Frans Vroons

"... Frans Vroons was een voortreffelijke Ricardo en in al zijn aria's van een voornaam niveau ... "

Amsterdam, Verdi's Un ballo in maschera, Algemeen Handelsblad, 27 maart, 1951, B.S.

"... wat men hier van Frans Vroons, Theo Baylé en Gré Brouwenstijn hoort zijn vocale en voor hun persoonlijk deel ook dramatische prestaties, uitingen van doorleefde en muzikale emoties, waar zeer beroemde operatheaters Amsterdam om mogen benijden ... "

Dinsdag, 27 maart 1951, Leo Hanekroot

" ... Frans Vroons gaf een hartverwarmend belcanto ten beste ... "

Dinsdag 27 maart 1951, Jan Willem Hofstra

Frans Vroons (1911-1983)

Frans Vroons werd geboren op 28 april 1911 te Amsterdam. Hij kwam naar eigen zeggen uit een muzikale familie: 'Zowel van vaders als van moeders zijde waren velen met goede tot fraaie zangstemmen begiftigd. Alle broers en zusters van beide zijden zongen dan ook in koren en één familielid, zijn vaders oudste zuster Christine Vroons heeft zelfs enkele jaren in de periode (1903-1914), net voor de Eerste Wereldoorlog bij verscheidene Nederlandse operagezelschappen gezongen met solisten als tenor Chris de Vos, bariton Richard van Helvoirt Pel en sopraan Cato Engelen-Sewing.' Frans Vroons studeerde solozang op het Amsterdams Conservatorium bij Jacoba Dresden-Dhont, bij Berthe Seroen en in de 3-jarige operaklas van Johannes den Hertog. In deze operaklas zaten verder artiesten als Greet Koeman, Michel Gobets, Ria Focke, Theo Baylé, Ruth Horna en Corry Bijster. Later studeerde hij nog verder bij verschillende leraren te Parijs.

Frans Vroons begon zijn carrière - nog tijdens zijn studieperiode - bij de Wagnervereeniging op 7 mei, 1936, waar hij optrad in Lohengrin als Edelknabe. Ook Greet Koeman en Judith Toff namen aan deze uitvoering deel. Vervolgens zong hij ook nog een klein rolletje in 'Der Rosenkavalier' onder directie van de componist Richard Strauss. Zijn eerste grote rol was Pelléas in Pelléas et Melisande, eveneens onder auspiciën van de Wagnervereeniging, afwisselend onder Pierre Monteux en Johannes den Hertog. Melisande werd vertolkt door de sopraan Greet Koeman, een zangeres waar hij veel mee zou samenwerken. De uitvoering - totaal tien voorstellingen - werd een groot succes en betekende zijn doorbraak. Ook zong hij in de première van De Snoek (1938, G. Landré) en in L'heure Espagnol van Maurice Ravel. In dat zelfde jaar, 1938 zong hij te Amsterdam Don Curzio in Le nozze di Figaro onder Bruno Walter en in 1939, eveneens in Le nozze, de rol van Don Basilio onder Carl Schuricht.

Vanaf 1937, nog voor zijn eindexamen aan het conservatorium, werd Frans Vroons tevens omroeper bij de VARA. Ook als reporter en interviewer was hij bij deze omroepvereniging actief. Zo mocht hij - als invaller - een Nederlandse grootheid als de schaker Dr. Max Eeuwe interviewen.

Frans Vroons als Pelléas in Pelléas et Melisande, 1937

In 1941 werd hij de eerste tenor in de pas opgerichte Nederlandsche Operastichting van Johannes den Hertog. Hij ontwikkelde zich tot een der beste operatenoren van ons land, dankzij zijn voortreffelijke stembeheersing en zijn groot gemak van acteren. Hij schitterde in rollen als Don José (Carmen), Cavaradossi (Tosca), Hoffmann (Hoffmanns Vertellingen), Pinkerton (Madame Butterfly), Des Grieux (Manon Lescaut), Tamino (Zauberflöte), Werther en Faust. Tot 1961 talrijke lyrische partijen, waaronder Pelléas en de titelrol in de Nederlandse première van Benjamin Britten's Peter Grimes. Bij het Holland Festival zong hij o.a. in L'apostrophe (Francaix), Jenufa, La Vida Brêve en de titelrol in de première van Martin Korda D.P. (1960, Badings). Na de Tweede Wereldoorlog werd hij ook in het buitenland bekend. Optredens in Covent Garden, Londen, Parijs, Stockholm, Dublin (" ... bijzonder enthousiast publiek ... ", Frans Vroons ), New York (Des Grieux in Manon van Masssenet en Hoffmann in Hoffmanns Vertellingen) en in San Francisco als partner van Bidu Sayao, eveneens in Manon.

 ... Studeren en repeteren behoort tot het dagelijkse werk van een operazanger ...

 

... de vrije ogenblikken worden in huiselijke kring doorgebracht, hetzij binnen in het gezellige interieur ...

Behalve in opera, trad Frans Vroons ook op als oratorium- en liederenzanger. Hij trad op onder vele beroemde dirigenten, o.a. Bruno Walter, Richard Strauss, Pierre Monteux, Thomas Beecham, Erich Kleiber, Josef Krips, Willem Mengelberg en Eduard van Beinum.

Vanaf 1957, werd hij voor een periode van ongeveer 9 jaar artistiek leider van de Nederlandse Opera, waarbij hij tevens als regisseur optrad. Na afloop van deze periode - de Nederlandse Opera werd op 1 mei 1965 opgeheven - vestigde hij zich als zangleraar in Amsterdam. Ook gaf hij als docent les aan de conservatoria van Den Haag, Enschede en Utrecht. In 1976 werd naar aanleiding van zijn 65e verjaardag uitgebreid aandacht aan hem besteed door de radio. Zowel Hans Kerkhoff als de VARA met 'Een middagje stoomradio' weidden een programma aan hem.

Alhoewel Frans Vroons graag en veel naar muziek luisterde: uitvoeringen, plaatopnames en radiouitzendingen, besteedde hij zijn vrije tijd toch voor een belangrijk deel aan zijn hobby's en wel speciaal aan fotografie in relatie met microscopie, waarbij vooral bestudering van ééncellige planten - Diatomeeën - zijn aandacht hadden.

Pamina, een gastrol van de Engelse sopraan Adele Leigh en Tamino zingen hun beroemde liefdesduet, 21 januari 1954, Amsterdam, Stadsschouwburg

Frans Vroons maakte enkele plaatopnames voor Philips, waaronder duetten samen met de sopraan Gré Brouwenstijn.

J.Strauss, Zigeunerbaron, Mein Aug' wacht, samen met Greet Koeman, een uitvoering die in 1940 plaats vond onder Johannes den Hertog :

Voor meer foto's, zie de pagina over Greet Koeman