Ode aan mijn Vader, Jos Plemper
Jos Plemper (Amsterdam, 7 maart 1906 – 26 maart 2001, Hoogvliet) was behalve opera, operette en oratorium zanger ook zangleraar en drager van het mobilisatie kruis. Op school was er al ontdekt wat een prachtige stem hij had: maar zoals dat vroeger ging moest er na de schooltijd gewoon gewerkt worden. Zijn vader was kistenmaker bij de Erven Lucas Bols.
Tekst: Maria Plemper/ René Seghers
Foto’s: Archief Maria Plemper
Opnamen: Archief 401DutchDivas.nl
De jonge Jos Plemper ging al op jonge leeftijd met zijn vader mee en werd eveneens kistenmaker. De crisis die eind jaren twintig uitbrak leidde echter ook in Nederland tot economische rampspoed en na 5 jaar Bols werd Plemper op 13 februari 1932 ontslagen. Inmiddels was hij overigens al zanglessen gaan nemen bij Mejuffrouw van der Linden. Zijn debuut op 22 maart 1931 was een optreden bij het CJM. Op 31 maart 1932 volgde er een kerkconcert en 25 april en 26 juni 1932 volgden radio optredens bij de NCRV. Op 31 maart 1932 gaf hij voor dezelfde microfoon een liederen recital hij zingt daar o.a. ‘O del mio dolce’ en gedeeltes van ‘Peer Gynt’, begeleid door de pianist P. Esselman. Maria Plemper over het vervolg van haar vaders carrière in zijn beginjaren als zanger:
‘Op 4 juli 1933 moet hij voorzingen voor de opera studio Nederland in de Stadsschouwburg. Op 31 oktober 1934 trouwde hij met Wilhelmina Roost. Zij was kapster dat kwam regelmatig goed van pas. Visagie was er nog niet in die tijd, schminken moesten de artiesten zelf doen.’
Concertzanger en Zangleraar
Een mooie productie is de VARA radio-uitvoering van Der Fledermaus in 1935, met Plemper als gevangenisdirecteur Frank, onder leiding van Eduard Flipse. In die dagen begon Plemper ook met het geven van zangles, aldus Maria Plemper:
‘Hij kreeg het voor elkaar dat hij officieel naam mocht voeren als ‘Jos Plemper Concertzanger en Zangleraar’, zo’n bord voor je deur kostte dan ƒ 3 per jaar. Ook nog iets om te vermelden is dat de lesgelden per 1 september van dat jaar verlaagd werden naar ƒ 130 per jaar voor 1 uur les per week.’
Het Jos M. Orelio Kwartet
Plemper richtte in dezelfde periode ook het dubbel mannenkwartet Jos M. Orelio op, waarmee hij geregeld optrad, onder andere in het Nederlands Isr. ziekenhuis op 7 juli 1935. In 1936 traden ze op bij een jaarfeest in gebouw de Ruyter te Amsterdam, en Voor jong Nederland, een vereniging die 30 jaar bestond. Hij vertolkt hier de rol van Marco in Puccini’s Gianni Schicchi. Die rol vertolkte hij ook met Utrechts stedelijk orkest op 15 februari 1937, in de stadsschouwburg aldaar.
Bij de 3e einduitvoering van het Amsterdams Conservatorium op 29 juni 1935 zong Plemper Hidraot in Glucks’ Armide, Niclausse in Offenbachs’Les contess d’Hoffmann en Antonio in Mozarts’ Le Nozze di Figaro, onder leiding van Johannes den Hertog. Op 22 januari 1936 zend de VARA Der Bettelstudent uit waarin Jos 1e luitenant Von Schweinitz vertolkt. Erb estaat een opname van hem in deze rol.
Op 1 februari 1936 verzorgt Plemper met zijn Jos M. Orelio Kwartet een optreden in Missieclub st Agnes. De prijs van een kaartje was toen ƒ 0,60 cent. Ook wordt hij in juni 1936 uitgenodigd door de AVRO voor een optreden op 2 juli in dat jaar. In 1937 richt Plemper vervolgens een nieuw dubbel mannen kwartet op, nu met de naam ‘Bella Canto’.
Recruut van de Wagnervereeniging
Plemper wordt vervolgens aangenomen bij de prestigieuze Wagnervereeniging. Hij debuteert daar als 3e lakei en 2e kelner in Der Rosenkavalier op 11 november 1937, in een uitvoering met wereldsterren Viorica Ursuleac als Gravin, Jarmila Novotna als Octavian en Erna Berger als Sophie. De Nederlandse stertenor van die dagen, Chris Reumer, was Italiaanse zanger, Frans Vroons in zijn leerjaren was 1e lakei en 1e kelner en de KRO zond de uitvoering uit op de Nederlandse radio. Plempers nalatenschap bevat het menu van het galadiner op 13 november, ondertekend door de complete cast!
