Johannes Rogmans (1852-1911)

 

johannes rogmansJohannes (Johan) Rogmans werd geboren op 23 oktober 1852 te Haarlem. Zijn stemkwaliteiten kwamen naar voren toen hij als onderofficier in Gouda in Gouda gelegerd was en er op 's zondags in de R.K. kerk bij de eredienst als solozanger optrad. Zijn stem trok dermate de aandacht dat men hem aanraadde zich verder in de zangkunst te gaan bekwamen. Hij ging zangles nemen bij Herman Molkenboer aan de Toonkunstmuziekschool te Amsterdam en debuteerde in 1881 in Joseph Haydn's oratorium 'Die Jahreszeiten'. Dit debuut was zo'n eclatant succes dat hij binnen enkele weken een nationale beroemdheid werd. Hierna ging hij nog verder studeren bij Johannes Messchaert. Samen met Messchaert zong hij in het Amsterdams Vocaal Kwartet, dat Messchaert vormde met Aaltje Noordewier-Reddingius, Cato Loman en Johan Rogmans. Ondertussen vervulde hij nog gewoon een betrekking op een handelskantoor te Amsterdam.

Rogmans trad, behalve in Nederland ook op in België en Duitsland als oratoriumzanger en oogste met zijn fameuze stem overal succes. In oratoria als 'Josua' ("... zijn stem klonk als een klaroen"), 'Die Jahreszeiten' en de 'Matthäus Passion kwam zijn zangkunst goed tot zijn recht. Rogmans was ook aanwezig bij de inhuldiging van Wilhelmina op 6 september 1898: "In de Nieuwe Kerk namen dochter en moeder plaats op de troon, wederom onder de klanken van het Wilhelmus. Willem Mengelberg leidde een elitekoor waarin beroemde vocalisten zongen als de sopraan Aaltje Noordewier-Reddingius, de alt Pauline de Haan-Manifarges, de tenoren Johan Rogmans en Jacques Urlus en de bassen Johannes Messchaert en Jos Orelio." Maar hij blonk vooral uit in ongedwongen Hollandse liederen. Liederen als 'Ik heb gezworven over land, gezworven over zee' van Hije-Verhulst werden door hem op een onovertroffen manier weergegeven.

Na zijn vijftigste trad hij zich terug uit het muziekleven. Hij overleed te Amsterdam op 19 oktober 1911.