Cornelis Schell - Vlaamse Opera

Koninklijke Vlaamse Opera

De schitterende openingsvoorstelling van een veelbelovend seizoen

5 Oktober 1956

 Toneel uit het eerste bedrijf: Van l.n.r. op de voorgrond de heren Van Trirum, De Decker, Schell. Knielend mej. Godelieve Van den Broeck en rechts mevr. Bolotine

Cliché 'De Nieuwe Gazet'

" ... Bij de hoofdrolvertolkers onderscheidden zich vooral Mina Bolotine, een schone Marfa met hoogdramatische spanningskracht; Edward De Decker, uitmuntend als de oude prins Khowansky, en de Nederlander Cornelis Schell ,die op stijlvolle wijze met een rustige en voornaam klinkende basstem de partij van Docifej verdedigde ... "

Nieuwe Gids, Laatste Nieuws, 2-10-1956

" ... Vanzelfsprekend ging alle aandacht naar het debuut van de nieuwe Nederlandse bas Cornelis Schell. De wijze waarop hij Docifej, het hoofd van de Oud-Gelovigen speelde en zong, schonk hem onmiddellijke het ruimste crediee. Hoewel niet bijzonder omvangrijk (of was het de beklemming van het debuut), is het orgaan van deze zanger strelend en zijn zang is goed geleid. Hij kan een faze zingen, verzorgt zijn dictie en een paar topnoten in het slottafereel lieten vermoeden, dat er in hem nog meer mogelijkheden zitten. Verder werk zal daarover uitsluitsel geven ... "

Handelsblad, 2-10-1956, H.D.

Koninklijke Vlaamse Opera, heropvoering Wilhelm Tell, Giaccchino Rossini, Cornelis Schell (Melchthal) en Simon van Trirum (tenor, de Visser)

Willem Tell in de K.V.O. te Antwerpen

14 Januari 1957

M. DUBUC ALS WILLEM TELL EN MET MEJ. G. V. D. BROECK ALS ZIJN ZOON,

Het kan niet gezegd worden dat de K.V.O. de operaliefhebbers geen werk biedt dat de moeilijksten moet bevredigen. Na Walkure, Khowantsjina, Lucie de Lammermoor is het ditmaal de herneming van Rossini's Wilhem Tell, allemaal werken waarvoor men over prima krachten moet beschikken om ze behoorlijk te kunnen voorbrengen. Het is echter jammer te moeten vaststellen, dat na meer dan een halve eeuw Vlaamse opera de grootste belangstelling nog altijd blijft gaan naar werk van goedkoper allure en operette.

De herneming van Willem Tell ging echter voor een nagenoeg volle zaal in de voortreffelijke bezetting van vorig seizoen, met een paar wijzigingen in de mannenrollen.

In de hoofdrollen kregen hier onze heldenbariton Gilbert Dubuc als Willem Tell, en Frans Gysen als Arnold andermaal gelegenheid zich vocaal uit te leven in het specifiek Rossiniaans brio met daarbij de gezagvolle, sonore Walter Fürst van De Decker en de Gessler van Paul Draps en ensembles als dat van de kreet om vrijheid werden geënleveerd op een wijze, dat het tot achter het Ijzeren Gordijn kan weerklinken. Hoe oud en vertrouwd Rossini's procédé's ook mogen zijn, blijven zij bij degelijke uitvoering hun onweerstaanbare glans behouden.

In de verdere rollen brachten mevr. Nevry andermaal een majestatische prinses Mathilde, mej. Godelieve v. d. Broeck een gracieuze en bezielde Tell's zoon en Stella Dalberg een ontroerende moeder Tell, Cornelis Schell een goed getypeerde Melchthal, Afo de Quick een pathetische Leuthold, Achiel Somers een bijtende Rudolf, vertrouweling van de tiran Gessler, en Simon van Trirum een fleurige visser.

In de suggestieve Zwitserse landschappen, door Karel Schmitz samengesteld, evolueerden en zongen de kleurige koren op voortreffelijke wijze, terwijl ook het ballet eens te meer zich schitterend van de hier bescheiden taak kweet.

