Willy Caron
Willy Caron werd geboren op 15 juni 1934 te Venlo, Limburg. Hij groeide op in een muzikaal gezin en bespeelde, voordat zijn stem werd ontdekt, al op jeugdige leeftijd diverse instrumenten. In 1964 behaalde hij zijn diploma voor operadramatiek en zang bij het Mozarteum in Salzburg ondertekend door professoren W. Rennert, C.H. Moeller en Paula Lindberg. Na zijn diploma solozang/opera in 1966 behaald te hebben aan het conservatorium in Amsterdam, studeerde hij verder bij de zangpedagoge professor Paula Lindberg. Willy Caron nam in februari 1964 in Venetië deel aan het Internationale Verdi Concours en won er, gekozen uit 37 deelnemers, de hoogste prijs. Hij werd door het geestdriftige Italiaanse publiek bejubeld als "de Nederlandse Caruso" en mocht tevens een duet zingen met Renata Tebaldi. Op het Internationale Vocalistenconcours in Verviers in België in 1965 haalde hij de tweede prijs en in 1966 in Brussel de eerste prijs.
Willy Caron zong, in Hamburg, in het Russisch de rol van prins Sjoeiski bij de Staatsoper onder leiding van professor Horst Stein general music director van het Philharmonisch Staatsorchester. Ook in Hamburg zong Willy Caron in de Staatsoper onder leiding van Wolfgang Sawallisch, samen met het Philharmonisches Staatsorchester de partij Schinsky uit Boris Goudoenov. In Leos Janaceks opera 'Aus einem Totenhaus' (Dostojevski) zong Willy de rol van Skoeratov, een van de gevangenen in 'het kamp Ostrogg' onder leiding van de befaamde dirigent Rafael Kubelik, waar hij een goede vriend van werd.
Ook onder Rafael Kubelik zong Willy Caron, in de beroemde Herculeszaal, in München, met Christine Ostemayer, Evelyne Lear en Peter Fricke. Willy zong de rol van Porcus in de opera 'Johanna auf dem Scheiterhaufen' van Arthur Honegger op tekst van Paul Claudel. Zeven jaar lang soleerde hij onder de leiding van Maëstro Herbert von Karajan in Salzburg, o.a. in "Die Meistersinger von Nürnberg' als Balthasar Zorn. Met de Wiener Philharmoniker trad hij op in 'Le Nozze di Figaro' als Don Curzio en Basilio. Jaarlijks kreeg Willy Caron hernieuwde uitnodigingen van Herbert von Karajan. In Moskou triomfeerde hij zes weken lang in de opera 'Jevgeni Onegin' van Tschaikovsky. Hij zong er gedurende 6 weken de rol van Lenski (in het Russisch!) en ontving de 1e prijs in het Tschaikovski-Wettbewerb. Vooral de door Willy Caron gezongen aria voor het duel met Onegin maakte enthousiaste reacties los bij het publiek.
In 1988 werd de verfilming van 'Le Nozze di Figaro' o.a. met Kiri te Kanawa, Dietrich Fischer Dieskau en Hermann Prey onder leiding van Karl Böhm en met Willy Caron als solist in 10 verschillende Nederlandse filmtheaters vertoond. In Bordeaux zong hij de rol van Sebastian in de opera 'Tristan en Isolde' van Richard Wagner. Ook in Geneve zong hij in 'Tristan en Isolde', in Salome van R. Strauss en in 'Carmen' van George Bizet. In Parijs onder Solti, in Wenen onder Karl Böhm, in Gent op het Festival van Vlaanderen in de opera 'Die Zauberflöte' van Mozart (met Lucia Pop) de rol van Monostatos onder dirigent Georg Fischer. In Bern in de Staatsoper ook 'Boris Godoenov' van Moessorgski.
In Keulen was Willy zeventien jaar lang verbonden aan de Städtische Oper. Eén van de dirigenten waar Willy Caron mee samenwerkte was Istvan Kertesz, die over hem zei: "Jouw stem is er altijd. Overdag of 's nachts, jij bent altijd bij stem." In Keulen zong hij in Janacek's opera 'Het sluwe vosje' als "Schulmeister' en 'Mücke'. Hij zong de rol van Edmondo in 'Manon Lescaut' van Puccini, zong in 'La Boheme' en in 'Cavalleria Rusticana', Pinkerton in 'Madame Butterfly' en zijn komisch talent kwam onbetwist naar voren als 'Schuster Frick' in 'Pariser Leben' van J. Offenbach. In Barcelona zong Willy Caron als solist, in Hannover in de rol van Walter von der Vogelweide in 'Tannhäuser' van Wagner, in Passau bij de Europaische Wochen, in Londen met het BBC-symfonie-orkest, en in Zweden en Denemarken, in verschillende uitvoeringen.
In de Stadsschouwburg van Amsterdam bij de Nederlandse Operastichting zong Willy Caron in Suppé's 'Boccaccio' als Lotteringhi (1970, 1972 en 1975), Puccini's 'La fanciulla del West' (Nick, 1981), 'Werther' van Jules Massenet, Richard Strauss' 'Capriccio' (Italiaanse tenor, 1975 en 1977) en eveneens van Richard Strauss in 'Der Rosenkavelier' (ein Sänger, 1976) onder dirigenten Edo de Waart en Hans Vonk. Hij zong in De Doelen in Rotterdam en in het Circustheater in Scheveningen. Ook op T.V. was hij regelmatig te zien en te horen o.a. met het Promenade Orkest onder Jan Stülen en met diverse orkesten, o.a. met Dolf van der Linden bij de AVRO, de VARA en bij de NCRV (successen van Joseph Schmidt), bij 'Ik hou van Holland', hoofdrol in het Richard Tauber programma, een optreden in de Gerard Reve-show met Adèle Bloemendaal.
Willy Caron werd onderscheiden met de Orde van de Gulden Humor (zoals o.a. ook Toon Hermans, Godfried Bomans, Johan Kaart en Jozef Luns). Talloze malen zong bij diverse militaire kapellen en orkesten en ook het Limburgs Symfonie-Orkest (Le Nozze di Figaro, Die Fledermaus), bij oratoria en in Schillers 'Ode an die Freude' o.l.v. dirigent André Rieu sr. en bij Phonogram.
Maar niet alleen op de Nederlandse T.V. was Willy Caron te zien, ook in het buitenland was hij op televisie te bewonderen. Bijvoorbeeld op de WDR, waar hij succes oogstte met "Ich bin nur ein armer Wandergesell' van Künnicke, met 'Freunde das Leben ist lebenswert' van Lehar en met Italiaanse opera-aria's en Italiaanse liederen. In november 1984 werd Willy Caron door het Ministerie van W.V.C. erkend en benoembaar verklaard als docent in de discipline opera. Hij heeft 74 verschillende partijen gezongen, vooral in opera's, maar ook in operettes. En daarnaast ook veel liederen.
Willy Caron heeft veel grammofoonplaten gemaakt, o.a. met de Maastrichter Staar o.l.v. Martin Koekelkoren.
Hij was recent nog werkzaam als zangpedagoog en gespecialiseerd in ademhalingstechniek. In 1998 richtte hij het Willy Caron Muziektheater op en leert hij zijn enthousiaste koor en solisten op een professionele manier zingen in gevarieerde programma's en optredens.
Willy Caron is maandag 26 april in zijn woonplaats Den Haag overleden.
Russisch volkslied, Otsche Nash, (Onze Vader)
Willy Caron's eigen website: Willy Caron Muziektheater