Martine Dhont
Martine Dhont, Joodse van geboorte, werd op 12 oktober 1880 geboren te 's-Gravenhage. Zij ontving haar opleiding aan het Koninklijk Conservatorium aldaar. Zij studeerde er bij Carolus Oberstadt en Arnold Spoel. In 1900 studeerde zij af met diploma's voor piano-, solospel en solozang. Daarna studeerde zij nog bij Thom Denijs, Jeannette Grumbacher-de Jong en Johannes Messchaert.
Martine Dhont kreeg een drukke praktijk als oratorium- en concertzangeres. Zij trad regelmatig op in uitvoeringen te Utrecht van Toonkunst, alsmede in uitvoeringen van destijds populaire humoristische werken van Johan Wagenaar, zoals in De Schipbreuk van den schoolmeester en Jupiter amans. Ook zong zij onder Mengelberg en Jan van Gilse, chef-dirigent bij het Utrechts Stedelijk Orkest van 1917 tot 1922. Van Gilse over Martine Dhont:
" Martine Dhont zong mijn Gitanjali-zangen, op de repetitie zeldzaam mooi, op de uitvoering overemotioneel, veel minder goed. Ja, die Martine Dhont, zij had de gaven van een waarachtig kunstenares en buitendien kon haar stem somwijlen een eigenaardige bekoring hebben ondanks de onmiskenbare gebreken, Wat is zij jammerlijk in haar ontwikkeling blijven steken".
Amsterdam, Concertgebouw 30 Januari 1919, Jan van Gilse
Ook was zij vanaf 1908 als lerares zang verbonden aan de 'Muziekschool van Toonkunst', het latere conservatorium te Utrecht. Deze functie heeft zij gedurende 30 jaar vervuld. Zij heeft meegewerkt - in concertvorm - aan de opera's 'Boris Godounov' (als Marina) en 'La Khovantchina' van Modeste Moussorgski en de Nederlandse première van Giovanna d'Arco van M.Enrico Bossi. Martine Dhont heeft veel nieuwe liederen geïntroduceerd en was een van de eerste zangeressen in Nederland die de liederen van Claude Debussy en Gustav Mahler onder de aandacht van het publiek heeft gebracht.
Martine Dhont is op 25 januari 1968 op 87-jarige leeftijd te Zeist overleden.