Een heuse ovatie viel dirigent Hugo Lenaerts, reeds na de populaire ouverture en de vertolkers te beurt.

Volksgazet, 14-01-1957

" ... en ook de bas Cornelis Schell, die eveneens als Melchthal grote winst betekende tegenover de première .... "

Handelsblad, 13-01-1957

Geslaagde herneming van Lakmé

Maandag 18 Februari 1957

Lucy Tilly en Cornelis Schell in Lakmé

" ... Mevr. Lucy Tilly en de heer Schell. Ontstak de eerste, met de aria der klokjes een waar orkaan van applaus, dan bevestigde de tweede met Nilakanthas stances zijn afdoende doorbraak hier naar het eerste plan ... "

" ... Het werd een zeer behoorlijke voorstelling met vertrouwde vertolkers in de hoofdrollen en het was enkel de bas Cornelius Schell die we hier als nieuweling in de rol van de wraakzinnige Brahmaan Nilakantha verwachtten.

Zeggen we onmiddelijk, dat hij ook in deze rol het overtuigend bewijs heeft geleverd dat de directie in hem een uitstekende kracht bezit. Hij bracht zijn aria's met rustige zekerheid, een ampleur, zelfs groter dan men van hem zou verwachten, in uitstekende stijl, en zekere momenten met de demiteint die niet alle baszangers bezitten ... "

Volksgazet, 18-2-1957

" ... Daarop was het de beurt aan Cornelis Schell, een voorbeeldige Nilakantha, om met het overbekende aria: 'Lakmé ton doux regards se voile' een stormachtige bijval te ontketenen ... "

Het Toneel, 22-2-1957

Delibes, Lakmé: Lakmé, ton doux regards

Nogmaals Lucy Tilly in Lakmé

Koninklijke Vlaamse Opera - Aida

Zaterdag 6 April 1957

" .. wat de vertolkers aangaat was de heer Cornelis Schell ongetwijfeld de meest volmaakte vertolker en deze bas die hier de rol van Ramfis, de opperpriester waarnam is een ware aanwinst voor het Antwerps lyrisch theater. Naast een voortreffelijk zingen heeft hij door een accuraat acteren de nodige waardigheid in zijn vertolking gelegd ... "

Nieuwe Gazet, 8-4-1957

v.l.n.r. Marcel Vercammen (Radames), Yetty Martens (Amneris) en Cornelis Schell (Ramfis)

Cilea's "Arlesiana" - Het meisje van Arles

Het "Meisje van Arles" vindt zijn Succes terug

18 November 1957

" ... Nieuwelingen in de bezetting waren mej. Berthe Van Hyfte, die wel aan alle signalementen voor de jonge maagd beantwoordde welke aan de man die om een ander treurt niets dan haar schamele liefde heeft te bieden; verder de heer Schell, voor wie men vrezen mocht dat de rol van de oude wijze herder "Balthasar", een diepe bas, wel iets beneden de spanwijdte van zijn milde stem zou liggen, maar die ook hier zijn goede faam verdedigde en tenslotte de heer Huysman, wie de rol van "Mitifio" was toevertrouwd, die hem als acteur en eerste bariton op proeven stellen zou welke op dit grote toneel voor hem wel beslissend konden zijn.

Als met de heer Schell, die van de oude herder een werkelijk aangrijpende creatie heeft gemaakt, hebben de de directeurs met de heer Huysman een zeer gelukkige hand gehad ..."

Nieuwe Gazet, 1-10-1957

" ... 'Het meisje van Arles' van Cilea werd een paar jaar geleden zo geestdriftig door ons publiek ontvangen, dat een wederopvoering gepast mocht geacht worden. Het werk behoort tot de Veristische school maar treft toch wel een boeiend persoonlijk accent. Het hoofdmoment - de bekende aria van Frederi - is wel typisch in dit opzicht. Onmiddelijk hierbij aanknopend kunnen we met genoegen aanstippen dat Marcel Vercammen, wiens eigen geaardheid nochtans beter tot uiting komt in Wagnerwerk bv., dit Italiaanse bravourstukje met opmerkelijke stielvaardigheid weet voor te brengen en er dan ook een verdiende bijval mee oogst ... "