‘Wenscht Men een Nederlandse Opera!’
Op Zondag 3 april 1938 wordt er een groot Opera Concert gegeven in de grote zaal van de stadsschouwburg. Het concert is bedoeld als demonstratie voor ‘Wenscht Men een Nederlandse Opera!’ Er worden werken ten gehore gebracht van Mozart, Puccini, Meyerbeer Wagner, Gounod, Verdi en Weber. Plemper zingt daar een duet met Didi Vecht uit Le nozze di Figaro en Die Zauberflöte.
Wagnervereeniging II
Plempers tweede rol bij De Wagnervereeniging was die van Ramiro, de muilezeldrijver in Ravels’ L’heure Espagnole dat als aanvulling werd gegeven na de wereldpremière van Guillaume Landré’s ten onrechte vergeten kostelijke eenakter De Snoek, op 24 maart 1938 in de Amsterdamse Stadsschouwbrg. Zijn volgende rol was Lelio in Wolf-Ferrari’s Le donne curiose op 8 september 1938, met in de cast onder meer Greet Koeman, Chris Reumer, Frans Vroons en Justus Bonn. Deze speciale productie werd gegeven in het kader van het 40-jarig regeringsjubileum van ZKH Koningin Wilhelmina.
Vooravond van de Tweede Wereldoorlog
Voor Plemper lag een bloeiende carrière lag in het verschiet als 2e bariton bij De Nederlandse Operastichting en de Wagnervereeniging, hetgeen hem een ideale opstap bood om via grote rollen in de provincie en wellicht voor de radio door te groeien. Voorbeelden hiervan zijn de uitnodiging in maart 1938 van De Kunst om de Valentin in Faust te zingen onder Nico van der Linden. Op 15 december 1938 geeft hij in Renen een Brahms recital. Op 17 december 1938 zong hij Giorgio Germont in Verdi’s La traviata in De Schouwburg. In 1939 geeft de Wagner vereniging nog een muziekavond waarin Plemper in een concert met G. Pons Jo van der Meent, Chris Reumer en Greet Koeman fragmenten uitvoert van Die Zauberflöte, La traviata, La bohème, Le nozze di Figaro, Les contess d’Hoffman, en Rigoletto. Ook zingt hij op het afscheid van Cato Engelen-Sewing waar fragmenten worden uitgevoerd uit o.a. Le nozze di Figaro, Die Zauberflöte, Tosca, Faust, Lohengrin, Les Huguenots en Roméo et Juliette.
Plemper wordt dan geëngageerd bij de Vlaamse opera voor het seizoen 1939/1940. Maar al snel moet hij terug naar Nederland vanwege de Duitse inval. Hij geeft gehoor aan de oproep tot mobilisatie en vecht als Wachtmeester mee op de Grebbelinie, waar hij vele muziek avonden voor de soldaten organiseerde! De daaropvolgende Duitse bezetting doorkruisen Plempers vooruitzichten vrij abrupt. Hij staat op een kruispunt in zijn carrière, aan de vooravond van een doorbraak naar het eerste plan. De bezetting heeft twee gevolgen: effectief kwam het operaleven tijdelijk tot stilstand, waarna het onder bevel van de bezetter werd voortgezet.
De oorlogsjaren | Bariton bij Gemeentelijk Theaterbedrijf
Op 26 oktober 1940 geeft Plemper zijn eerste recital bij de VARA, met aria’s uit Figaro, Herodiade en enkele operettes. Voor de Nederlandse omroep zingt hij op 29 maart en 15 juni 1941 Marco in Puccini’s Gianni Schicci. In plaats van De Nederlandse Operastichting is dan het Gemeentelijke Theaterbedrijf opgericht. Dirigent Johannes den Hertog werd artistiek directeur. Voor het eerst ontving de opera in Nederland structurele staatssubsidie, met de bekende gevolgen voor casting en repertoire als consequentie. Zelfs als propagandastunt was de openingsvoorstelling het nieuwe gezelschap desalniettemin een historisch belangrijke reprise van Johan Wagenaars De doge van Venetië op 4 december 1941, met Plemper als 1e lakei in een illustere Nederlandse cast met hoofdrollen voor Ruth Horna, Frans Vroons/Chris Reumer en Theo Baylé.
De tweede voorstelling van dit gezelschap was Puccini’s Gianni Schicchi met Plemper als Marco. Op 10 januari 1942 was Plemper Kilian in Webers’ Der Freischütz, op 29 januari was hij Silvio in Leoncavallo’s Pagliacci, en op 10 maart Valentin in Gounods Faust. Plempers dochter Maria vermoedt dat dit wellicht zijn favoriete rol was:
‘Hij is geschilderd in deze rol door de Amsterdamse kunstschilder van Gool die zo zijn zanglessen betaalde. Dat portret hing sindsdien altijd bij ons in de kamer.’
