Emma Luart
De sopraan Emma Luart - eigenlijke naam Emma Luwaert - werd op 14 augustus 1892 te Brussel geboren. Zij ontving haar zangopleiding aan het Conservatorium van Brussel. Haar operadebuut maakte zij op 2 oktober 1915 als Micaela in Carmen van Bizet in een voorstelling van het Theatre de La Haye te Den Haag. Zij zou in dat theater i nde periode 1915-1918 in meer dan 50 producties zingen. In 1916 zong zij in de eerste Nederlandse opvoering van Debussy's opera 'Pelléas et Melisande' en in de Nederlandse premières van 'Eugen Onegin' van Tschaikovski (eveneens in 1916, als Tatjana) en als de prinses in de première van 'Marouf' van Henri Rabaud (1917). Haar laatse optreden bij het Theatre de La Haye - toen overigens omgedoopt tot Royal Opéra Francais - was als Clairette Angot in La fille de Madame Angot van Charles Lecocq.
Als gast kwam Emma Luart nog terug bij de Co-Opera-Tie van Raalte en Poolman op 7 oktober 1926 als Thaïs (in Thaïs), op 2 november 1926 als Manon (in Manon) en tenslotte op 7 oktober 1927 als Marguerite in Faust. In deze laatste voorstelling werd de rol van Faust afwisselend vertolkt door Louis Dister en Louis Morrison. Een Belgisch onderonsje.
In 1918 verliet zij Nederland en werd zij verbonden aan de Munt te Brussel. Daar zong zij de rol van Konstanze in de Belgische première van Mozart's opera 'Die Entführung aus dem Serail'. In 1922 werd zij verbonden aan de Opéra-Comique Paris, waar zij debuteerde als Lakmé in de gelijknamige opera van Delibes. Jarenlang bleef zij tot een der grote prima donna's van deze opera behoren. In het seizoen 1923-1924 zong zij bij de opera van Monte Carlo de rol van Dilara in de wereldpremière van Samuel-Rousseau's opera La Hulla en zong zij de rol van Parasha in een nieuwe bewerking door Tscherepin van Moessorgski's opera 'Jahrmarkt von Sorotchintsy'.Haar partner in deze laatste uitvoering was John McCormack.
Emma Luart zong de volgende jaren in meerdere wereldpremières van opera's. Zo zong zij in 1927 bij de Opéra-Comique de titelrol in 'Sophie Arnoult' van Gabriel Pierné, op 15 januari 1915 als Jeanette in Jacques Ibert's 'Le roi d'Yvetot', op 5 december 1927 - nog steeds in de Opera Comique - in 'Le bon Roi Dagobert' van Samuel-Rousseau, op 16 januari 1928 in 'Angelo, Tyran de Padoue' van A. Bruneaus, en op 17 december 1928 in 'Riquet à la houppe' van Georges Hüe.
In de periode 1930-1935 zong Emma Luart nog bij het Theatre de la Monnaie - De Munt - te Brussel. Tot haar belangrijkste operarollen moeten genoemd worden: de titelrollen in Manon en Thaïs van Massenet, Louise van Charpentier, Marie in 'La Fille du Régiment' van Donizetti en Mimi in Puccini's La bohème. Na haar afscheid van het toneel vestigde zij zich in Brussel als zanglereres. Een brilliante zangtechniek en een uitdrukkingsvolle voordracht kenschetste de coloratuursopraan Emma Luart.
Emma Luart is op 26 augustus 1968 te Brussel overleden.
Zij maakte plaatopnames voor Pathé (Brussel) in de periode 1920-1922 en opnames voor Odeon.