De personages uit 'Het meisje van Arles'. Rose Mamai (Yetty Martens), Balthasar (Hr Schell), Mitifio (Hr Huijsman), Vivette (Mej. B.van Hyfte), Frederi (Hr M. Vercammen) en de onnozele (Mej. Bauters), Cliché 'De Nieuwe Gazet'

Triomfantelijk onthaal van de wederopvoering van Veremans' Anna-Marie

6 April 1958

" ... ontroerende prestaties van Maria Van der Meirsch (in de titelrol) en Edward de Decker (als Meneer Pirroen) ... "

" ... hoe verrassend volgt op het kleinburgelijk gestoei va nhet openingstoneel het liefdes verhaal van Meneer Pirroen, gezongen door Edward de Decker. Plots staat het gebeuren op een verheven peil en wordt het magistraal door de muziek onderlijnd.

En daarop volgt, even mooi en toch oneindig verschillend, het liefdesverhaal van Guido, gezongen door Cornelis Schell. 't Zijn adembenemende en pakkende fragmenten ... "

Antwerp toneel, 6-6-1958

Maria van der Meirsch en Cornelis Schell in Veremans' Anna-Marie

 

Stella Dalberg, mezzosopraan. Cesarine in Anna-Marie, Katelijne in Herbergprinses

 

2e van links Simon van Trirum (één der Dolfijnen), 4e van links Maria van der Meirsch (Anna-Marie). Geheel rechts Cornelis Schell (Guido, één der Dolfijnen). De complete cast (deels op de foto):Edward De Decker (Pirroen), Severijntje (Antoinette Bauters), Stella Dalberg (Cesarinne), Irene Raymakers (Cato), Paul Draps, Frans Meesters en Achiel Somers (Dolfijnen)

Herbergprinses: Vlaamse opera met sterke kanten

21 September 1961

Als de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen eens met haar nieuwe instudering van Herbergprinses van Jan Blockx naar Nederland zou kunnen komen, zou ons dat een zinvol en welkom bezoek lijken.

" ...Uit het noorden waren Cornelis Schell en Chris van Woerkom gekomen, eerstgenoemde voor een vertolking op hoog niveau van een belangrijke rol; de laatste had voor een kleine partij een niet minder goede kwaliteit te bieden ... "

Vrije Volk, 7-10-1961, Amsterdam

Marie-Louise Hendrickx als Rita en Cornelis Schell als de smid Rabo

" ... Vocale schoonheid werd vooral geboden door de dames Marie-Louise Hendrickx (Rita), Stella Dalberg (Katelijne) en Maria vander Meirsch (Reinilde), maar ook van de bas Cornelis Schell, die in Antwerpen betere kansen krijgt om zich te ontplooien dan in Amsterdam, waar hij ook nog verbonden is aan de Nederlandse Opera ... "

Haarlems Dagblad, 14-10-1961, Jos de Klerk

" ... In Marie Louise Hendrikx beleefden we een welhaast ideale Rita, wat helaas niet van Maria v.d. Meirsch kon worden gezegd; hetgeen het dilemma voor Merlijn tussen verleiding en deugd wel heel eenvoudig maakte in onze ogen. Emiel de Jonghe zong de zware partij van Merlijn goed, maar nog niet geheel overtuigend, in tegenstelling tot Cornelis Schell die van de smid Rabo een indrukwekkende creatie gaf. Ook de kleinere rollen waren met zorg bezet en gaven in de lichtere passages een kostelijke ontspanning ... "

De Waarheid, Amsterdam, 21-09 -1961

Biografie

Interviews, van Scheveningen via Antwerpen naar Venlo

De Nederlands(ch)e Opera gevestigd te Amsterdam , opera voorstellingen vanaf 1958

Opera & Concert-repertoire , lijst van opera's van d'Albert (Tiefland) t/m Wolff-Ferrari (I Quattro Rusteghi/ De vier huistirannen),

liederen van Adolphe Adam ( Cantique de Noël) tot en met Hugo Wolf (Canti di Michelangelo, Möricke-Lieder, e.a.)