Ankie van Wickevoort-Crommelin
Ankie van Wickevoort Crommelin werd op 4 april 1903 te Rotterdam geboren. Zij volgde haar opleiding op het Conservatorium van Amsterdam. Eerst piano, later zang. Zij voltooide haar zangopleiding bij Cornélie van Zanten. Haar operadebuut maakte zij in 1932 in Wenen ter gelegenheid van het grote Wettbewerb (concours). Toch is uit dit opera optreden geen operacarrière ontstaan. Wel trad zij onder dirigent Bruno Walter op in opera's in concertvorm, zoals Acis and Galatea van Händel en Euryanthe van Weber.
Zij zong vooral de lichtere coloratuurpartijen en trad daarmee op in concerten en oratoria. Haar stem werd omschreven als een enigszins fluwelig geluid, zeer mooi en warm met een makkelijk aansprekende hoogte. Zij trad op in passie en oratoria.
Zo trad zij samen met Louis van Tulder en Laurens Bogtman op 16 mei 1947 op in Haydn's oratorium Die Jahreszeiten bij het Toonkunstkoor Nijmegen, een uitvoering o.l.v. Co van Beinum. Op 24 februari 1950 werkte zij mee aan de eerste Nederlandse uitvoering van Händel's oratorium Deborah, een uitvoering van de Händelvereniging. De uitvoering, waaraan wederom de bariton Laurens Bogtman meewerkte, stond onder leiding van Jack P. Loorij. Ook zong zij Nederlandse liederen, o.a. liederen van Orthel op tekst van Rilke en Vijf minneliederen van Paap. Ze werd geëngageerd in Wenen, Neurenberg en Düsseldorf. Ook als radio zangeres en later als pedagoge was zij actief.
Ankie van Wickevoort Crommelin overleed in 1998.
Lortzing, Der Wildschütz, Auf des Lebens raschen Wogen :