Henri Dons

Henri Dons (foto A.Greiner)

Henri Dons werd geboren te Gent, in 1864. Zijn zangopleiding ontving hij aan het Conservatorium van Gent. Hij was verbonden aan de Opera van Gent gedurende de seizoenen 1896 tot en met 1906. In de seizoenen 1899/1900, 1904/05 en 1905/06 zong hij bij dit gezelschap als gast.

Een belangrijk deel van de carrière van Henri Dons speelde zich af in Nederland, waar hij gedurende meerdere jaren verbonden was aan o.a. het Hollandsch Opera-Gezelschap van Johannes de Groot en het Theatre Royal Francais de la Haye. Hij zou er in meer dan 60 producties zingen. Op 25 september 1889 maakte hij bij het gezelschap van de Groot zijn debuut in Verdi's opera La traviata als dokter Grenvil in de Parkschouwburg te Amsterdam. In dat zelfde seizoen zong hij nog de rol van graaf Oberthal (De profeet, Meyerbeer), Sulpice (De regimentsdochter, Donizetti), Monterone (Rigoletto) en als Gessler (Wilhelm Tell, Rossini). In 1890 zong hij bij de Nederlandsche Opera - eveneens van de Groot - de rol van Nilakantha (Lakmé), Lothario (Mignon), Massa (Brinio van Simon van Milligen - Cornélie van Zanten zong Rheime, Desiré Pauwels zong Aquilius), Ambroise (Mireille, Gounod) en op 18 april 1891 'een visser' in De bloem van IJsland van Marius van 't Kruis. Mede solisten: Cato Engelen-Sewing (Helga), Cornélie van Zanten (Marietta), Anna Tijssen-Bremerkamp (Anna) en Jean Tijssen (de elfenkoning).

Op 8 september 1894 zong hij de rol van Mephistofeles in Faust van Gounod, een voorstelling van de Nederlandsche Opera-Vereeniging van Johannes de Groot(!). Nog vele voorstellingen volgden bij De Groot. Bij het Theatre Royal de la Haye zong Henri Dons zijn eerste voorstelling op 30 september 1899 als Mephistofeles in Faust. Marguerite (Irma Loventz afwisselend met Nellie Melba), Faust (Paul Gautier). Zijn laatste optreden in Nederland was op 6 december 1916 bij het Nederlandsch Opera Ensemble als Escamillo in Carmen van Bizet. Carmen werd gezongen door Zorah Dorly, Don José door zijn langenoot de tenor Louis Dister en de leiding van het gezelschap was in handen van - eveneens een landgenoot - Desiré Pauwels.

Enkele andere van zijn rollen: De koning/Il re (Aïda), de graaf van St.Bris (Hugenoten), Roger (Jeruzalem, Verdi), Garrido (De Navarreesche, Massenet - Urlus als Ramon), Bombardon (Het gouden kruis, Ignaz Brüll), Tonio (Paljas), Casper (Het proefschot/Der Freischütz - Urlus als Max), le comte Des Grieux (Manon), Rabo (De herbergprinses, Jan Blockx), le grand-inquisiteur (L'Africaine), Sparafucile (Rigoletto), Dr. Falke (Die Fledermaus), Le commandeur (Don Juan/Don Giovanni) en Alfio in Cavalleria Rusticana met Louis Morrison als Turiddo.

Henri Dons overleed in 1936 te Brussel.