In mei 1942 was hij Lotteringhi in Suppé’s Bocaccio, in september volgden reprises van Der Freischütz, Pagliacci en zijn debuut als Schaunard in Puccini’s La bohème (26 september 1942). Maria Plemper:
‘Deze opera heeft veel impact op hem omdat zijn zusje op 21 jarige leeftijd even als Mimì aan tbc is gestorven.’
Op 5 november trad het gezelschap op in De Haags Koninklijke Schouwburg (of dat toen nog zo heette?...) met een reprise van Faust.
1943 een wereldpremière en het kantelpunt in de oorlog
Hoewel Plempers bijdrage als 3e lakei in de wereldpremière van Jacques Jansens’ Marieken van Nimweghen in de Amsterdamse Stadsschouwburg op 9 februari 1943 bescheiden was, betrrof het hier natuurlijk wel een historisch utierst belangrijke uitvoering waarover wij tzt op 401NederlandseOperas.nl meer hopen te berichten, vanuit de recensies van die tijd. Goede herinneringen hield Plemper verder over aan zijn optreden in 1943 in Maillarts’ Les dragons de Villars, waarin hij te paard de piste van theater Carré veroverde (een opvoering die niet in de Annalen van van de Operagezelschappen van Nederland voorkomt, maar die getuige de foto's wel plaats heef gevonden):
‘De foto toont hem als volleerd ruiter op zijn witte schimmel. De recensenten schreven: ‘Jos Plemper die blijkbaar de opera vaarwel heeft gezegd en hier perfect op zijn plaats is. Als volleerd ruiter zingt hij op zijn witte ros gezeten zijn aria met een orgaan dat heel Carré vult.’ Vergeet niet dat dit zonder microfoon was! En dan twee voorstelling per dag een matinee en een avond! Hij zei altijd ik ben de beste zanger onder de ruiters en de beste ruiter onder de zangers!’
In September 1943 volgden reprises van Faust, La bohème en Pagliacci, waarna Plempers carière bij het Gemeentelijk Theaterbedrijf ophield (het gezelschap zelf bleef overigens na de oorlog actief, maar toen de zuiveringsraden faalden in het veroordelen van artiesten en bestuurders die te nauw met de Duitsers hadden samengewerkt, werd het gezelschap alsnog ontbonden). Maria Plemper:
‘Er zijn ook nog opvoeringen geweest vande Cavalleria (Alfio), De lustige vrouwtjes van Windsor (heer Fluth), Lohengrin, Tiefland en De kermisklanten. Na alle oude radio gidsen en affiches doorgekeken te hebben zijn er nog echt heel veel kerkconcerten en radio optredens te melden! Ik zal het echter hierbij laten.’
Het Groot Omroepkoor
Plempers vertrek bij Het Gemeentelijk Theaterbedrijf hing overigens niet samen met politieke motieven, maar met de geboorte van zijn eerste kind. Maria Plemper:
‘Ik was niet gepland maar kwam middenin de Hongerwinter, op 31 december 1944 ter aarde! Pakje noemde hij mij, naar de figuur uit de boeken van Joop ter Heul. Toen ging de beroemde zanger langs de deuren om schillen op te halen om ze bij de boer in te wisselen voor melk voor z’n pakje maar: Ik was ook het einde van zijn solo carrière! Ambulant werk en een baby dat ging voor hem niet samen, en richtte hij met nog wat gelijk gestemde mannen… het groot omroepkoor op!’
