitgestippeld. Ze wist meer uit mensen te halen dan ze dachten dat er in ze zat. Ze werd hoofd van de Afdeling Methodiek en Zang aan het Utrechts Conservatorium.
Werk en Leven
Iza praatte niet graag over zichzelf. Haar geschiedenis vond zij niet interessant voor anderen; het heden vond ze belangrijker en veel boeiender. Als je haar toch aan de praat kreeg leverde dat leuke verhalen op die hier en daar wat van haar leven lieten zien.
Iza trad op in binnen- en buitenland. Ze was een goede zangeres, had présence, ze was (een bescheiden) iemand in de muziekwereld van haar tijd, maar ze heeft haar carrière niet doorgezet. De vraag is natuurlijk waarom niet.
Ik vermoed dat ze in het spanningsveld van wensen, noden en verplichtingen, waarin ze haar aandacht en energie moest verdelen tussen haar zangcarrière, de vastigheid van een baan als zangpedagoge en de zorg voor haar veeleisende moeder een beetje bekneld is geraakt, en dat ze als gevolg daarvan haar carrière als zangeres heeft moeten opgeven. Zij had ook graag jong willen trouwen en een gezin willen stichten, maar ook dit verlangen heeft ze, door verschillende oorzaken, niet kunnen realiseren.
Kinderen
Het tragisch is dat Iza nooit eigen kinderen heeft gehad. Ze heeft haar kinderwens echter op onnavolgbare wijze weten te projecteren op haar leerlingen. Dat is o.a. waardoor er meer was in het contact met ieder aan wie zij les gaf. Er was altijd meer, dat zeggen jullie allemaal, en dat geldt voor mij ook. Zij had op haar manier wel degelijk kinderen: een gróte schaar aangenomen kinderen en kleinkinderen die hier, lijfelijk of niet, vandaag allemaal aanwezig zijn.
Almelo
Ik sla een stuk over en pak de draad op in Almelo, waar ze in de jaren voor de oorlog eens een recital gaf op uitnodiging van de directeur van de HBS aldaar. Het klikte meteen met verschillende mensen daar en Iza werd gevraagd om een koor te gaan begeleiden. Ze kon na koorrepetities 's avonds niet meer met de trein terug naar Utrecht komen en al gauw bleef ze logeren bij het
gezin van de HBS-directeur. Die directeur was mijn grootvader en zo is het contact tussen Iza en mijn familie ontstaan. Iza en mijn grootmoeder, die ook in het koor zong en privé-les van haar kreeg, werden spoedig hartsvriendinnen. Iza leerde ook de kinderen van mijn grootouders goed kennen: Josué (mijn vader) en Mariet.
Huwelijk
In 1951 overleed mijn grootmoeder, 59 jaar oud. Mijn grootvader was toen 65 en ging naar een 'rusthuis' in Eindhoven, waar hij geheel verpieterde. In 1954 heeft Iza hem daar uitgehaald en is met hem getrouwd. Onze familie is haar daar intens dankbaar voor. Zij gingen wonen aan de Koningslaan 59 in Utrecht en vele van jullie waren daar kind aan huis voor zangles, muziekavonden, gezelligheid of om te zorgen voor de blinde poes Mikje. Het waren, gelukkige jaren voor Iza. Maar mijn grootvader werd na een paar jaar ernstig ziek en overleed in 1959. Een drama voor Iza, die na 5 jaar huwelijk alweer alleen kwam te staan.
Eisenhowerlaan en thuiszorg.
In 1988 verhuisde Iza naar een serviceflat aan de Eisenhowerlaan te Utrecht.
Toen de grenzen van wat de service- flat kon bieden overschreden raakten werd de hulp van Thuiszorg Utrecht ingeroepen. Iza kon steeds minder zelf en kon zich niet goed meer door huis verplaatsen in haar vertrouwde rode rolstoeltje. De afhankelijkheid van anderen was voor Iza moeilijk te accepteren, maar ze deed het wel. Ze was realist genoeg om in te zien dat er steeds meer van wat ze eigenlijk niet wilde toch onvermijdelijk werd. Dit gaf haar veel verdriet, maar dat hield ze, wellicht een beetje krampachtig, voor de buitenwereld verborgen. De verzorging die zij nodig had werd tenslotte te veel om nog thuis gerealiseerd te kunnen worden. Met spijt en tegenzin hebben we in februari 2005 moeten besluiten dat Iza naar een verpleeghuis moest verhuizen.
De overgang naar de verpleeghuis-afdeling van het ziekenhuis Over- vecht in Utrecht was moeilijk en verdrietig. Maar Iza heeft weer het onvermijdelijke met haar stille doorzettingsvermogen geaccepteerd en zich ongelofelijk snel aangepast. Het verpleeghuis bleek ook voordelen te hebben: er was meer activiteit, meer contact met andere mensen en dat vond ze erg leuk.
Het mooiste was wel dat ze er heeft leren rijden in een elektrisch bedienbare rolstoel waardoor ze haar mobiliteit een beetje terug kreeg. Ze haalde haar rijbewijs en had veel plezier in het rondrijden door de gangen. 103 jaar oud! De laatste paar maanden heeft ze gewoond in het verpleeghuis 'De Wijngaard', waar ze bijzonder goed en liefdevol is verzorgd. Ook daar was er weer meer, en een bijzondere interactie.
Tenslotte
Ik eindig met de conclusie dat we met raadsels achterblijven - zo gaat dat nu eenmaal. Uit het feit dat er bij haar altijd meer was, concludeer ik dat ze in feite meer was dan zichzelf, hoe raar dat ook moge klinken. Want dat is wat haar voor ons zo belangrijk maakte, en dat is waarom we hier vandaag met zo velen bij elkaar zijn, en dat is waarom we haar allemaal zullen missen.
Bronnen:
Uit het familie en zangarchief van mevrouw Maas Geesteranus. De bijgehouden plakboeken en correspondentie van de sopraan Iza Valeton-Maas Geesteranus (1970-2006) waren recentelijk geschonken door haar oud-leerling, concertzanger Dr. Pieter Vis te Houten aan het Nederlands Muziek Instituut /Postbus 90407 - 2509 LK Den Haag.