Volgens Maria Plemper was het koor niet ‘echt’ vader Plempers passie… Maria:
‘Het was werk! En met solo optredens schnabbelde hij een oud sloepie bij elkaar die dan ook als naam schnabbeltje droeg! In de schoolvakanties meerde hij dan af in de Hilversumse sporthaven. Zo hoefde hij dan niet heen en weer van Amsterdam naar Hilversum te reizen om te werken. Later zijn we naar Hilversum verhuisd en woonden we op een oud bovenhuis zonder enig comfort! Maar de reistijden waren eraf wat voor zijn gezondheid ook beter was. Na 7 maagzweren en een maagoperatie waardoor hij nog maar 1/3 maag over had, was het wonen in Hilversum een stuk rustiger! Zanglessen gaf hij wel 24/7 vooral aan de paters en fraters van de Lutgeres kweekschool in Hilversum om zo de missen verstaanbaar te maken zeg maar! Ook waren er enkele leerlingen van die school die zanglessen kwamen nemen waar onder Robert Bruins. Hij is ook een geweldige zanger geworden die optrad in binnen en buitenland en veel zwaar werk zong. Er is zelfs een uitvoering van het koor in het concert gebouw geweest in 1973 waar Robert optrad als solist. Tussendoor regisseerde mijn vader ook nog enkele operettes voor de Gooise operette vereniging waarvan mij Der Bettelstudent het meest is bijgebleven. Wij kinderen konden en kennen nog alle door zijn leerlingen gezongen aria’s uit ons hoofd. Dit was ook het eerste optreden van Robert Bruins'
Een heel persoonlijk verhaal
Over de laatste jaren van Plempers leven vertelt zijn dochter Maria een heel ontroerend, persoonlijk verhaal. Ik heb dat niet willen aanraken door editing of herschrijven omdat het me raakte zoals het er in haar vertelling was opgetekend, daarom geef ik haar hier graag het laatste woord:
‘Met 65 ging pa met pensioen hij stopte met lesgeven; de piano moest het veld ruimen! Wat mij persoonlijk erg aan het hart ging, want de piano hoorde echt bij ons gezin. Hij bleef wel zijn aria’s zingen tot zijn laatste adem. Toen de boot teveel werk werd brachten ze de vakanties door in de Caravan van de NOS in Egmond aan zee meestal met de kleinkinderen dat beviel eigenlijk zo goed dat hij op zijn 85e zelf een stacaravan kocht in Hollandse Rading. Hij werd oud en mijn moeder kreeg problemen met de trappen dus moest er iets anders worden gezocht in plaats van het bovenhuis. Ik ben toen naar het Rosa Spierhuis gegaan om te kijken of er daar misschien plaats was, maar daar werd ik heel hard uitgelachen met de woorden: ‘Wat kan uw vader nog inbrengen?’ Nou, weinig denk ik, hij was inmiddels 93 jaar. Maar ik vond dat hij wel recht had om daar zijn oude dag te slijten! Maar ik was dus de enige!
Inmiddels woonde ik al jaren in Hoogvliet en heb daar een 55 plus huisje voor hun kunnen regelen, waar hij het echt niet naar zijn zin had. Voor mijn gevoel had ik hem weer teleurgesteld, maar ik kon niet anders. Er was niemand die de zorg op zich nam. Hij was niet DE Jos Plemper die hij altijd was geweest! Als hij door Hilversum liep herkenden de mensen hem en in Hoogvliet niet. Hij zei, 'Ik ben hier net zo’n ouwe L... als al die havenarbeiders', en hij wilde niet meer! Na een jaar is hij gestopt met eten. Hij werd steeds zwakker tot hij op 26 maart 2001 is overleden. Wel hard als je 7 maagzweren en een anurisma overleefd, maar Hoogvliet niet! Hij is 95 jaar geworden.
Wel wilde hij dat ik Robert een paar woorden zou zeggen, maar waar begin je? Ik heb er meer dan 10 jaar over gedaan voor dat ik begon hem te zoeken. Ik heb na Jos zijn dood immers eerst nog 10 jaar voor mijn moeder gezorgd. Nadat mijn moeder is overleden – zij is ruim 100 geworden – heb ik 2 mappen en een doos met de foto’s van Jos geërfd, toen ben ik gaan zoeken op internet naar Robert. Maar op internet vond ik vooral mijn vader! Een vader die ik nooit heb gekend… oké de foto’s hingen hier aan de muur, zijn Valentin hing thuis in de kamer, maar er werd verder eigenlijk nooit over gesproken! Ik heb Robert ook gevonden en hem die paar woorden kunnen zeggen die ik Jos beloofd had.
Dus de zoektocht naar zijn leerling heeft mij een vader opgeleverd en wat voor een ! Ik vond daarna dat ik met de mappen en de doos en vooral met de foto’s iets moest doen. Zodoende kan ik hier nu iedereen laten meegenieten van zijn carrière en vertellen welke rollen hij heeft vertolkt.
Ouwe ik hoop nu toch dat ik alles heb goedgemaakt en jou je carrière weer heb teruggegeven zeg maar! Ik denk wel dat je van boven af trots bent op je meissie ! Je zei altijd als ik doodga dan is daar boven een kroeg, daar zitten alleen maar hoeren en orgeldraaiers, daar is het gezellig! ik weet zeker dat je daar staat te zingen! Misschien heb je daar zelfs wel weer een dubbel mannenkwartet opgericht, wie zal het zeggen! Ooit kom ik ook! maar eerlijk gezegd heb ik nu voor jou alles gedaan wat in mijn vermogen ligt en hoop dat ik dan eindelijk zonder schuldgevoel de rest van mijn leven kan leven. Ik hoop dat ik minstens net zo oud wordt als jij en dat ik bij deze dit hoofdstuk kan afsluiten.
Je pakje
Maria'